Overzichtsartikel Fietsvermogen in de klim Door: H.H.N. Oonk. M.A.M. Berger Samenvatting In dit artikel wordt het totaal geleverde vermogen besproken dat nodig is om een helling te beklimmen in een bepaalde tijd. De klimtijd is afhankelijk van te overwinnen krachten zoals lucht-, rol- en hellingweerstand. De relatie tussen de weerstandkrachten, klimtijd en het totaal te leveren vermogen wordt besproken. Tot slot worden voor een individuele toerfi etser twee vuistregels besproken, die een voorspelling doen van de klimtijd van een beroemde Alpencol op basis van een bekende maximaaltest of een eerder gereden tijd op een bekende col. Vuistregel 1 is het aantal hoogtemeters dat een fi etser in een uur kan klimmen en vuistregel 2 (de BergIndex) is de som van de actuele snelheid en het percentage van de helling. Summary This article describes the power output needed to climb a mountain in a certain time. The climbing time depends on the forces to overcome air resistance and slope and rolling resistance. The relationship between the resistance forces, climbing time and total power output is discussed. Finally two rules for predicting climbing time for an individual touring cyclist are introduced based on a known maximal VO2 test or an earlier climbing time at a well known mountain. Rule of thumb 1 is the number of altimeters that a cyclist can climb in one hour and rule of thumb 2 (the Mount Index) is the sum of the current speed and the percentage of the slope. Trefwoorden: vermogen, fi etsen, cols, weerstandskrachten Key words: performance, cycling, mountains, resistance forces Fietsen in de bergen en vooral de Franse Alpen geniet een toenemende populariteit, vooral ook omdat fi etsen voor goede doelen inmiddels duizenden deelnemers kent. Fietsen op de vlakke weg is vooral vechten tegen de lucht. Wanneer de weg omhoog begint te lopen wordt de energie die nodig is om naar boven te fi etsen steeds groter naarmate de helling stijgt. De snelheid neemt dan af, zo ook de luchtweerstand. Bij fi etsen tegen een helling is het percentage vermogen dat geleverd moet worden voor het overwinnen van de luchtweerstand veel kleiner dan op het vlakke. De relaties tussen de grootheden die de uiteindelijke tijd van een beklimming bepalen, zullen in dit artikel worden beschreven. Er zal inzicht worden gegeven in de relaties tussen helling, luchtweerstand, rolweerstand en fi etsvermogen. 32 Sport & Geneeskunde | augustus 2012 | nummer 3 Verder worden in dit artikel twee individueel toe te passen vuistregels geïntroduceerd waarmee de klimsnelheid of de klimtijd op een vooraanstaande bergreus kan worden voorspeld, indien reeds een andere soortgelijke beklimming is gefi etst. De eerste vuistregel is gebaseerd op een berekening van het aantal hoogtemeters per uur dat een renner kan fi etsen. De tweede vuistregel (de BergIndex) is gebaseerd op het stijgingspercentage van de helling en de daarmee in relatie staande snelheid van de individuele fi etser. De vuistregels en de relatie tussen snelheid en vermogen zullen worden getoetst aan de prestaties van legendarische renners als Marco Pantani en Lance Armstrong op beroemde hellingen als Alpe d’Huez en de Mont Ventoux. Tenslotte zal er in dit artikel aangegeven worden hoe op basis van maximaaltesten, waarbij maximaal aeroob vermogen gemeten wordt in een laboratoriumopstelling, een schatting kan worden gemaakt van tijden op berghellingen. Relatie helling, luchtweerstand, rolweerstand en vermogen Alle uitwendige krachten op de renner met fi ets, staan weergegeven in fi guur 1. Op de vlakke weg is fi etsen vooral vechten tegen de lucht. De luchtweerstand is veel groter dan de rolweerstand plus de weerstand in de bewegende delen van de fi ets.1 Bij windstil en een snelheid van 44 km/h en een uitwendig gemeten vermogen van 400 Watt (zeer goed getrainde sporter), gaat ca. 88% van het totaal geleverde vermogen verloren in de verplaatsing van de lucht Pagina 31

Pagina 33

Voor archief, online catalogi en mailings zie het Online Touch content management system systeem. Met de mogelijkheid voor een webshop in uw boeken.

Sport & Geneeskunde nummer 3 | Augustus 2012 Lees publicatie 15Home


You need flash player to view this online publication