CENTRE COURT 4 is het er echter ook over eens dat voorkomen moet worden dat niet-beschermde arbeid het verrichten van werkzaamheden in kleine dienstbetrekkingen verdringt. Er is namelijk ook een groep werknemers die, al dan niet gewenst, hun inkomen vergaren met diverse versnipperde, kleine, dienstverbanden. Deze groep van werknemers heeft juist wel belang bij de toepassing van de beschermende regelingen rondom de dienstbetrekkingen. AANPAK WERKGROEP PENSIOEN & FISCALITEIT De werkgroep Pensioen & fiscaliteit heeft een aantal knelpunten in de sportsector gesignaleerd en wil die oppakken. Allereerst is vastgesteld dat het vaak voorkomt dat de bestuursleden van sportverenigingen verantwoordelijk zijn voor het organiseren van de activiteiten en de inzet daarbij door derden. Deze bestuursleden, meestal ook werkzaam op vrijwillige basis, beschikken niet altijd over de specifieke kennis om hierbij vanuit fiscaal perspectief de meest passende vorm van samenwerking te kiezen. Hierdoor worden soms onbedoeld ‘fouten’ gemaakt, waardoor wellicht net iets te hoge vergoedingen worden toegekend om nog van een vrijwilliger in fiscale zin te kunnen spreken. Is de vergoeding te hoog? Dan stelt de Belastingdienst vrijwel altijd dat sprake is van een gezagsverhouding, zodat de betaling in de loonheffing had moeten worden betrokken. Was door de sportvereniging en de betrokkene een dienstverband beoogd? Dan is het gevolg, dienstbetrekking, naar alle waarschijnlijkheid terecht. Hadden zij echter niet de onderliggende bedoeling om een dienstverband te sluiten, dan kan dit effect ongewenst zijn. Om op dit punt ondersteuning te kunnen bieden is een stroomschema met toelichting opgesteld waarmee sportverenigingen de samenwerking fiscaal kunnen duiden. Het is de bedoeling dat dit stroomschema wordt aangevuld met – door de Belastingdienst en UWV – goedgekeurde voorbeeldovereenkomsten. Worden de stappen foutloos doorlopen? Dan kan de sportorganisatie steeds de juiste overeenkomst gebruiken en fiscaal correct handelen. Het stroomschema is beschikbaar via www.sportwerkgever.nl. Ook is vastgesteld dat de gesignaleerde problematiek zowel voor de sector als voor de Belastingdienst en UWV relevant zijn. Om die reden is het stroomschema opgesteld in nauwe samenwerking met de Belastingdienst en heeft UWV de stukken mede beoordeeld. Het stroomschema is dus door een gezamenlijke aanpak ontwikkeld! WETTELIJKE SYSTEMATIEK Het stroomschema volgt de systematiek van de wet. Maar de vragen moeten worden Het stroomschema is opgesteld in nauwe samenwerking met de Belastingdienst en UWV heeft de stukken mede beoordeeld beantwoord rekening houdend met het recht, zoals zich dat aanvullend in rechtspraak heeft ontwikkeld. De beantwoording van de gestelde vragen is daarom niet altijd eenvoudig. We bespreken eerst kort de algemene lijn. Daarbij veronderstellen we steeds dat er sprake is van een betaling aan de betrokkene, die samenhangt met het verrichten van werkzaamheden. 1. De knellende vraag is of een rechtsverhouding als een privaatrechtelijke of een fictieve dienstbetrekking is aan te merken. Is dat laatste het geval, dan zijn loonheffing, premies werknemersverzekeringen en bij een privaatrechtelijke dienstbetrekking mogelijk ook pensioenpremies verschuldigd. Voor de toetsvragen of sprake is van een dienstbetrekking verwijzen wij naar het stroomschema. 2. Van een dienstbetrekking is in ieder geval geen sprake, als: • er sprake is van een echte vrijwilliger in fiscale zin; • er sprake is van een echte zelfstandige in fiscale zin. 3. Is geen sprake van een echte vrijwilliger of zelfstandige in fiscale zin en wordt tenminste één van de toetsvragen bij de privaatrechtelijke dienstbetrekking met ‘nee’, en tenminste één van de toetsvragen bij de fictieve dienstbetrekking met ‘ja’ beantwoord? Dan is sprake van betalingen aan een natuurlijke persoon niet-in-dienstbetrekking. Andersom benaderd: past de organisatie de zogenaamde vrijwilligersregeling foutloos toe? Of wordt gewerkt met een zelfstandige die beschikt over een geldige VAR WUO of VAR DGA, die geldt voor de beschreven werkzaamheden? Dan blijft het vraagstuk privaatrechtelijke of fictieve dienstbetrekking buiten schot. Kan niet op één van deze wijzen worden samengewerkt, dan moet de situatie extra nauwkeurig worden beoordeeld. TOEPASSING STROOMSCHEMA Voor een uitgebreide toelichting op de toetscriteria verwijzen wij naar het stroomschema en de bijlagen op www.sportwerkgever.nl. Hier volstaan wij met het benoemen van enkele criteria die bij de toetsing extra aandacht verdienen. TOETS VRIJWILLIGERSREGELING Er is een paar absolute criteria waaraan bij toepassing van de vrijwilligersregeling moet zijn voldaan: • Er mag niet meer worden betaald dan een werkelijke kostenvergoeding (dus: werkelijke kosten op declaratiebasis) of een forfaitair bedrag. • Wordt gekozen voor het forfaitaire bedrag? Let dan goed op de samenhangende voorwaarden met betrekking tot de omvang daarvan. • De vergoeding mag maximaal € 4,50 (boven 23 jaar) of € 2,50 (tot 23 jaar) per uur bedragen; • deze uurnorm mag worden gehanteerd zonder rekening te houden met naturabeloningen (de vrijwilligersbarbecue e.d.); • maar tevens mag de vergoeding in totaliteit op maandbasis niet uitkomen boven € 150 per maand en niet uitkomen boven € 1.500 per jaar (de maand- en jaarnorm zijn inclusief naturabeloningen). LASTIG PUNT BIJ VRIJWILLIGERSREGELING In het stroomschema staat een ‘uitwijkmogelijkheid’ voor een iets hogere, maar nietmarktconforme beloning per uur. Dit is een lastig criterium. Voor een toelichting naar de visie van de Belastingdienst verwijzen wij naar www.belastingdienst.nl/vrijwilligersregeling. Is het de bedoeling om een hogere norm dan € 4,50/€ 2,50 af te spreken? Dan is overleg vooraf met de Belastingdienst aan te raden. TOETS ZELFSTANDIGE Wordt met een zelfstandige samengewerkt? Let dan nadrukkelijk op de geldende voorwaarden. De VAR WUO en VAR DGA sluiten vooralsnog de toets privaatrechtelijke dienstbetrekking uit, mits de opdrachtgever in redelijkheid niet aan de juistheid van de verklaring hoefde te twijfelen. NB. De wetgever heeft aangekondigd naar een nieuwe methode voor beoordeling van zelfstandigheid toe te willen. Hou dit in de gaten! Pagina 44

Pagina 46

Heeft u een cursus, zmags of ereclamefolders? Gebruik Online Touch: uitgave online uitgeven.

CENTER COURT | nummer 3 2014 Lees publicatie 35Home


You need flash player to view this online publication