CENTRE COURT laag, dan zou je je als bond af kunnen vragen of we überhaupt wel meer van deze banen in Nederland willen.” Tennissers worden er doorgaans vooral in de competitie mee geconfronteerd dat andere verenigingen over een andere ondergrond beschikken. Dit wordt regelmatig als onprettig ervaren. Meer dan vier op de tien competitiespelende leden vinden het vervelend dat er tijdens een uitwedstrijd op een baansoort wordt gespeeld waarop men bijna nooit tennist. De betere spelers (uit categorie 1-4) vinden dit vervelender dan de tennissers met speelsterkte 5-8. Eén op de tien competitiespelers noemt het zelfs competitievervalsing. Van der Poel: “Het laat ze niet onberoerd.” Dertien procent ervaart een hogere mate van blessuregevoeligheid bij spelen op diverse baansoorten. Een kwart van de competitiespelers bepleit dat alle speeldagen van een competitie op dezelfde baansoort moeten worden gespeeld. “Het is aan de bond om te beoordelen of dat haalbaar is”, aldus Van der Poel. Gravel is volgens de overgrote meerderheid van de KNLTB-leden de meeste geschikte baansoort om competitie en toernooien op te spelen. 64 procent vindt gravel de ideale competitiebaan, 66 procent vindt gravel de ideale toernooibaan. Zandkunstgras (26% competitiebaan, 25% toernooibaan) en zandkunstgras rood (24% competitiebaan, 23% toernooibaan) volgen op gepaste afstand. Voor een kwart van de tennissers is de ondergrond, wanneer dat een andere is dan degene waarop men doorgaans tennist, een reden om niet in te schrijven voor een toernooi. Een derde van de KNLTB-leden die aan toernooien deelnemen, noemt spelen op een ondergrond waarop men zelden tennist vervelend. Zo’n twintig procent vindt het niet eerlijk een toernooi te spelen op een baansoort waarop men (vrijwel) nooit tennist, omdat men een achterstand heeft ten opzichte van spelers die aan die baansoort gewend zijn. ONDERZOEK Bewustwording, het delen van kennis en informatie over gravel en andere baansoorten en de betekenis van gravel voor de tennissport in Nederland, krijgt binnen de KNLTB een hoge prioriteit. KNLTB BLIJ MET UITKOMSTEN De bond ziet de afname van het aantal gravelbanen in Nederland als een directe bedreiging voor het goed opleiden van tennisspelers en de ontwikkeling van de tennissport in het algemeen. Deze bedreiging gaat in de ogen van de KNLTB zo ver dat dit op lange termijn de positie van tennis in Nederland negatief kan beïnvloeden. De opleiding van tennissers vindt internationaal gezien voor een belangrijk deel op gravel (en hardcourt) plaats. In Nederland worden, veel meer dan in andere landen, alternatieve baansoorten aangeboden. Deze zijn echter als wedstrijdbaan niet geaccepteerd bij (internationale) jeugdtoernooien. De KNLTB wijst het gebruik van andere baansoorten niet af, maar waarschuwt wel voor de gevolgen op langere termijn. Het is een bedreiging voor tennis als wedstrijdsport. Doordat het aantal gravelbanen in Nederland afneemt, neemt de kans op gezichtsbepalende en hooggeklasseerde Nederlanders op de wereldranglijst af. Ook het niveau in de breedtesport zal, vanwege minder goede opleiding, afnemen. Op termijn zou dit van invloed kunnen zijn op de populariteit van tennis in Nederland. Wanneer dat het geval is, vormt dat een bedreiging voor het bestaansrecht van clubs. Het doel en de verantwoordelijkheid van de KNLTB is deze bedreiging kenbaar te maken en verenigingen bewust te maken van deze ontwikkelingen. 69 Leden beoordelen een baansoort waarop men bij de eigen vereniging speelt zonder uitzondering hoger dan een baansoort die niet bij de eigen vereniging aanwezig is. Dit is voor gravel, zandkunstgras en zandkunstgras rood het geval. Sven Bakker: “De speelsterkte, leeftijd, het KNLTB-district waar men speelt en de baansoort van de eigen vereniging zorgen ervoor dat een en dezelfde baansoort verschillend wordt beoordeeld. Hoe beter de speelsterkte, hoe hoger de beoordeling voor gravel. Hoe ouder men is, hoe hoger men zandkunstgras rood beoordeelt. Waar in het ene district juist veel gravelbanen liggen, zijn er in een ander district veel meer zandkunstgrasbanen. “Leden in gravel- en zandkunstgrasdistricten geven deze baansoorten een hogere beoordeling dan leden in andere districten. Daarnaast geven leden in graveldistricten een lagere beoordeling aan zandkunstgrasbanen en geven leden in zandkunstgrasdistricten een lagere beoordeling aan gravel. In districten waar veel rode zandkunstgrasbanen liggen, wordt deze baansoort niet hoger beoordeeld, waarschijnlijk omdat deze banen vaak in combinatie met gravelbanen op een park liggen.” t DE KNLTB ZIET DE AFNAME VAN HET AANTAL GRAVELBANEN IN NEDERLAND ALS EEN DIRECTE BEDREIGING VOOR HET GOED OPLEIDEN VAN TENNISSPELERS Pagina 68

Pagina 70

Voor uitgaves, online archief en boeken zie het Online Touch CMS systeem. Met de mogelijkheid voor een webwinkel in uw uitgaven.

CENTER COURT | nummer 1 2014 Lees publicatie 33Home


You need flash player to view this online publication