De relatief jonge leeftijd waarop PEIS voorkomt is gemiddeld 28,4 jaar. Deze leeftijd is echter gebaseerd op specifieke sportende populaties die geïncludeerd zijn in deze review. Voor voetbal geldt dat de gemiddelde leeftijd in een eredivisieteam rond de 25 jaar ligt.38,39 in een professioneel dansgezelschap.37 Dit geldt ook voor dansers Op basis van de resultaten van deze review valt dan ook niet uit te sluiten dat PEIS kan voorkomen bij oudere, niet sportende personen. Bij 5 van de 18 studies is PEIS onderzocht bij dansers. Uit het onderzoek van Peace et al. blijkt dat een os trigonum vaker voorkomt bij balletdansers in vergelijking met de normale populatie (30% versus 1-25%). Een mogelijke verklaring hiervoor is dat het veelvuldig dansen op relevé of spitzen (de voet is hierbij in maximale plantairflexie) tijdens de ontwikkeling van het skelet het sluiten van het trigonale ossificatiecentrum kan hinderen, wat kan leiden tot het ontstaan van een os trigonum.1 Daarnaast blijkt uit dit onderzoek dat een os trigonum bij dansers vaker leidt tot PEIS klachten.1 Enkele auteurs beschrijven dat een asymptomatisch os trigonum of prominent processus posterior tali klachten kan geven na een traumatische gebeurtenis als een inversietrauma.42,45 Laterale enkelinstabiliteit bij dansers kan bijdragen aan een anterieure verplaatsing van de talus ten opzichte van de tibia tijdens de relevé. Dit geeft compressie tussen het posterieure tibiaplafond en het superieure deel van de calcaneus, waardoor PEIS kan ontstaan.46,47 Klinisch beeld De beschrijving van de anamnese en het lichamelijk onderzoek werd in de meeste studies zeer beknopt omschreven. Vaak werd alleen de pijnlocatie genoemd of de beperkte en/of pijnlijke bewegingen, maar werd geen volledige beschrijving gegeven van het onderzoek. Ten aanzien van de ROM werd onvoldoende beschreven hoe deze werd getest: passief of actief, en of de beweging alleen eindstandig pijnlijk was of ook in het hele bewegingstraject. In slechts enkele studies werd een uitspraak gedaan over de aanwezigheid van palpatiepijn ter hoogte van de posterieure enkel, zwelling en/of de mate van mechanische stabiliteit van het enkelgewricht. Er worden in de literatuur twee ontstaansmechanismen voor PEIS beschreven: acuut na een hyperplantairflexietrauma of geleidelijk, na repeterende microtraumata bij veelvuldige plantairflexie.5,6,12 In de geïncludeerde literatuur werd slechts in twee van de achttien artikelen het ontstaansmechanisme beschreven en in drie van de achttien artikelen maakten zowel palpatiepijn als pijn bij plantairflexie en ROM deel uit van het lichamelijk onderzoek. Niet in alle gevallen waren alle drie de testen positief. Op basis van deze beperkte gegevens kunnen geen definitieve conclusies getrokken worden. Klinisch diagnostische testen Er werd geen studie gevonden waarin een gevalideerde klinisch diagnostische test voor PEIS werd onderzocht op psychometrische eigenschappen. Van Dijk et al. omschrijven wel de uitvoering van de ‘passive forced plantarflexion test’, maar geen specifieke waarden.2 De test wordt volgens hun beschrijving uitgevoerd met de patiënt in zit, met de knieën 90º gebogen, waarbij repeterend een snelle passieve hyperplantairflexie van de enkel gemaakt wordt. De test kan herhaald worden met de voet in lichte exo- of endorotatie ten opzichte van de tibia. De onderzoeker kan een rotatoire beweging toevoegen op het punt van maximale plantairflexie, waarbij de processus posterior tali of het os trigonum tussen de tibia en de calcaneus gecomprimeerd wordt. De auteurs geven aan dat een negatieve test PEIS uitsluit (specificiteit). Een positieve test, in combinatie met pijn bij posterolaterale palpatie zou reden zijn voor aanvullend onderzoek.2 beschrijft de ‘posterieur impingementtest’.48 De forced plantair flexion test is een veelgebruikte klinisch diagnostische test om PEIS vast te stellen, maar de validiteit van deze test ontbreekt Ook Kerkhoffs Opvallend is dat de test in de praktijk veel wordt gebruikt, maar dat deze niet is onderzocht op validiteit. Conclusie De geïncludeerde studies in deze review hadden een lage level of evidence en leverden beperkte informatie op over de patiëntkenmerken bij PEIS. De PEIS patiënt presenteert zich klinisch veelal met pijn aan de posterieure zijde van de enkel, pijn bij plantairflexie en palpatiepijn aan de achterzijde van de enkel. De forced plantair flexion test is een veelgebruikte klinisch diagnostische test om PEIS vast te stellen, maar de validiteit van deze test ontbreekt. Literatuurlijst 1. Peace KA, Hillier JC, Hulme A, et al. MRI features of posterior ankle impingement syndrome in ballet dancers: A review of 25 cases. Clin Radiol 2004; 59:1025-1033 2. Dijk, N van, Anterior and posterior ankle impingement. Foot Ankle Clin 2006;11:663-683 nummer 2 | juli 2015 | Sport & Geneeskunde 15 Pagina 14

Pagina 16

Scoor meer met een webshop in uw verenigingsbladen. Velen gingen u voor en publiceerden reisgidsen online.

Sport & Geneeskunde nummer 2 | juli 2015 Lees publicatie 49Home


You need flash player to view this online publication