is. De interbeoordelaarsbetrouwbaarheid van de FMS is slechts eenmaal onderzocht en voldoende bevonden.3 In deze studie beoordeelden vier geoefende beoordelaars 39 video-opnamen van gezonde deelnemers. Studies naar de predictieve validiteit tonen tegenstrijdige resultaten. Bij 23 beginnende brandweermannen werd de FMS gemeten bij aanvang van de 16 weken durende opleiding.4 Tussen FMS scores en zelfgerapporteerde werkgerelateerde klachten gedurende de opleiding werd geen relatie gevonden.4 Ook bij beginnende American footballspelers werd tussen de scores van vier (van de zeven) FMS testen, afgenomen bij aanvang van het wedstrijdseizoen, en blessures tijdens het seizoen geen relatie gevonden.5 5. Hamstringflexibileit: De deelnemer ligt in ruglig op de grond en brengt één been met de knie in extensie en de voet in dorsaalflexie zo ver mogelijk omhoog. 6. Opdrukken: De deelnemer ligt op de buik op de grond met de handen net boven het hoofd en de knieën in extensie. De deelnemer drukt zichzelf in een vloeiende beweging omhoog. 7. Rompstabiliteit: De deelnemer steunt op de knie en hand van dezelfde zijde van het lichaam, met de hoeken van de heup, knie en schouder in 90 graden. De andere arm en been worden gestrekt, dan naar elkaar toe bewogen (knie en elleboog raken elkaar) en dan weer gestrekt. Kiesel daarentegen vond een significante odds ratio van 11,67 (95% BI 2,47-54,52) voor professionele American footballspelers met een lage FMS score (≤14) ten opzichte van de andere spelers om tijdens het wedstrijdseizoen een serieuze blessure (meer dan 3 weken geen deelname aan training en wedstrijden) te krijgen.6 Ook Chorba et al. vonden dat sportende studentes met een score van ≤14 3,85 keer (95% BI 0,98-15,13) zo vaak blessures kregen tijdens het wedstrijdseizoen dan sportende studentes met een score van 15 of hoger.7 Op dit moment is de wetenschappelijke onderbouwing te beperkt om de FMS betrouwbaar en valide te noemen, daarom wordt in deze studie de interbeoordelaarsbetrouwbaarheid en test-hertestbetrouwbaarheid onderzocht en wordt gekeken naar de predictieve validiteit van de FMS bij rekruten van School Mobiel van de Koninklijke Landmacht. Methoden Functional Movement Screen De FMS bestaat uit zeven tests. 1. Kniebuiging: De deelnemer brengt een stok die iets breder is vastgepakt dan schouderbreedte met gestrekte armen boven het hoofd en buigt zover mogelijk door de knieën waarbij de hakken op de grond blijven. 2. Hordepas: De deelnemer stapt met één been over een horde ter hoogte van zijn/haar tuberositas tibia, met een stok horizontaal op de schouders rustend. 3. Uitvalspas: Een stok wordt verticaal op de rug vastgehouden en raakt de bil en achterzijde van het hoofd. De voeten staan met een grote stap ertussen achterelkaar in dezelfde lijn. De deelnemer zakt met de achterste knie naar de grond. 4. Schoudermobiliteit: De deelnemer maakt twee vuisten en brengt in een vloeiende beweging de ene hand langs het hoofd en de andere hand onder het schouderblad door op de rug. De beste van drie uitvoeringen op een test krijgt een score: deze scores per test worden opgeteld tot een FMS totaalscore. Hordepas, uitvalspas, schoudermobiliteit, hamstringflexibiliteit en rompstabiliteit worden tweezijdig gescoord, de laagste score telt voor de totaalscore. Beoordelaars rapporteren een 3 voor een uitvoering conform de FMS handleiding, een 2 voor een uitvoering met compensatie, een 1 wanneer de test niet kan worden uitgevoerd en een 0 wanneer tijdens de uitvoering van de test pijn wordt aangegeven. De beoordelaars scoorden met behulp van een door de onderzoekers in het Nederlands vertaald scoreformulier en scoringscriteria. Tijdens de metingen droegen de deelnemers hun eigen sportschoenen, T-shirt en korte broek. Er werd geen warming-up uitgevoerd. Het officiële FMS materiaal, dat bestaat uit twee stokken, een plank en een elastiek, werd gebruikt. Interbeoordelaarsbetrouwbaarheidsstudie Bij acht gezonde, actieve personen (7 mannen, 1 vrouw, gemiddelde leeftijd 38,7 jaar, SD 9,6) is de FMS driemaal afgenomen. Tijdens elke van deze metingen werden de instructies gegeven door een student bewegingswetenschappen en zijn de bewegingen direct beoordeeld door deze student, een fysiotherapeut en een sportinstructeur. Deze beoordelaars hadden de FMS handleiding gelezen, instructievideo’s bekeken, training gekregen van een fysieke trainer met ervaring in het afnemen van de FMS, en samen geoefend. Tijdens de metingen hadden de beoordelaars geen informatie over de andere beoordelingen. Het percentage van overeenkomst (PvO) en Cohen’s Kappa (K) werden berekend (met Microsoft Excel versie 12.1.0) voor elk mogelijk paar van beoordelaars. De resultaten werden als volgt geïnterpreteerd8 : PvO <70% en K <0,40 zwakke overeenkomst, PvO 70 – 79% en K 0,40 – 0,59 matige overnummer 2 | mei 2013 | Sport & Geneeskunde 37 Pagina 36
Pagina 38Voor clubmagazines, online uitgaves en weekbladen zie het Online Touch CMS beheersysteem systeem. Met de mogelijkheid voor een webwinkel in uw archief.
Sport & Geneeskunde nummer 2 | Mei 2013 Lees publicatie 21Home