CENTRE COURT 53 “Terwijl het spelen in teamverband juist zorgt voor een sterkere band met de club en het plezier in de sport kan vergroten” Even was de wereld te klein. De KNLTB dacht in 2013 al de verschillende wedstrijdvormen in de competitie aan te moeten passen aan de tijdgeest, via het project ‘tenniscompetitie nieuwe stijl.’ De denktank van de bond kwam met een voorstel voor drie wijzigingen, in te voeren vanaf het voorjaar 2014. In alle dubbelspelen werd gedacht aan het spelen van een beslissend punt op 40-gelijk en aan een beslissende wedstrijdtiebreak (tot de 10 punten, oftewel supertiebreak) in plaats van een derde set. De opstelling in de enkelspelen hoorde voortaan op basis van actuele rating te gebeuren. Maar lang niet iedereen bleek gecharmeerd van de voorstellen. Daarom heeft de KNLTB inmiddels voor een andere aanpak gekozen. Meijer: “Het belangrijkste bij deze processen is het creëren van draagvlak. Als je de term ‘competitie nieuwe stijl’ laat vallen, dan denk je: dat gaat helemaal veranderen. Maar dat is nog steeds de vraag. We hebben marktonderzoek gedaan, en dat doen we nog steeds. Hieruit blijkt dat het vervangen van bestaande competitievormen op korte termijn misschien niet de juiste weg is. Misschien kunnen we beter een nieuwe competitievorm creëren zodat de spelers zelf kunnen bepalen waar hun voorkeur naar uit gaat. Dan laten we de markt beslissen.” De tijd, denkt Meijer, is waarschijnlijk rijp voor nieuwe ideeën. “In de laatste vijf jaar hebben we te maken gehad met een terugloop in ledenaantallen. Gemiddeld was dat 20.000 per jaar en dan praat je dus over een totaal van 100.000. Daar zijn allerlei redenen voor. De economische crisis, de vergrijzing, het feit dat er meer en meer alternatieven bestaan. Er kwam onder andere naar voren dat van de nieuwe leden circa 20 procent afhaakt in het eerste of tweede jaar. Het verschil met een sport als voetbal is dat je daar wel meteen in een groepje terechtkomt en wedstrijden gaat spelen. Bij tennis stroom je niet meteen in bij een competitieteam. Terwijl het spelen in teamverband juist zorgt voor een sterkere band met de club en het plezier in de sport kan vergroten. Ik weet nog heel goed uit eigen ervaring dat ik vroeger al maanden uitkeek naar de start van de competitie in april. Dan belde ik met mijn trainingsmaatjes, we regelden vooraf al een weekeinde met het team of we organiseerden een barbecue.” Met de ledenaantallen daalde ook het contingent competitiespelers, zij het minder sterk. In 2012 zat het nog op 215.000, inmiddels ligt het rond de 200.000. “We hebben onze ambitie nu uitgesproken en die ambitie kun je fors noemen. We willen dat aantal verdubbelen.” AANSLUITEN BIJ BEHOEFTES Voor het realiseren van die ambitie gaat de KNLTB niet over één nacht ijs. In april dit jaar startte de samenwerking met de wetenschappelijke onderzoekers van het Mulier Instituut. “Zij hebben alle data geanalyseerd en gekeken naar alle doelgroepen en vier variabelen: geslacht, leeftijd, speelsterkte en district. We wilden graag de voorkeuren in verschillende leeftijdsfases weten. Als je jong bent, vind je het misschien niet zo erg om bij de gemengde competitie op zondag te spelen en lange dagen te maken. Maar als je wat ouder wordt en een gezin hebt, moet je daar waarschijnlijk niet aan denken. Dan is het beter om te weten hoeveel tijd je aan een competitiewedstrijd kwijt bent. Sinds eind juli beschikken we over de definitieve resultaten.” De grootste winst, blijkt uit de cijfers, valt te halen in de grote groep in categorie 8. “Je hebt 240.000 mensen die geen competitie spelen. Van hen zijn er 190.000 boven de 36 jaar. Het komt mooi uit dat we met zo’n specifieke groep te maken hebben. Daarop kunnen we enkele competitievormen loslaten.” Het verhaal is daarmee voor Meijer nog niet verteld. De genoemde doelgroep heeft een voorkeur voor het spelen op doordeweekse avonden en vaak ook de wens om dit binnen afgebakende leeftijdsgrenzen te doen. Op enkele van die behoeften werd in sommige districten al ingespeeld. “We hebben maar liefst 341 competitievormen op districtsniveau, daar zit gedeeltelijk een overlap in. De organisatie van de competitie is centraal komen te liggen. We zijn ook aan het kijken hoe we het beste kunnen aansluiten bij de regionale behoeftes. Zo ligt de hoogste concentratie van die groep met 8-jes in het midden en westen van het land.” START TO COMPETE De KNLTB heeft al een heel traject achter de rug. Hieronder viel ook een ‘heisessie’, die afgelopen juni plaatsvond, om te brainstormen met een expertgroep van trainers, coaches, spelers, bestuursleden en vertegenwoordigers van de bond. Jasper de Regt behoorde tot deze expertgroep. De 42-jarige tennisser heeft een verleden als A-speler, gaf in zijn studietijd tennisles als bijverdienste en was in de loop der jaren zeer actief in bestuurlijke functies bij Dekker Tennis in Warmond en bij het district Leiden. De Regt: “Bij KNLTB-directeur Erik Poel had ik aangegeven graag mee te willen denken over verbeteringen, in plaats van alleen maar te mopperen. Wat de bond nu doet, is de goede aanpak. Je maakt de leden deelgenoot van de plannen en praat mee in de discussie.’’ Meijer: “De heisessie leverde ons zo’n 30 voorstellen op en daarvan hebben we de beste 6 geselecteerd.” Meijer zegt een tipje van de sluier te kunnen oplichten, in welke richting de discussie zich beweegt. “Het eerste is een competitie voor spelers in categorie 8 en 9. De voorlopige naam is er al: ‘start to compete.’ We willen de mensen meteen aan ons binden, zodat ze niet in het eerste of tweede jaar stoppen. We willen ook tegemoet komen aan de wens dat het niet Pagina 52

Pagina 54

Heeft u een catalogus, uniflip of web rapporten? Gebruik Online Touch: lesmateriaal digitaal zetten.

CENTER COURT | nummer 3 2015 Lees publicatie 51Home


You need flash player to view this online publication