COLUMN 41 TENNISVUISTJE is niet automatisch tijdverspilling” “Op de bank liggen Bankliggen heeft geen goede reputatie en dat terwijl op de bank liggen niet altijd minder of meer ‘niksen’ is dan een gemiddelde werkdag op de ZuidAs. Mijn vriend werkte een tijdje op het hoofdkantoor van een bank. Op zijn afdeling werkte een man van wie hij zich na een jaar afvroeg wat hij eigenlijk precies deed. Navraag bij bevriende collega’s gaf geen duidelijkheid. Op een dag ging deze man vijf weken reizen. En tijdens die vijf weken was er niemand die deze man miste. Alles ging precies zo verder als daarvoor. Nooit zei iemand: ‘shit, dat doet Pietje normaal maar die is met vakantie’. Het vermoeden werd sterker dat hij alle dagen achter zijn computer zat en de schijn ophield dat hij werkte. In Frankrijk heeft iemand hierover een boek geschreven. Die man nam een baan aan bij de overheid om vervolgens een jaar lang niets te doen. Niemand had het door. Hij was een gewaardeerde collega. Maar zijn niksen had in zijn geval dus een doel. Hij wilde iets aantonen. Het was dus eigenlijk niet echt niksen. Maar wat ik hiermee wil zeggen: op de bank liggen is niet automatisch tijdverspilling. Voor mensen die graag niksen maar zich er een beetje voor schamen is er gelukkig de televisie. Vroeger, voordat de televisie bestond, lag je dus op de bank of op bed te niksen en had iedereen het door. Je kon een boek voor je hoofd houden maar dat kost toch nog enige inspanning. Dat boek moet omhoog gehouden worden en je moet af en toe een bladzijde omslaan voor de geloofwaardigheid. Met een televisie hoef je niks te doen, behalve ervoor zorgen dat je met je hoofd richting die televisie ligt. Als mensen dan vragen: ‘wat ben je aan het doen’, dan kun je zuchten, want zuchten doet het goed in elk toneelspel, en naar de televisie wijzen. Het grote gevaar is wel dat je dus lekker ligt te niksen maar dat je opeens toch gepakt wordt door iets op de televisie en het niksen overgaat in inspanning. Dat is mij jaren geleden overkomen. Ik lag lekker op de bank en opeens hoorde ik mezelf juichen. Met zo’n vuistje, weet je wel. Zo’n tennisvuistje. Zat ik middenin een herentennispot en was ik zonder dat ik het bewust doorhad, gegrepen door de wedstrijd en had ik ook nog een favoriet gekozen. Gegrepen klinkt eigenlijk wat aanstellerig want het is veel simpeler: je kijkt een tenniswedstrijd, op welk niveau dan ook, je leeft mee en je moet de pot afkijken. Tennis kijken kan heel veel tijd kosten. Je weet nooit hoe lang een wedstrijd duurt. Bij een voetbalwedstrijd kun je nog zeggen: ‘Ik zie je na de wedstrijd dan en dan, daar en daar’. Maar tenniswedstrijden kunnen eindeloos duren. En dat zijn natuurlijk ook de leukste wedstrijden. Iedereen weet dat niet naar een wedstrijd kijken best lukt, je zet de tv gewoon niet aan of zapt niet naar het kanaal met de wedstrijd, maar naar een tenniswedstrijd kijken en het dan niet afkijken is bijna onmogelijk. En soms, als je dan zo’n wedstrijd kijkt, wil je ook weten hoe het verder gaat met die en die speler die had gewonnen. En dan ga je de wedstrijd daarna ook weer kijken. En als hij of zij verder komt die wedstrijd daarna ook weer. En zo word je zo’n toernooi ingezogen, zonder dat het je bedoeling was en kost het je tijd, vriendschappen en zonuren. Het is daarom denk ik niet alleen voor de tennissers dat er weken tussen de Grand Slams zitten. De kijkers thuis moeten tussentijds ook echt bijkomen. Janneke van der Horst Columniste van Het Parool Pagina 40

Pagina 42

Scoor meer met een online shop in uw catalogi. Velen gingen u voor en publiceerden maandbladen online.

CENTER COURT | nummer 3 2015 Lees publicatie 51Home


You need flash player to view this online publication