Overzichtsartikel tise op het gebied van oncologische revalidatie. Tijdens deze intake moeten minimaal de volgende vragen beantwoord worden: - Is er een verstoring van het inspanningsvermogen in relatie tot het gewenste functioneren? - Is er een indicatie voor de behandeling van vermoeidheid na afloop van de in opzet curatieve behandeling? - Is er sprake van emotionele problemen en heeft de patiënt behoefte aan ondersteuning door een medisch psycholoog? - Is er een verstoring of bedreiging van het sociaal functioneren in het arbeidsproces, de huishoudelijke taken, sociale relaties, de rol binnen het gezin en de vrijetijdsbesteding, afgezet tegen de situatie voorafgaande aan de ziekte? Ter ondersteuning van de beantwoording van bovenstaande vragen, of op medische indicatie, kunnen aanvullende inspanningstesten zoals een maximale inspanningstest met ECG en ademgasanalyse (spiro-ergometrie), de 6-minuten looptest, de shuttle-wandeltest, de steepramp test of een maximale krachttest (1-Repetitie Maximum meting; 1RM) worden uitgevoerd.5 Ook het in kaart brengen van de lichaamssamenstelling (BMI, buikomvang, huidplooimeting) en het afnemen van één of meerdere gestandaardiseerde vragenlijsten (Lastmeter, EORTC-QLQ-C30, MVI, PSK, CES-D, STAI) kan bijdragen aan de totstandkoming van een individueel revalidatieprogramma.5 Voor een uitgebreide beschrijving van deze aanvullende testen en de indicaties voor afname wordt verwezen naar de richtlijn Oncologische Revalidatie en de bijbehorende beslisboom.5 Het is hierbij duidelijk dat de infrastructuur en kennis in Nederland nog wisselend is en dat men in sommige centra meer moeite zal hebben met het implementeren van bijvoorbeeld complexere onderzoeken als inspanningsdiagnostiek met ademgasanalyse ter analyse van aard en omvang van de inspanningsbeperking. Indien nodig zal er in die situaties verwezen moeten worden naar een centrum waar deze expertise aanwezig is. De indicaties voor afname van een maximale inspanningstest met ECG en ademgasanalyse zijn: - Hoogintensieve training bij patiënten met een middelmatig risico op een cardiovasculair event. - Overmatige vermoeidheid/zwakte, gerelateerd aan normwaarden of situatie voorafgaande aan ziekte/behandeling, zonder duidelijke verklaring. - Inspanningsbeperking met kortademigheid of pijn op de borst. - (verdenking op) hart- of longcomplicaties ten gevolge van de ziekte of de behandeling. 8 Sport & Geneeskunde | september 2013 | nummer 4 Uiteindelijk moet in overleg met zowel de patiënt als de overige zorgverleners de doelen van de revalidatie worden geformuleerd en een interventieprogramma op maat worden samengesteld. Na afloop van het revalidatieprogramma moet het behaalde resultaat samen met de patiënt geëvalueerd worden en zal er tevens advies/coaching voor vervolg gegeven moeten worden met zo nodig ook aanvullende behandeling.5 Aangezien de problematiek die bij deze patiënten speelt multifactorieel van aard is, zal in de meeste gevallen een multidisciplinaire behandeling zijn aangewezen. Het team van specialisten dat bij de oncologische revalidatie is betrokken, zal in de meeste centra bestaan uit de behandelend oncoloog en/of oncologisch verpleegkundig specialist, een sportarts en/of revalidatiearts, een fysiotherapeut, een medisch psycholoog, een diëtiste en eventueel een bedrijfsarts of een maatschappelijk werker. Het is belangrijk dat de coördinatie van het revalidatieprogramma in handen is van één van deze specialisten, idealiter degene die de intake afneemt. De laatste jaren wordt deze rol in toenemende mate ingenomen door de sportarts, die specifiek opgeleid is om de balans tussen belasting en belastbaarheid bij verschillende patiëntengroepen te bewaken en gericht te vertalen in trainingsadvies. Na afname van de intake wordt in samenspraak met de overige leden uit het behandelteam een revalidatieprogramma opgesteld, waarin naast fysieke training zo nodig ook aandacht moet zijn voor psychologische hulp, voedingstoestand, werkhervatting en deelname aan gezinsleven en sociale contacten. In deze review zullen we ons beperken tot de rol van fysieke training en voedingsinterventies in de revalidatie. Voor overige behandelingen verwijzen we u naar de richtlijn.5 Revalidatie tijdens curatieve behandeling De doelstellingen van het volgen van een trainingsprogramma tijdens de curatieve fase van de behandeling zijn gericht op het handhaven van de conditie en het activiteitenniveau, het voorkomen of verminderen van vermoeidheidsklachten en het behoud van een gezonde lichaamssamenstelling. Er is echter nog maar weinig onderzoek verricht naar de effecten van fysieke training tijdens curatieve behandeling; terwijl in de oncologie veel verschillende ziektebeelden en verschillende behandelingen zijn, waardoor het onduidelijk is of bovenstaande doelstellingen altijd haalbaar zijn. Regelmatige lichamelijke inspanning tijdens de behandeling van kanker lijkt een positief effect te hebben op kankergerelateerde vermoeidheid13,14 en op de door patiënten Pagina 7

Pagina 9

Heeft u een maandblad, turn pages of digi-spaarprogramma? Gebruik Online Touch: vakblad van pdf naar digitaal converteren.

Sport & Geneeskunde nummer 4 | September 2013 Lees publicatie 25Home


You need flash player to view this online publication