gerapporteerde kwaliteit van leven.14,15 De richtlijn concludeert uit deze artikelen dat er geen algemene medische redenen zijn om terughoudend te zijn met fysieke inspanning tijdens de behandeling voor kanker. Het is echter nog onduidelijk welk type training, welke trainingsintensiteit en welke trainingsfrequentie het meest geschikt is om bovenstaande doelen te bereiken. Als gevolg daarvan zijn er nu nog geen concrete aanbevelingen te doen over de invulling van een trainingsprogramma voor individuele patiënten tijdens curatieve behandeling. Revalidatie na curatieve behandeling Fysieke training na behandeling van kanker is gericht op het verbeteren van de fysieke conditie en het activiteitenniveau, het optimaliseren van de lichaamssamenstelling, het verminderen van vermoeidheidsklachten en het stimuleren van een geleidelijke opbouw naar werkhervatting en sociale activiteiten. De richtlijn trekt hierbij een parallel naar de doelen zoals opgesteld in de Nederlandse Richtlijn Hartrevalidatie12 en baseert zich daarnaast op beschikbare wetenschappelijke literatuur en de ervaring en expertise van de richtlijnwerkgroep. In tegenstelling tot het gebrek aan onderzoek naar training tijdens de behandeling van kanker is er meer literatuur voorhanden over de effecten van trainen na curatieve behandeling. Uit verschillende studies blijkt dat een combinatie van aërobe(interval)training en krachttraining leidt tot een toename van zowel uithoudingsvermogen als spierkracht.16-19 Beide typen training geven daarnaast een verbetering van kankergerelateerde vermoeidheid en rolfunctioneren.18,20 Het is echter nog niet bekend welke intensiteit, duur en frequentie van training tot de grootste verbeteringen in spierkracht en uithoudingsvermogen leidt. De richtlijn adviseert om ten minste matig intensieve aërobe en anaërobe training aan te bieden, en daarnaast rekening te houden met de specifieke kenmerken en wensen van de patiënt. Er zijn echter aanwijzingen dat patiënten mogelijk meer baat hebben bij een intensievere trainingsintensiteit. Onderzoek van Kenfield et al.21 laat zien dat patiënten met prostaatkanker die regelmatig hoogintensieve inspanning verrichten gemiddeld langer leven dan patiënten die alleen laagintensieve inspanning verrichten. Daarnaast laat De Backer et al.16 zien dat 12 weken hoogintensieve kracht- en intervaltraining na behandeling van verschillende typen kanker met chemotherapie leidt tot een toename in spierkracht, maximale zuurstofopname en zuurstofopname bij de anaërobe drempel. Daarnaast rapporteren patiënten een vermindering van vermoeidheidsklachten en een verbetering in kwaliteit van leven. Bovendien werd het hoogintensieve trainingsprogramma goed verdragen door de patiënten, waardoor er geen reden voor terughoudendheid met deze trainingsintensiteit bestaat. Vervolgonderzoek van dezelfde auteurs22 toont aan dat de verbetering in spierkracht, cardiopulmonale functie en kwaliteit van leven een jaar na afloop van het trainingsprogramma nog op hetzelfde niveau was. Ten tijde van de totstandkoming van de richtlijn was er geen studie beschikbaar die het effect van oncologische revalidatie op werkhervatting in kaart bracht. Na 18 maanden follow-up van curatief behandelde patiënten in Nederland bleek slechts 64% van deze patiënten volledig of gedeeltelijk het werk hervat te hebben, waarbij vooral vermoeidheid de terugkeer naar het arbeidsproces belemmerde.23,24 internationale studies.25 Deze getallen zijn in lijn met Vervolg onderzoek in het cohort van De Backer26 De richtlijn concludeert dat er geen algemene medische redenen zijn om terughoudend te zijn met fysieke inspanning tijdens de behandeling voor kanker laat zien dat patiënten die na de behandeling van kanker een fysiek trainingsprogramma volgen een jaar na de training significant minder werkuren inleveren in vergelijking met een groep die geen fysiek revalidatietraject doorloopt (-5.0 uur per week versus -10.8 uur per week, met een return percentage van 78% en 66 % respectievelijk). Het positieve effect van kracht- en intervaltraining op spierkracht, cardiopulmonale functie, vermoeidheidsklachten, kwaliteit van leven en werkhervatting benadrukt het belang van inbedding van deze vorm van training in de standaardzorg van patiënten met kanker. Revalidatie in de palliatieve fase De palliatieve fase omvat de ziektegerichte en de symptoomgerichte palliatie. In deze periode is het doel om vitaliteit te behouden door de symptomen van ziekte te voorkomen of te behandelen en de kwaliteit van leven te optimaliseren. Helaas zijn er weinig onderzoeken naar het effect van fysieke training in de palliatieve fase, en zijn de meeste studies van slechte kwaliteit.20,27-29 Twee studies die wel de moeite waard zijn om te vermelden laten tegenstrijdige resultaten zien. In de studie van Brown et al.30 wordt geen verschil in kankergerelateerde vermoeidheid gevonden tussen een multidisciplinaire interventie, waaronder fysieke activiteit, en een controlegroep. Een pilot fase II onderzoek van Oldervoll et al.31 laat wel nummer 4 | september 2013 | Sport & Geneeskunde 9 Pagina 8
Pagina 10Heeft u een reisgids, digibrochure of digi onderzoeksrapporten? Gebruik Online Touch: vakblad bladerbaar maken.
Sport & Geneeskunde nummer 4 | September 2013 Lees publicatie 25Home