CENTRE COURT 69 “We willen een relatie opbouwen en laten zien dat we wat kunnen betekenen” Schenk: “Zo’n clubgebouw kan heel goed de functie van een buurthuis krijgen. Er zijn verenigingen waar al gekookt wordt met gehandicapten. Clubs met veel leden hebben vaak wel een paar handjes over. Er liggen veel kansen in de omgeving.” Daartoe aangespoord door sportkoepel NOC*NSF en de KNLTB begrijpen veel clubs dat de functie van een sportvereniging allang niet meer het sporten alleen is. De sport is bezig met een transitie, waarbij bonden én clubs zich meer en meer naar buiten richten. De open club heeft de toekomst. “Het is niet meer helemaal van deze tijd om je achter die coniferenhaag te verstoppen.” Was een tennisvereniging er in het verleden louter en alleen om te tennissen, clubs gaan meer en meer een sociale functie vervullen. “Veel verenigingen zijn daar intern al mee aan de slag gegaan.” PRIKKELEN Een aantal verenigingen zal echter nog wel, weet Schut, “wat geprikkeld moeten worden.” Hij spoort clubs aan het contact met de buurt te zoeken, om na te denken over het aanbieden van kinderopvang of het verzorgen van seniorengymnastiek. Veel gemeenten staan hier open voor. “Dat is nu juist wat we ook willen inventariseren tijdens die kennismakingsgesprekken.” Schut zal bij de gemeenten ook ter sprake brengen dat het lang niet altijd even eerlijk verdeeld is. “Elke gemeente houdt lijstjes bij. Op die van Zoetermeer kan je zien dat elke korfballer de gemeente jaarlijks vijfhonderd euro kost, terwijl de tennisser op nul euro staat. In zo’n geval vind ik best dat we erop kunnen wijzen dat ze iets voor ons kunnen betekenen.” Het Brancherapport Tennis in Nederland laat zien dat van de 1700 verenigingen liefst 74 procent gezond tot zeer gezond is. Zo’n honderd verenigingen geven toe het echter ‘best wel heel erg lastig’ te hebben. Zo’n 35 clubs noemen de situatie zorgwekkend, het dubbele ervan erkent ‘minder gezond’ te zijn. Schut: “En het is de vraag of verenigingen met hun huidige reserves op termijn hun banen wel kunnen vervangen. Veel verenigingen kunnen dat maar moeilijk inschatten.” Tal van verenigingen stonden er bij de overname van het complex namelijk nauwelijks bij stil dat ooit sprake zou moeten zijn van vervanging van de speelondergrond. Waar gravel veel langer meegaat, dient de toplaag van een Smashcourt-veld in de regel na zo’n twaalf jaar vervangen te worden. “Je ziet dat veel verenigingen daar tegenaan hikken. Er zijn er een aantal die zich daar echt op verkeken hebben.” BRUIDSSCHAT Veel gemeenten legden, in de dagen dat deze velden snel aan populariteit wonnen, Smashcourt-velden aan. Daar had een club doorgaans weinig stem in. Nu echter blijkt die keuze wel voor rekening van de clubs te komen. Gerekend over dertig jaar vraagt een Smashcourtveld zo’n 190.000 euro aan onderhoud, tegenover 115.000 euro voor een gravelbaan. De ‘bruidsschat’ was dus niet altijd een even waardevolle. Het maakt dat de zelfredzaamheid van veel verenigingen ter discussie is komen te staan. Het zijn dergelijke thema’s die de KNLTB graag met de gemeenten zou bespreken. Schenk: “Maar nogmaals, ik ga in eerste instantie niet op pad om een punt te maken, maar om te inventariseren..” Schenk zegt het gemeentehuis echter niet te zullen verlaten zonder vervolgafspraak. “Dit moeten we zowel intern, dus met de Verenigingsadviseurs van de KNLTB onderling, met de clubs én met de gemeente in kwestie een follow-up geven.” De Verenigingsadviseurs gaan in eerste instantie alleen op pad. Op termijn zouden alle tennisverenigingen in Nederland van die gesprekken kunnen profiteren én – voor zover daar nu geen sprake van, maar wel behoefte aan is –, uiteindelijk ook zelf weer het contact met de lokale overheid weer herstellen. Enig geduld moet daarbij wel worden betracht. “Wat in twintig, dertig jaar is verwaterd, kan je niet in één jaartje weer even rechtbreien.” t Pagina 68
Pagina 70Interactieve e-webshop, deze weekblad of uitgave is levensecht online geplaatst met Online Touch en bied het van pdf naar digitaal converteren van digi-handleidingen.
CENTER COURT | nummer 2 2015 Lees publicatie 47Home