dag 1 // donderdag 27 november 2014 Conclusie Met een betere kennis van het maturatieproces kan de revalidatie beter worden aangepast aan de fasen van maturatie. Hierdoor zal er een veiligere terugkeer naar dagelijkse activiteiten en sport zijn. Biografie M.M. de Vaal M.M. de Vaal is verbonden aan Ziekenhuis Amstelland in Amstelveen, het Department of Orthopaedics and Traumatology van de University of Rome en Tor Vergata School of Medicine in Rome, Italië. B.L. van Meer, E.H.G. Oei, D.E. Meuffels, E.R.A. van Arkel, J.A.N. Verhaar, S.M.A. Bierma-Zeinstra & M. Reijman Donderdag 27 november – 12.15 uur – sessie A3 – Degeneratieve veranderingen in de knie twee jaar na een voorstekruisbandruptuur Degeneratieve veranderingen in de knie twee jaar na een voorstekruisbandruptuur Inleiding en vraagstelling Een voorstekruisbandruptuur (VKB-ruptuur) is een bekende risicofactor voor het ontstaan van knieartrose. echter, niet alle VKB-patiënten ontwikkelen knieartrose. Het is belangrijk voor de ontwikkeling van preventieve maatregelen om de patiënt die verhoogd risico heeft op knieartrose te herkennen. Doelstelling van deze studie is om degeneratieve veranderingen op MRI twee jaar na VKB-ruptuur te identificeren en te bepalen welke determinanten gerelateerd zijn aan deze veranderingen. Methode In een observationele prospectieve follow-upstudie werden 154 patiënten binnen zes maanden na een VKB-ruptuur geïncludeerd en twee jaar gevolgd. Patiënten werden conservatief of operatief behandeld. MRI-scans werden beoordeeld volgens een semi-quantitatieve MRI-score. Vroege degeneratieve veranderingen werden gedefinieerd als progressie van kraakbeendefecten en/of progressie van osteofyten in de mediale en laterale tibiofemorale en patellofemorale compartimenten. Resultaten MRI’s van baseline en twee jaar follow-up waren beschikbaar van 143 patiënten. Progressie van kraakbeendefecten in de mediale en laterale tibiofemorale compartimenten werden gescoord in 12 procent en 27 procent van de patiënten. Progressie van osteofyten in de tibiofemorale en patellofemorale compartimenten was aanwezig in tien procent en acht procent van de patiënten. De volgende determinanten hadden een positieve significante relatie met vroege degeneratieve veranderingen: mannelijk geslacht (Odds Ratio 4.4, 95% betrouwbaarheidsinterval, 1.4-13.7), kraakbeendefect in mediale tibiofemorale compartiment op baseline (OR 3.7, 95% betrouwbaarheidsinterval, 1.0-13.0), aanwezigheid van botoedeem in mediale tibiofemorale compartiment een jaar na trauma (OR 5.2, 95% betrouwbaarheidsinterval, 1.6-17.3), 32 10e Sportmedisch Wetenschappelijk Jaarcongres Pagina 33

Pagina 35

Voor PDF-en, online kranten en jaarverslagen zie het Online Touch beheersysteem systeem. Met de mogelijkheid voor een webwinkel in uw relatiemagazines.

VSG Abstractboek 2014 Lees publicatie 37Home


You need flash player to view this online publication