van een blessure niets weten. Hoe ver ga je in het bespreekbaar maken van je gedachtegang. Wat kun je winnen en verliezen? Casus 2: Een fanatieke sportouder Een 11-jarige talentvolle turnster komt, met haar moeder, voor een periodiek preventief sportmedisch onderzoek. Zij zit in de selectie en traint 4 tot 5 keer per week. Tijdens de introductie en bij het afnemen van de anamnese geeft de moeder antwoorden op de vragen. De sportster zit er een beetje bedremmeld bij. De moeder, zelf ex-turnster, die door een blessure nooit de top heeft kunnen halen, vertelt dat in het gezin alles in het teken staat van haar sportbeoefening. Op de vraag hoe het op school gaat, geeft de moeder weer het antwoord. Je krijgt het idee dat de moeder het leuker vindt dan het kind. Vind je het een passende verantwoordelijkheid om dit bespreekbaar te maken? En op welke wijze ga je dat doen? Twee presentaties Karin de Bruin, als sportpsycholoog onder meer voor NOC*NSF werkzaam, gaf een beknopt overzicht van de werkwijze van de sportpsycholoog bij prestatieverbetering. Het dieet en het nastreven van een optimaal gewicht kunnen soms leiden tot verstoring van het normale eetpatroon. Eetproblemen blijven vaak verborgen, want in veel gevallen is er (nog) geen sprake van ondergewicht. Artsen vinden het lastig om het bespreekbaar te maken en vinden het ook lastig om het zo te bespreken dat de sporter eerlijk is en open gaat staan voor hulp. Motivatie van de sporters is een voorwaarde om te kunnen gaan veranderen. Motivational interviewing is een effectieve wijze om het probleem te bespreken. NOC*NSF heeft richtlijnen voor het herkennen en het aankaarten van eetstoornissen. Daarna presenteerde Edith Rozendaal, eveneens sportpsycholoog en auteur van boeken over mentale training in de sport, enkele voorbeelden van gesprekken met talentvolle jeugdsporters en hun ouders. De hoofdlijn is dat je een veilig gespreksklimaat moet creëren: open vragen stellen en een (ver)oordelende houding vermijden. De gezondheid en het welzijn van het kind vormen vaak een goed uitgangspunt voor het gesprek met de ouders. Belangrijk is om te achterhalen wat de motivatie van de jeugdsporter is. Daartoe is het meestal nodig om één op één-gesprekken te hebben met het kind. Uiteindelijk moet de eventuele hulpvraag van het kind duidelijk worden. Goede gespreksvragen zijn bijvoorbeeld: Wat wil je bereiken? Wat is je droom? Waarvoor of waardoor wil je dat zo graag? Zij gaf hiermee inzicht in de manier waarop zij probeert te toetsen of een kind intrinsiek gemotiveerd is om intensief te sporten of zich gepusht voelt door zijn of haar ouders. nummer 2 | juli 2015 | Sport & Geneeskunde 31 Pagina 30

Pagina 32

Scoor meer met een webshop in uw publicaties. Velen gingen u voor en publiceerden onderwijsmagazines online.

Sport & Geneeskunde nummer 2 | juli 2015 Lees publicatie 49Home


You need flash player to view this online publication