56 REPORTAGE TELEVISIE D hebben of er niet wat selectiever mee om kon worden gegaan. Wat niet wegneemt, dat het iedere sportbond vrij staat om te proberen een EK of WK naar Nederland te halen. Daarbij zijn ze verplicht om in hun bid aan te geven wie de home broadcaster zal zijn. Dan komen ze bij ons terecht. Daar zijn we ook altijd wel toe bereid als het om de grotere sporten gaat, maar daar hangt meestal een flink prijskaartje aan. Daar hebben we gewoon het geld niet voor. We hebben dus de maatregel moeten nemen, dat in zo’n geval de organisatie van het evenement de productiekosten voor zijn rekening neemt en de NOS in principe de uitzendkosten.” e grenzen van de mogelijkheden om sportevenementen in beeld te brengen, worden niet zo zeer bepaald door de techniek, maar door de kosten, legt adjunct-hoofdredacteur van NOS Sport Pim Marks (57) uit. “Vroeger had je in Nederland één groot evenement dat er bovenuit stak, tegenwoordig zijn dat er een stuk meer. Zodanig dat we op een gegeven moment bij NOC*NSF aan de bel getrokken De internationale sportevenementen worden niet alleen talrijker, maar de aanpak wordt steeds grootser en prestigieuzer. Die beperkt zich allang niet meer tot het in beeld brengen van het wedstrijdverloop. “Klopt, en dat is een uitstekende ontwikkeling. Organisatoren beseffen steeds beter dat ze méér moeten brengen dan het kale evenement om het hedendaagse publiek aan zich te binden. De WK roeien vorig jaar op de Bosbaan zijn wat dat betreft een goed voorbeeld. Vroeger gingen er zes boten het water in. Je kon langs de kant gaan staan, meefietsen of een plaatsje zoeken bij de finish, maar daar kom je er nu niet meer mee. Er moeten gigantische schermen staan, er moet wat te doen zijn buiten de wedstrijden om, het moet goed van eten en drinken zijn en je moet de bezoekers service en faciliteiten bieden. In het nieuwe denken over sportevenementen moet je letterlijk de stad in, zoals tijdens de WK roeien bijvoorbeeld gebeurde in de vorm van city rowing. Er wordt steeds harder over dat soort toegevoegde waarden nagedacht en dat moet ook wel, want je concurreert met andere vormen van vrijetijdsbesteding.” Op welke manier onderscheidt NOS Sport zich in die concurrentiestrijd? “Voor ons geldt hetzelfde. Sport sec is niet meer voldoende, je moet het publiek voor je zien te winnen. Een van de trends waarmee we te maken hebben, is dat jongeren minder naar de televisie kijken dan het wat oudere publiek, maar ook bij de wat oudere toeschouwers verandert het kijkgedrag. We moeten de sport dus op een andere manier aanbieden. Bijvoor“ Het belangrijkste is dat je als kijker steeds dichterbij kunt komen” beeld door grote sportevenementen tevens in kleinere brokjes op internet aan te bieden. Vroeger zou je hebben gezegd: er wordt tussen twee en vier geroeid, dat zenden we uit en dat is het dan verder. Dat is niet meer voldoende. Je moet mensen een reden geven om te kijken. Je kunt het op allerlei manieren aanpakken: meer camera’s, kleinere camera’s, betere posities, het randgebeuren in beeld brengen. Dat bevordert beslist de kwaliteit, maar in het boeien van de kijkers helpt het maar een klein beetje. Wat echt helpt, hebben we vastgesteld, is verhalen vertellen. Wie er in zo’n boot zit, wie daar na een jaar blessureleed op het hockeyveld staat, wat die keeper is overkomen; je moet de sporters bekend maken, er uit lichten, er helden van maken. Dat doe je door verhalen te vertellen, in woord en beeld. We merken steeds sterker dat dat essentieel is om de belangstelling van het publiek te wekken en vast te houden.” Voor steeds meer evenementen worden de kijkers verwezen naar nos.nl op het internet. En steeds meer kijkers weten die weg te vinden. Hoe ontwikkelt zich dat? “Gedurende de Olympische Spelen van Londen in 2012 hebben we alle beschikbare verbindingen gebruikt – dat waren er twaalf. Daar hebben we voortdurend livestreams op uitgezonden en dat sloeg enorm aan. Zelf bepalen wat je gaat bekijken is natuurlijk ideaal, zij het dat op de meeste streams het commentaar ontbrak. Dat was op dat moment redactioneel en financieel niet te bemannen. We merkten dat de streams die wél van commentaar waren voorzien, een hogere waardering kregen. Wat we daarom nu doen in drukke sportweekeinden, waarin we van de NPO onvoldoende tijd krijgen om alles uit te zenden, is selecteren wat we toch willen uitzenden en dan streamen we dat met commentaar. Nou zijn die streams, zeg maar, de lange lappen. Minstens zo succesvol is om wedstrijden na afloop opgeknipt aan te bieden, in samenvattingen van twee, drie minuten.” Kunnen we zeggen dat er sprake is van ‘het nieuwe kijken’ naar sport? “Jazeker. Al is het aantal mensen dat naar de televisie kijkt nog steeds vele malen groter dan het aantal dat op internet kijkt. Het hangt ook een beetje af van het tijdstip waarop zich iets afspeelt. Als bepaalde finales tijdens de Olympische Spe Pagina 55
Pagina 57Interactieve digitale vakblad, deze presentatie of jaarverslag is levensecht online geplaatst met Online Touch en bied het digitaal maken van digi onderwijscatalogi.
Sportief Amsterdam 2015 Lees publicatie 41Home