CENTRE COURT 57 de wereldranglijst, uit voor zowel Popeye Gold Star als TC Zandvoort. Marcella Mesker en dubbelpartner Ingelise Driehuis vonden onderdak bij De Metselaars. Ook Miriam Oremans en Kristie Boogert, de zilveren medaillewinnaressen van de Olympische Spelen in Sydney 2000, waren fanatieke Eredivisiespeelsters. Bij de mannen liep eveneens een hele roedel toppers rond. De Eredivisieslogans uit die tijd waren: ‘Springplank naar de top’ en ‘Kom vandaag kijken naar de toppers van morgen’. Sjeng Schalken en Jacco Eltingh schreeuwden het in hun jonge jaren van de posters: ‘Waar zijn we begonnen? Bij de Manege natuurlijk!’ Paul Haarhuis en Tjerk Bogtstra speelden bij het Eindhovense ELTV. Richard Krajicek genoot zijn opleiding bij Popeye Goldstar in Amsterdam. Jan Siemerink tenniste in Den Haag en sloot zijn carrière af bij Dekker Tennis. Martin Verkerk, finalist op Roland Garros, vertoonde zijn kunsten bij zowel Amstelpark als Hilverheide. Raemon Sluiter kwam uit voor Halfweg in Spijkenisse. Ook Michiel Schapers speelde Eredivisie, eerst in Rotterdam en later bij TC Zandvoort. GEEN ‘SANDWICHMANNETJES’ In het eerste jaar van zijn bestaan bestond de Eredivisie uit twee poules van zes teams (tegenwoordig is dat één poule met acht teams). Alle grote namen uit het Nederlands tennis speelden mee in een van de twaalf ploegen en de competitie leefde als nooit tevoren. Met de sterke opkomst van de televisie raakten in die tijd ook sponsors geïnteresseerd in het tennis, waardoor de sport langzaam professionaliseerde. De KNLB was aanvankelijk niet gecharmeerd van commerciële invloeden. Onder druk van de buitenwereld moest de bond echter overstag. Met de instelling van de Eredivisie in 1973 werd Aardsrivalen Jan Hajer (links) en Tom Okker in 1967. tevens shirtreclame toegestaan. De KNTLB had wel een aantal voorwaarden aan de afmetingen gesteld. Zo mocht de sponsornaam maximaal zes vierkante centimeter beslaan, onleesbaar vanaf de tribune. Ook mocht de sponsornaam niet voluit worden vermeld. Het was namelijk niet de bedoeling dat het bedrijfsleven de tennissers ging aankleden als zogenaamde ‘sandwichmannetjes.’ Sportpromotor Ton Vissers was echter niet voor één gat te vangen. Hij ontdekte dat de regels wel toestonden dat de volledige naam van de club kolossaal groot op de shirts werd vermeld. Vissers richtte daarop een nieuwe club op, Popeye Goldstar, die de naam droeg van de sponsor. Bij deze club ging vervolgens bijna de gehele landelijke tennistop spelen. Langzaam maar zeker gingen tennissers steeds meer geld verdienen en de KNLTB vreesde de geldmachine die toptennis zou kunnen worden. Tennisverslaggever Herman Kuiphof zag het in 1974, bij de start van het ABN AMRO-tennistoernooi, met lede ogen aan: “Het is niet erg dat er veel geld omgaat in het tennis. Als je maar niet op één avond een fortuin kunt verdienen, zelfs als verliezer.” VAN ELITESPORT NAAR VOLKSSPORT In datzelfde jaar 1974 voerde de bond strenge regels in voor tenniskleding. Iedere speler die tussen 1 mei en 1 oktober competitie of toernooien speelde, diende overwegend witte kleding te dragen. De witte kleding benadrukte het elitaire karakter van de sport. Pas eind 1980 werd de eis van witte tenniskleding door de bond losgelaten. De gehele sport lijkt sinds die tijd het elitaire imago steeds meer te verliezen. Niet alleen de directeur doet tegenwoordig graag aan tannis, ook jan met pet speelt zijn potje tennis. De sport werd in de jaren zeventig en tachtig dan ook bij een breed publiek steeds populairder. In 1983 werd het magische aantal van een half miljoen KNLTB-leden, verdeeld over 1.427 verenigingen, bereikt. Tegenwoordig zijn dat er 626.000. Die leden spelen uiteraard lang niet allemaal in de Eredivisie, maar dat doen jammer genoeg onze nationale toppers ook niet. KROONJUWEEL WORDT OPGEPOETST De laatste jaren is de reputatie van de Eredivisie, onder meer door veelvuldige afwezigheid van de nationale toptennissers, aan enige sleet onderhevig. Niet elke club beschouwt het nog als een eer om het competitieseizoen af te sluiten met twee weken Eredivisie. Er waren clubs die zich afmeldden voor de play-offs, toeschouwersaantallen lopen terug. Deel uitmakend van een totaalplan voor de competitie 2015 wordt bij de KNLTB gebroed op een andere opzet van de Eredivisie. Om de nationale toppers te lokken wordt gedacht aan een andere datum – op dit moment valt de Eredivisie grotendeels samen met Roland Garros en andere internationale graveltoernooien. Ook een ander format (nu: een competitie tussen acht teams, gespeeld in een periode van vijftien dagen) wordt niet uitgesloten. Veel zal afhangen van de wensen van de clubs zelf. De KNLTB wil met de herinrichting van de Eredivisie verenigingen stimuleren zich juist daar te manifesteren met nieuwe talent en hen de kans geven zich te meten met de nationale toppers. Van de huidige generatie vrouwen is Kiki Bertens groot geworden dankzij de Eredivisie, waar zij De Lobbelaer vertegenwoordigde. Bibiane Schoofs en Angelique van der Meet komen voor dezelfde club uit in deze competitie. Michaëlla Krajicek speelde vorig jaar bij ALTA. Bij de heren is van de toppers eigenlijk alleen Jesse Huta Galung de competitie trouw gebleven. Hij speelde eerst bij het inmiddels opgeheven De Manege en inmiddels alweer jaren bij De Lobbelaer. Wellicht levert de Eredivisie als het uithangbord van het Nederlands verenigingstennis op termijn toch weer een nieuwe Henk Timmer, Kea Bouman, Tom Okker of Richard Krajicek op. t FOTO: ANP PHOTO Pagina 56

Pagina 58

Heeft u een weekblad, virtualpaper of online PDF's? Gebruik Online Touch: mailing online bladerbaar maken.

CENTER COURT | nummer 2 2014 Lees publicatie 34Home


You need flash player to view this online publication