INTERVIEW // FRANCESCO WESSELS 13 Wessels: “Topcoaches zijn ambassadeur van hun sport, zij moeten het goede voorbeeld geven. Doen zij dit niet, dan druppelt dit als een soort druipkaars door naar de rest van de sport. Daarnaast is het belangrijk dat coaches uitdragen dat een veilig sportklimaat niet sportspecifiek maar juist generiek is. Of het nu gaat om excessen in het damesturnen, bij het hockey of het voetbal, zoals bijvoorbeeld in het geval van de overleden voetbalscheidsrechter; het zijn allemaal zaken die de gehele sport raken, en niet alleen de sport waarin het gebeurt.” “Bij topsport staat een veilig sportklimaat niet bovenaan de kaart. Aan de top wil je oogsten. Ik zie het dan ook veel meer als een thema dat bonden en verenigingen moeten uitdragen. Het moet een onderdeel van de cultuur van een sport zijn. Sommige sporten zijn daar heel sterk in, bijvoorbeeld rugby. Die sport heeft hele duidelijke kernwaarden waar elke club sterk op stuurt. En iemand als Hans Gootjes die namens de turnbond veilig sportklimaat certificaten uitdeelt en clubs benoemt die de zaken goed op orde hebben, zet binnen het turnen een standaard neer. Dat is goed voor de sport.” “Maar opvoeden en het overbrengen van waarden en normen kun je in mijn optiek niet overlaten aan een bond. Een bond kan natuurlijk wel duidelijk maken waar het voor staat, wat acceptabel is en wat niet.” GEEN GESCHEIDEN WERELDEN Topcoaches en breedtesportcoaches opereren in Wessels’ visie niet in twee gescheiden werelden. “Maar wel op gescheiden niveaus. Alleen al als je kijkt naar de leeftijd van sporters waar coaches mee te maken hebben. Daar zit “ coachen vind ik als Positief marketingterm prima. Maar het is ook een dooddoener. Natuurlijk wil je positief coachen meestal een groot verschil in. Als coach moet je jezelf de vraag stellen hoe autonoom een atleet is. Hoe goed is een atleet in staat om zijn eigen grenzen aan te geven?” “In de breedtesport en dan met name bij de jeugd heb je te maken met sporters die niet altijd in staat zijn om voor zichzelf op te komen. Tel daarbij op dat kinderen zich qua gedrag vaak identificeren met hun teammaatjes. Je zou het de breedtesport gunnen dat elke coach over bepaalde pedagogische vaardigheden beschikt om sporters te empoweren en autonoom te maken.” “Het belangrijkste voor een verenigingscoach is dat er een keuze wordt gemaakt tussen korte termijn prestaties of langetermijnontwikkelingen”, vindt Wessels. “Als coaches kiezen voor kortetermijnprestaties, is het gedrag van een sporter niet altijd in lijn met ethiek. En als een coach per se wil winnen, dan is hij bereid om ver te ” Pagina 12

Pagina 14

Voor PDF-en, online drukwerk en catalogi zie het Online Touch CMS beheersysteem systeem. Met de mogelijkheid voor een online winkel in uw spaarprogramma.

Naar een veiliger sportklimaat // E-zine 06 Lees publicatie 44Home


You need flash player to view this online publication