COLUMN 41 GRAVELTENNIS “Op gravel wint bijna altijd de beste speler” In de afgelopen veertig jaar hebben veel tennissers hun specialiteiten op gravel laten zien. Twee namen springen eruit: Björn Borg en Rafael Nadal. Wat hebben zij met elkaar gemeen? Om het maar plat te zeggen: twee goede poten en een groot hart, de basisingrediënten van het graveltennis. Het grote hart zorgt voor de passie en de benen doen het werk. Tel daar een geweldige vechtersmentaliteit bij op en deze tennissers zijn op gravel niet of nauwelijks te kloppen. Tennislegende Björn Borg won Roland Garros zes keer in zijn carrière. Bij Nadal staat de teller op het historische getal van negen. De huidige koning van Roland Garros heeft glijden op gravel tot een kunst verheven. De korrels van het gemalen baksteen fungeren als een soort kogellagers tussen de baan en zijn tennisschoen. Als hij traint of een wedstrijd speelt, laat hij indrukwekkende sporen achter. Drie, vier, soms vijf meter schuiven op het zware gravel is voor de Spanjaard een peulenschil. Hij heeft dan ook krachtige benen die zijn lichaam met gemak dragen. De reden dat vrouwen minder goed kunnen glijden op gravel is juist het ontbreken van zulke benen. Nadal glijdt al tijdens de slag in de bal en blijft keurig in balans. Zijn timing is perfect en hij remt op het juiste moment om soepel uit de hoeken terug te komen. Bewegen op gravel lijkt bij hem een tweede natuur, maar dat geldt niet voor iedereen. De Amerikaanse tennissers die op hardcourt zijn opgegroeid hebben grote moeite om op gravel op de been te blijven. De grootste fout die ze maken is het glijden na het raken van de bal in plaats van glijden in de bal. Zo verliezen ze seconden om terug te komen in positie en worden gemakkelijk op het verkeerde been gezet. Zwakke punten worden op gravel simpel blootgelegd. Daarom is het de meest eerlijke ondergrond om op te spelen. Met alleen een harde service win je niet. De technische varianten, de strategie, de rally’s, de conditionele inspanning en de mentale weerbaarheid zijn een paar van de basisingrediënten waarover de tennissers op deze langzame ondergrond moeten beschikken. Conclusie: op gravel wint bijna altijd de beste speler. En leert een tennisser zich allround ontwikkelen. Spelen op gravel is in feite de beste tennisopleiding die er bestaat. Staan er daarom zoveel Spanjaarden in de top honderd? En missen we een Amerikaan in de top tien van de wereld? Met gravel als basisopleiding wordt de tennisser klaargestoomd voor andere baanoppervlakten zoals hardcourt of zelfs gras. Andersom werkt dat echter niet. Terwijl in Nederland het aantal all-weatherbanen de afgelopen jaren sterk is toegenomen, is de aanwas van toptennistalent afgenomen. Heeft het één met het ander te maken? Dat zou zo maar kunnen. In ieder geval moet de KNLTB hopen dat de traditionele gravelbanen weer de overhand krijgen. Anders is het gedaan met ons tennistalent. Marcella Mesker Tenniscommentator NOS en Sport1 Pagina 40

Pagina 42

Scoor meer met een webwinkel in uw club bladen. Velen gingen u voor en publiceerden jaarverslagen online.

CENTER COURT | nummer 2 2015 Lees publicatie 47Home


You need flash player to view this online publication