Wetenschappelijk onderzoek Tabel 1: gegevens over de spelers verdeeld volgens de graad van LRP. Graad 0 had nooit LRP, graad 1 miste reeds oefensessies door de LRP en graad 2 miste een of meer competities omwille van LRP in de voorbije 6 maanden. PSA = primary spinal angle. Graad 0 1 2 1+2 aantal spelers 27 15 13 28 leeftijd 21 23 23 23 gestalte (cm) 178 181 180 181 training /week (u) 12 13 12 12 handicap 1 2 0 1 PSA (°) 41,6 44,9 46,2 45,5 kend: graad 0 had nooit LRP, graad 1 miste reeds oefensessies door de LRP en graad 2 miste een of meer competities omwille van LRP in de voorbije zes maanden. De resultaten werden geanalyseerd (statistische programma SAS) door middel van een T-test (normale verdeling van de gegevens) en een ROC-curve. Resultaten De gemiddelde leeftijd van de deelnemers was 22 jaar (1643), de gemiddelde lengte was 180 cm (171-192) en het gemiddelde gewicht was 73 kg (63-102). Spelers hadden een handicap tussen +3 en 5. De PSA in de startpositie lag tussen 33° en 52°. Spelers met LRP (graad 1 of 2) toonden volgens de T-test een statistisch signifi cant (p-waarde=0,017) grotere gemiddelde PSA (45,5°) dan spelers zonder LRP (41,6°) (tabel 1). Om de juiste grenswaarde te vinden waar de kans op lage rugpijn signifi cant toeneemt werd gebruik gemaakt van een “receiver operating characteristic” (ROC) analyse. 44° werd als beste grenswaarde weerhouden met een sensitiviteit van 71%, een specifi citeit van 74% en een “odds ratio” (OR 95%) van 6,4. (fi guur 2) 69% van de golfers met een PSA <44° hadden nooit LRP, terwijl slechts 26% van de golfers met een PSA >44° geen klachten had. Bovendien had slechts één speler met een PSA <44° graad 2 LRP, in vergelijking met bijna 50% van de spelers met een PSA >44° (tabel 2). Discussie In de lijn van voorgaande studies8,11,12 , wordt er ook in deze studie een verschil in gemiddelde PSA gevonden, namelijk 45° voor spelers met LRP tegenover 41° voor spelers zonder LRP. Bovendien toont deze studie een hoek (44°) waarbij het voorkomen van lage rugpijn duidelijk toeneemt. Voorwaartse buiging van de wervelzuil veroorzaakt verhoogde trekkrachten op de posterolaterale vezels van de annulus fi brosus van de tussenwervelschijf. Deze vezels 8 Sport & Geneeskunde | maart 2013 | nummer 1 Tabel 2: de procentuele verdeling van spelers in de verschillende categorieën. Graad 0 had nooit LRP, graad 1 miste reeds oefensessies door de LRP en graad 2 miste een of meer competities omwille van LRP in de voorbije 6 maanden. PSA = primary spinal angle. Graad 0 PSA <44° 69 PSA >44° 26 1 27 26 2 4 48 1+2 31 74 Figuur 2: ROC curve toont de relatie tussen sensitiviteit en specifi citeit. Aangezien 44° het verst van de nullijn verwijderd ligt geeft deze waarde de beste verhouding tussen specifi citeit en sensitiviteit. kunnen relatief grote druk- en trekkrachten opvangen, maar zijn uiterst gevoelig aan rotatiebewegingen, voornamelijk in snelle, korte bewegingen.10 Aangezien de golfswing een beweging is die juist een korte, snelle rotatie vanuit een voorovergebogen positie vereist, is de kans op tussenwervelschijfpathologie zeer groot.10 Pagina 7
Pagina 9Voor clubbladen, online jaarverslagen en presentaties zie het Online Touch online publisher CMS systeem. Met de mogelijkheid voor een web winkel in uw weekbladen.
Sport & Geneeskunde nummer 1 | Maart 2013 Lees publicatie 19Home