jonge sportartsen in deze groep. De overige 50% dacht dat de onderzoeken onder supervisie van een sportarts zullen worden uitgevoerd, of spraken over een getrapte supervisie: makkelijke testen onder supervisie, moeilijke vraagstellingen zelf uitvoeren. De kracht van de sportarts is de helikopterview, waarbij er ongeveer 50% op het niveau van een generalist wordt gewerkt en 50% op het niveau van een specialist. Er zal meer wetenschappelijke onderbouwing moeten komen voor de doelmatigheid van een sportmedisch onderzoek, zowel in het kader van een preventief onderzoek als van een inspanningsconsult (belasting-/belastbaarheidsonderzoek). Elektronisch patiëntendossier (EPD) Stelling: In 2025 is de patiënt verantwoordelijk voor zijn eigen EPD en maakt zijn eigen keuzes in het zorgpad. Sessieleider: Marion Frissen Sportzorg.nl wordt gezien als een van de beste voorbeelden op het terrein van digitale informatie in de medische zorg. Advies van de gehele groep is: deze positie vasthouden en uitdragen. Verwachting van de aanwezigen is dat het EPD in 2025 niet meer is weg te denken. Dit wordt gezien als een positieve ontwikkeling, mits aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan: privacy, inzagerecht, informed consent. Over hoe groot het EPD zou moeten zijn bestond iets minder eenduidigheid. Sommigen vonden dat een EPD met name regionaal het best tot z’n recht komt, anderen zag dit toch liever landelijk. Voor topsporters is het bijvoorbeeld makkelijk om ze zelf verantwoordelijk te maken voor hun eigen medisch dossier en het mee te laten nemen naar een nieuwe club. Voor de opbouw van een elektronisch patiëntendossier is van belang dat er een basis ligt in uniforme richtlijnen. De zorgpaden zullen vanuit het oogpunt van de patiënt ontwikkeld moeten worden. Aangezien andere specialismen zich bedreigd zouden kunnen voelen, is het van groot belang ook hier met wetenschappelijke middelen onze meerwaarde aan te tonen. Wellicht is het daarbij handig om de goede samenwerkingen tussen sportartsen en orthopeden te inventariseren. Over dit laatste bleken de meningen toch nog verdeeld. Bekostiging Stelling: In 2025 kunnen we beter via de aanvullende verzekering bekostigd worden, dan in de basisverzekering. Sessieleider: Huib Plemper Verwachting is dat de zorg steeds duurder wordt en dat steeds meer vergoedingen van de basisverzekering zullen verschuiven naar het aanvullend pakket. nummer 1 | februari 2014 | Sport & Geneeskunde 41 Over het algemeen verwacht de groep dat het grootste deel van de sportmedische zorg via het basispakket vergoed wordt in 2025. De preventieve sportmedische onderzoeken en sportmedische begeleiding horen beter in het aanvullend pakket. Wij zullen dezelfde DOT’s (DBC’s Op weg naar Transparantie red.) gaan gebruiken, maar we kunnen dit waarschijnlijk goedkoper aanbieden dan andere medisch specialisten. Het liefst zouden de aanwezigen eigen DOT’s/DBC’s ontwikkelen en aantonen dat wij een heel ander product bieden dan andere specialismen. Er bestaat een vrees dat de directe toegankelijkheid verdwijnt met deze nieuwe bekostiging en dit wordt duidelijk als een nadeel omschreven. Daarnaast werd opgemerkt dat de sporter/patiënt zelf nog te weinig aan bod komt in de discussie. Als afsluiting was er een plenaire discussie onder leiding van Jan Rijpstra. Hierin werden onder andere de volgende aanbevelingen aan het bestuur gedaan: De profilering van ons vak naar buiten toe is een zeer belangrijk aspect waar we de komende jaren aan zullen moeten blijven werken. De sportarts moet bekender worden en wellicht moeten we de naam veranderen om de activiteiten/doelgroepen van het vakgebied beter te laten aansluiten bij de titel van ons beroep. Focus op wetenschappelijke onderbouwing van de preventieve sportmedische onderzoeken. We zullen de doelmatigheid moeten aantonen, anders kunnen we hier in de toekomst niet mee verder. In de wetenschappelijke onder bouwing ook meenemen door wie de uitvoering het beste gedaan kan worden. Richtlijnontwikkeling is en blijft een belangrijke prioriteit voor de sportgeneeskunde, ook voor de ontwikkeling van zorgpaden. Met E-health zoals “Sportzorg.nl” op de troepen vooruit blijven lopen, voortdurend werken aan vernieuwing. Indien dit mogelijk is zoveel mogelijk eigen DBC’s/DOT’s ontwikkelen, waarbij van belang is om de meerwaarde en kwaliteit van sportgeneeskunde aan te tonen. Belangrijk doel is om een goede positie in de bekostigingsstructuur te krijgen. Pagina 40
Pagina 42Scoor meer met een online shop in uw vakbladen. Velen gingen u voor en publiceerden cursussen online.
Sport & Geneeskunde nummer 1 | Februari 2014 Lees publicatie 27Home