Bespreking Een stressfractuur van het os naviculare werd voor het eerst beschreven door Towne1 in 1970. Het werd aanvankelijk beschouwd als een zeldzame fractuur, verantwoordelijk voor 0,7% tot 2,4%2 van de stressfracturen. Sindsdien is de aandacht voor deze fractuur gegroeid en uit recente onderzoeken blijkt dat van alle stressfracturen tot 25%3 stressfracturen van het os naviculare zijn. Karakteristiek wordt een stressfractuur van het os naviculare vooral gezien bij sporters die veel springende of explosieve bewegingen maken, zoals bij voetballers, basketballers, sprinters en hoogspringers. Zeldzamer wordt het gezien bij duursporters zoals bij langeafstandlopers. Deze stressfracturen blijven moeilijk te diagnosticeren vanwege de vaak vage klinische presentatie en slechte correlatie tussen radiologische en klinische bevindingen. Etiologie Zowel de mechanica van de tarsale gewrichten als de beperkte vascularisatie van het os naviculare dragen bij aan de karakteristieke locatie van de stressfractuur. Gedurende de landingsfase wordt het os naviculare samengedrukt tussen de talus en de ossa cuneiformia, de druk hierbij is met name gericht op het centrale 1/3 gedeelte van het bot.4 De bloedtoevoer van het os naviculare komt dorsaal van een aftakking van de arterie dorsalis pedis, plantair van een aftakking van de arterie plantaris medialis en mediaal van een anastomose van de arterie dorsalis pedis en de arterie plantaris medialis.5 Dit vasculaire patroon zorgt ervoor dat het centrale gedeelte van het bot een verminderde vascularisatie heeft vergeleken met het mediale en laterale gedeelte.5 Vanwege de concentratie van druk tijdens de landingsfase en de vascularisatie van het centrale 1/3 gedeelte van het os naviculare is dit gedeelte het meest kwetsbaar voor stressfracturen.4 Een stressfractuur kan ontstaan als gevolg van repeterende submaximale krachten meestal tijdens een periode van een te snelle opbouw naar verhoogde belasting. Daarnaast kan in een periode van verlaagde belastbaarheid sprake zijn van vermoeidheid van de spieren, wat eveneens leidt tot verhoogde stress op het bot. Deze verhoogde stress resulteert in microschade van het bot.19 Als reactie op deze microschade worden osteoclasten (botresorptie) geactiveerd, dit wordt gevolgd door de activatie van osteoblasten (botaanmaak) om het remodelleringsproces van bot te voltooien.19 In het geval van een stressfractuur is er een disbalans tussen deze activiteit van osteoclasten en osteoblasten, ten nadele van de osteoblasten, wat leidt tot het ontstaan van een stressfractuur.19 Figuur 2. CT beelden (coronaal) tonen een fractuurlijn door het os naviculare. Figuur 1. MRI van de enkel toont versmalling en een verhoogde signaalintensiteit van het os naviculare. Figuur 3. CT beelden (coronaal) tonen consolidatie van de fractuur na gipsbehandeling. nummer 5 | december 2012 | Sport & Geneeskunde 31 Pagina 30
Pagina 32Voor magazines, online vaktijdschriften en boeken zie het Online Touch content management beheersysteem systeem. Met de mogelijkheid voor een online winkel in uw presentaties.
Sport & Geneeskunde nummer 5 | December 2012 Lees publicatie 18Home