BJSM Abnormal electrocardiographic findings in athletes: recognising changes suggestive of cardiomyopathy Jonathan A Drezner,1 Ackerman,9,10 Marek,17 Euan Ashley,2 Jeff Anderson,11 Stephen Paul,18 Aaron L Baggish,3 Chad A Asplund,12 Jordan M Prutkin,6 Mats Börjesson,4 Bryan C Cannon,13 Jack C Salerno,19 Domenico Corrado,5 John DiFiori,14 Christian M Schmied,20 David S Owens,6 Peter Fischbach,15 Sanjay Sharma,21 Akash Patel,7 Victor Froelicher,2 Ricardo Stein,22 Antonio Pelliccia,8 Kimberly G Harmon,1 Mathew Wilson23 Victoria L Vetter,7 Hein Heidbuchel,16 Michael J Joseph Introductie Na publicatie (met toestemming) van de eerste twee delen van de “ECG bundel”, overgenomen uit BJSM 2013 in Sport & Geneeskunde, volgt in deze en volgende editie deel 3.1-3 In dit deel wordt het ECG bij sporters met een cardiomyopathie onder de loep genomen. Cardiomyopathie (CMP) is een spierziekte met een hoog risico op plotse dood bij jonge sporters.4,5 In Amerika is hypertrofische CMP de belangrijkste doodsoorzaak onder jonge sporters. CMP is een erfelijke aandoening waarvoor al diverse genen zijn geidentificeerd. CMP is onder te verdelen in hypertrofische CMP (HCM), arrhythmogene rechter kamer CMP (ARVC), gedilateerde CMP (DCM), en de ongedefinieerde CMP. Onder de laatste vorm valt non-compaction CMP (NC-CMP). Het ECG wordt bij preventieve screening gebruikt om sporters met CMP te identificeren. Wanneer het ECG suggestief is voor CMP dient nadere cardiologische evaluatie plaats te vinden met ondermeer echocardiografie en MRI. Wanneer het ECG en beeldvorming CMP aantonen is genetisch onderzoek het sluitstuk voor de diagnose. In deel 3 kunt u lezen dat differentiatie tussen fysiologie en pathologie op het ECG bij een sporter soms zeer moeilijk kan zijn, vooral omdat het ECG van een sporter bedrieglijk veel kan lijken op dat van iemand met CMP.3 Wederom bijzonder veel lees- en leerplezier met dit deel, dat zal bijdragen tot uw meer gerichte vraagstelling bij verwijzing of overleg met de sportcardioloog. Nicole M Panhuyzen-Goedkoop In verband met de lengte wordt dit deel in twee helften gepubliceerd, in dit nummer deel 3a en in het volgende nummer deel 3b. Referenties 1 Drezner JA, Ackerman MJ, Anderson J, Ashley E, Asplund CA, Baggish AL, et al. Electrocardiographic interpretation in athletes: the ‘Seattle criteria’. Br J Sports Med 2013;47:122-4 2 Drezner JA, Fishbach P, Froelicher V, Marek J, Pelliccia A, Prutkin JM, et al. Normal electrocardiographic findings: recognising physiologic adaptations in athletes. Br J Sports Med 2013;47:125-36 3 Drezner JA, Ashley E, Baggish AL, Borjesson M, Corrado D, Owens DS, et al. Abnormal electrocardiographic findings in athletes: recognising changies suggestive of cardiomyopathy. Br J Sports Med 2013;47:137-52 4 Maron BJ, Doerer JJ, Haas TS, Tierney DM, Mueller FO. Sudden death in young competitive athletes: analysis of 1866 death in the United States, 1980-2006. Circulation 2009;119:1085-92 5 Harmon KG, Asif IM, Klossner D, Drezner JA. Incidence of Sudden Cardiac Death in National Collegiate Athletic Association Athletes. Circulation 2011;123:1594-1600 26 Sport & Geneeskunde | juli 2013 | nummer 3 Pagina 25
Pagina 27Interactieve ewhitepaper, deze relatiemagazine of onderwijscatalogus is levensecht online geplaatst met Online Touch en bied het online bladerbaar maken van web lesboeken.
Sport & Geneeskunde nummer 3 | Juli 2013 Lees publicatie 24Home