MONITOR SAMEN VOOR SPORTIVITEIT EN RESPECT 2009-2012 51 de (her)indelingen van teams naar leeftijd, speelsterkte, sekse en gewichtsklassen; 3. gedrag rondom de wedstrijd dat een directe invloed heeft op de wedstrijd. Bijvoorbeeld van mensen die niet aan de wedstrijd deelnemen, zoals ouders en ander publiek, voorafgaand aan of tijdens de wedstrijd; 4. gedrag buiten de sportactiviteit zelf zonder directe invloed op die activiteit. Dit betreft de ruimere omgang met mensen en voorzieningen, binnen de sportvereniging of het sportcentrum, die medebepalend is voor de cultuur en de sfeer binnen de club. Het gaat niet alleen om een breed beleidsthema, maar ook om een zeer omvangrijke en geschakeerde doelpopulatie. De SSR-bonden alleen al hebben 6.400 clubs en bijna 2 miljoen leden. Die bonden hebben feitelijk meer te maken met onwenselijk gedrag in hun verenigingen in vergelijking met verenigingen in het algemeen (panelverenigingen). Dat juist deze bonden en clubs deelnemen aan het programma SSR, is dan ook een passende focus. Ook binnen het vervolgprogramma VSK kan een dergelijke focus vruchtbaar zijn. De betrokken sportbonden hebben concrete actieplannen ontwikkeld, maar de sporters die hun gedrag moeten veranderen worden vrijwel uitsluitend getrapt bereikt via verschillende tussenschakels: districten, verenigingen, bestuurders, trainers, arbiters en andere kaderleden. De eff ectieve kracht van deze keten wordt bepaald door de sterkte van de schakels. Sporters zijn geen homogene doelgroep. Binnen voetbal bijvoorbeeld is een grote diversiteit van beoefenaren, leeftijden, nationaliteiten, culturen, gezindten. Een eff ectieve aanpak houdt hier rekening mee. Met regelovertredingen zou dan bij kinderen anders kunnen worden omgegaan dan bij (jong)volwassenen. De sporters zijn verder niet de enige doelgroep. Voor het sportgedrag volgens de regels op het veld kunnen de spelers zelf en daarnaast arbiters wel primair verantwoordelijk worden gehouden, maar bij het voorkomen van ongewenst gedrag als geheel (waaronder diefstal, vandalisme, alcoholmisbruik) spelen andere personen en instanties evenzeer een rol. Wanneer we het hebben over de beeldvorming bij de Nederlandse bevolking over ongewenst gedrag bij sport hebben we bovendien met partijen te maken, zoals de media, die Pagina 50

Pagina 52

Scoor meer met een webshop in uw folders. Velen gingen u voor en publiceerden handleidingen online.

E-zine Je gaat het pas zien als je het door hebt Lees publicatie 17Home


You need flash player to view this online publication