CENTRE COURT 17 “TENNIS DAAGT JE UIT. DAT IS ONZE SLOGAN EN DIE MOEST TERUGKOMEN’’ROBERT JAN SCHUMACHER Eenvoudig was het vinden van een nieuw beeldmerk niet. “Het is een hele reis geweest”, zegt manager communicatie van de KNLTB Robert Jan Schumacher. Niet zo gek, want de bond wil haar rijke verleden niet zomaar over de schutting gooien. Tegelijkertijd moet het logo de nieuwe ambitie en visie van de bond weergeven. “Het beeldmerk moet passen bij de nieuwe merkpositionering. Daarin staat dat de KNLTB dé partij is voor alles wat in Nederland met tennis te maken heeft. Wij zijn de aanjager van het hele tennisklimaat in Nederland. Dat zijn we altijd al geweest, maar dat hebben we nooit echt uitgedragen.’’ UNIFORME SIGNATUUR Schumacher pakt het oude logo erbij. Een zwarte tulp met een oranje kroon erop. Eromheen witte en blauwe accenten. “Een prachtig logo met historie, maar niet heel herkenbaar. Veel mensen die niets met tennis hebben, denken dat dit het logo van de land- en tuinbouworganisatie is. Ook vanwege de L en de T in de naam KNLTB eronder’’, zegt Schumacher met een glimlach. Het logo is gemaakt in de jaren twintig van de vorige eeuw. “Ontworpen door de toenmalige voorzitter van de KNLTB, de heer Broese van Groenou’’, zegt Ron Lebbink van The USP Company. Dat bedrijf heeft de tennisbond geholpen met het de merkpositionering en het ontwerpen van een nieuw logo met bijpassende huisstijl. “Die man was architect. Je ziet de Nieuwe Amsterdamse School duidelijk terug in het logo. Het lijkt een beetje op een glas-in-loodraam. De kleuren oranje, zwart, wit en blauw geven aan dat het iets Nederlands is. Dat wilden we behouden’’, aldus Lebbink. Ruim een halfjaar geleden was de eerste brainstormsessie tussen de bond, Lebbink en ontwerper Ralph Booms. Daaruit kwam een tweesporenbeleid naar voren. Booms zou een logo ontwerpen dat voortborduurt op het oude beeldmerk, én daarnaast zou hij een totaal nieuw logo ontwerpen. “Een herkenbare breuk en een totale breuk”, zegt Schumacher. De nieuwe visuele identiteit van de KNLTB moet alle kernactiviteiten een uniforme ‘KNLTB-signatuur’ geven. Daarbij hielden de ontwerpers een aantal zaken in ogenschouw: tennis is een verenigingssport, het is spannend, uitdagend, uitnodigend, je kan jezelf ontplooien. Verenigingen moeten trots zijn om bij de KNLTB te horen en dit willen uitdragen. Ook de wereldwijde top 10-ambitie moet naar voren komen. Bovendien moet het nieuwe logo minder afstandelijk en elitair zijn, maar positiever, jonger, dynamischer. “Tennis daagt je uit. Dat is onze slogan en die moest terugkomen’’, aldus Schumacher. Voor het eerste ontwerp, de herkenbare breuk, bouwde Booms voort op de bijna een eeuw oude tulp. Hij en Lebbink keken wat er van de oude zwarte tulp zou overblijven als je die aan het nieuwe merkdocument, het strategisch marketingplan, zou ijken. Ze haalden het logo van Broese van Groenou letterlijk uit elkaar en bekeken wat ze met de afzonderlijke elementen konden. Ook fristen ze de kleuren op. “Zwart, oranje, wit en blauw zijn mooi, maar over het oude logo ligt een soort zwarting. De nieuwe kleuren sprankelen meer”, zegt Lebbink. Pagina’s vol schetsen volgden. Alle soorten tulpen kwamen voorbij. Met een bal in de bloem, een tulp als tennisbal vormgegeven, een tulp in één pennenstreek getekend die doorloopt in de naden van een tennisbal onder de bloem, en nog veel meer varianten. “Tijdens het schetsen kwamen we zo samen op het idee dat het is geworden’’, vertelt Booms. TENNISELEMENT De KNLTB wilde ook nog een compleet ander beeldmerk. Een element dat echt iets met tennis te maken zou hebben, een racket of bal bijvoorbeeld. Lebbink: “Hiervoor hebben we eerst onderzoek gedaan naar logo’s van buitenlandse tennisbonden en naar die van andere Nederlandse sportbonden.’’ “Je wil wel iets unieks ontwerpen, iets anders dan andere landen. Iets met een tennisbal ligt natuurlijk voor de hand, dus een goede analyse van wat er al is, is belangrijk’’, zegt Booms. Van die analyse leerden de ontwerpers veel. Lebbink: “In dat proces sluit je veel mogelijkheden uit. Dat lijkt belemmerend, maar werkt juist heel verhelderend. Je wordt er nog creatiever van om je eigen vormtaal te creëren. Je wilt niet weten hoeveel varianten ballen en rackets we voorbij hebben zien komen. Dan hadden we een goede richting gevonden, bleek het toch weer te veel te dubbelen met iets dat al bestond.’’ Ook het kijken naar de logo’s van andere Nederlandse Pagina 16

Pagina 18

Scoor meer met een online winkel in uw catalogi. Velen gingen u voor en publiceerden studiegidsen online.

CENTER COURT | nummer 2 2014 Lees publicatie 34Home


You need flash player to view this online publication