REPORTAGE JUMPING AMSTERDAM 51 Nanning heeft ook een paar barterdeals. “De decorateur levert bijvoorbeeld de bloemen voor op de tafels, voor in de pistes, bij de entree en noem maar op en krijgt in ruil daarvoor een sponsortafel en exposure op de reclameborden.” Ook met De Telegraaf is er zo’n afspraak. “Wij krijgen vier keer een paginagrote advertentie, ter waarde van 70.000 euro per stuk. De Telegraaf krijgt daarvoor in ruil een sponsorpakket. We zijn echt een beetje sjacheraars, zoals je ziet.” een huis. We werken met mensen die al jaren aan ons leveren, die weten wat ze moeten doen en die op elkaar zijn ingespeeld. Heel soms vraag ik nog weleens ergens anders een offerte op, maar steeds blijkt weer dat we het enorm treffen met onze leveranciers.” Veertig vrachtwagens voor de vloer Een van de vaste leveranciers is Agterberg, die de bodems voor de pistes al 27 jaar levert. Een vak apart, vertelt Ton Agterberg. “In een van de beginjaren werden we gebeld met het alarmerende bericht dat er iets helemaal mis was met de vloer. Wij zijn toen gaan kijken en al snel bleek dat de hele bodem er uit moest. Tussen twaalf uur ’s nachts en negen uur ’s morgens hebben mijn broers, onze medewerkers en ik er in één nacht een nieuwe vloer ingelegd. De bodem bestond toen nog uit leem. Met de professionalisering van de paardensport hebben ook de bodems zich verder ontwikkeld. De bodem mag inmiddels niet meer te hard zijn, niet te glad, niet te zwaar”, vertelt Agterberg. De vloeren bestaan nu uit een mix van zand, fiber, gel en geopad-vlokken, een chemische verbinding die zorgt voor stabiliteit. “Zonder zo’n soort vloer komen de toprijders niet”, zegt Nanning. In de RAI liggen tijdens het evenement drie van zulke bodems: één in het hoofdgebouw, waar de wedstrijden op plaatsvinden; eentje daar vlakbij, waar ingereden kan worden en het publiek kan meekijken; de derde in de ruimte voor de stallen, die is afgesloten voor publiek. Er zijn constant drie man aanwezig om de vloeren te harken en water te geven. “Met dressuur moet-ie bijvoorbeeld wat losser zijn en met springen weer wat harder”, legt Agterberg uit. In totaal worden er ruim veertig vrachtwagens vol bodemmateriaal de RAI ingereden. Agterberg is er altijd bij. “Ik overleg ook altijd met de parcoursbouwer, want als de vloer er heel goed bijligt, heeft hij het moeilijker. Paarden springen dan zomaar vijf centimeter hoger.” Vrijwilligers staan in de rij Naast de leveranciers spelen ook de 250 vrijwilligers een belangrijke rol. Paardensportliefhebbers uit het hele land staan in de rij om Nanning en haar team te ondersteunen. Er is zelfs een wachtlijst. “Er is een groepje chauffeurs dat al tien jaar met z’n tienen het vervoer van en naar Schiphol verzorgt. Er zijn vier mensen die al jaren elke keer komen om te kopiëren, dat vinden ze prachtig.” Ook zijn er altijd studenten van de opleiding paardenhouderij in Dronten. “Die kunnen studiepunten verdienen door de ruiters met hun paarden te helpen. Dat vinden ze helemaal top om te doen.” Margit Groenevelt is al vanaf haar veertiende vrijwilliger bij Jumping en is sinds een paar jaar vrijwilligersmanager. “Eigenlijk is het heel simpel. Iedereen moet het leuk hebben van Noëlle. Dan is er weer een editie geslaagd. Niet alleen de ruiters en de bezoekers moeten het naar hun zin hebben, maar ook de standhouders en de vrijwilligers. Niemand is ondergeschikt. Het team probeert iedereen te leren kennen, is benaderbaar en ook altijd heel dankbaar. Ik denk dat daardoor de vrijwilligers blijven terugkomen.” Het enthousiasme van Nanning en haar team werkt aanstekelijk, zegt Groenevelt. “Elk jaar proberen ze er weer een beter evenement van te maken. Je kunt Noëlle tijdens Jumping voor alles storen, want ze is heel perfectionistisch. Dan ziet ze dat een vlag niet goed hangt of dat bepaalde kleuren niet bij elkaar passen en gaat ze daar iets aan veranderen. Die drang om het steeds beter te doen, zie je vervolgens ook terug bij de vrijwilligers.” Hoe kijkt Nanning zelf naar de ontwikkeling van het evenement? “Toen ik er net kwam werken, was Jumping echt een feestje van de elite. Hartstikke leuk al die belangrijke mensen, maar die brengen gek genoeg geen geld in het laatje. Nu is het weer een publieksevenement, en dat willen we ook zijn. Je kunt bij ons terecht voor kaviaar en een kroket, van Beatrix tot Bolle Jan.” “ Je kunt bij ons terecht voor kaviaar en een kroket, van Beatrix tot Bolle Jan” NOËLLE NANNING Pagina 50

Pagina 52

Interactieve web archief, deze sportblad of vakblad is levensecht online geplaatst met Online Touch en bied het digitaal maken van online vaktijdschriften.

Sportief Amsterdam 2015 Lees publicatie 41Home


You need flash player to view this online publication