Overdreven voorwaartse buiging verplaatst eveneens het zwaartepunt van de golfer, waardoor er minder actieve schouder- en heuprotatie zal kunnen plaatsvinden. Een swing maken vanuit deze uitgangspositie produceert grotere en ongewone krachten op de lage rug, waardoor de kans op lage rugpijn toeneemt.13 Een meer voorovergebogen startpositie kan ook leiden tot een grotere “reversed C” positie op het einde van de swing. Deze hyperextensie van de lumbale wervelzuil zorgt voor grotere krachtinwerkingen op de lage rug en vergroot de kans op LRP.14 De startpositie beïnvloedt dus de volgorde van beweging van de verschillende lichaamsdelen, voornamelijk deze in de lage rug. Als de startpositie biomechanisch niet in evenwicht is, zullen de daaropvolgende bewegingen meer kracht vereisen en complexer verlopen met eventueel compensatoire bewegingen, waardoor de belasting op de lage rug sterk toeneemt.13 In deze studie werden de spelers geanalyseerd na 18 holes, terwijl vorige studies8,11,12 de spelers bekeken na vijf minuten opwarming. Er werd reeds aangetoond dat zwakke12,14 en snel vermoeibare15 rugextensoren een belangrijke risicofactor zijn voor LRP in het algemeen. In golf spelen de rugextensoren een belangrijke rol in het behouden van de juiste PSA in de startpositie. Daarom is het mogelijk dat de PSA toeneemt na een inspanning (18 holes) bij spelers die snel vermoeibare rugextensoren hebben. Om de rol van de rugextensoren in het behouden van een goede startpositie te evalueren is er verder onderzoek nodig om het verschil in PSA en het verschil in kracht van de grote spiergroepen te meten en te vergelijken voor en na 18 holes. Methodologische bemerkingen De meetmethode werd door de onderzoekers zo opgesteld dat deze relatief eenvoudig uitvoerbaar is in een klinische setting. Het doel van het meten van de PSA is het screenen van spelers, waarbij nadien een uitgebreidere biomechanische analyse kan gebeuren indien nodig. Voor eenvoudige uitvoerbaarheid werden de referentiepunten aangeduid door middel van palpatie, hetgeen onderzoekersafhankelijk is. Toekomstige studies dienen de inter- en intraonderzoekersvariabiliteit van deze procedure te onderzoeken. Aangezien de meetmethoden niet gestandaardiseerd zijn en de onderzoekersvariabiliteit niet getest werd, zijn de conclusies omtrent hoeken en het statistisch signifi cant verschil dan ook niet defi nitief, doch eerder indicatief voor verder wetenschappelijk onderzoek. Confl icterende belangen Er waren geen confl icterende belangen in dit artikel. Referenties 1. McCaroll J.R.: The frequency of golf injuries. Clinics in sports medicine 1996, 15(1): 1-7. 2. Gosheger G, Liem D, Ludwig K, Greshake O, Winkelmann W: Injuries and overuse syndromes in golf. Am J Sports Med 2003, 31(3):438–43. 3. Galanty HL, Puffer JC: Golf. In Mellion MB. Sports medicine secrets. Philadelphia: Hanley and Belfus, Inc.; 1999:424–8. 4. Metz JP: Managing golf injuries. Phys Sportsmed 1999, 27: 1–12. 5. Stover CN, McCarroll JR, Mallon WJ: Feeling up to par: medicine from tee to green. Philadelphia: FA Davis, 1994. 6. Gluck GS, Bendo JA: The lumbar spine and low back pain in golf: a literature review of swing biomechanics and injury prevention. Spine J. 2008, 8(5):778-88. 7. Hosea TM, Gatt CJ, Galli KM, Langrana NA, Zawadsky: Biomechanical Analysis of the Golfers Back. In Science and Golf. Edited by A.J. Cochran. 1990, 43-48 8. McTeigue M, Lamb SR, Mottram R, Pirrozzolo F: Spine and Hip Motion Analysis during the Golf Swing. In Science and Golf II, Proceedings of the World Scientifi c Congress of Golf. Edited by A.J. Cochran and M.R Farrally. 1994, 50-58 9. Morgan D, Sugaya H, Banks S, Cook F: A new twist on golf kinematics and low back injuries. In Proceedings of the 21st Annual Meeting of the American Society of Biomechanics, Clemson University South Carolina: 1997. Conclusie Deze studie toont een verschil in gemiddelde PSA tussen golfers met en golfers zonder LRP, namelijk respectievelijk 45° en 41°. Bovendien is er in deze studie een hoek (44°) waarbij het voorkomen van lage rugpijn duidelijk toeneemt. Deze kennis samen met verdere biomechanische evaluatie van andere bepalende factoren voor LRP in de golfswing, kan leiden tot een meer gerichte technische en musculoligamentaire training ter preventie of behandeling van LRP bij golfers. De meetmethoden in deze studie zijn echter niet gestandaardiseerd en de onderzoekersvariabili teit werd niet getest, waardoor er nog geen defi nitieve conclusies getrokken kunnen worden. Verder wetenschappelijk onderzoek is nodig om de meetmethode te standaardiseren en de onderzoekersvariabiliteit te evalueren. In de lijn van voorgaande studies wordt er ook in deze studie een verschil in gemiddelde PSA gevonden, namelijk 45° voor spelers met LRP tegenover 41° voor spelers zonder LRP nummer 1 | maart 2013 | Sport & Geneeskunde 9 Pagina 8

Pagina 10

Interactieve ereisgids, deze editie of mailing is levensecht online geplaatst met Online Touch en bied het digitaliseren van digi clubbladen.

Sport & Geneeskunde nummer 1 | Maart 2013 Lees publicatie 19Home


You need flash player to view this online publication