CENTRE COURT 11 Dielessen: “Ons land telt in totaal zo’n vier miljoen ongeorganiseerde sporters. De opdracht van de sportclubs én de bond is om te kijken wat voor betekenis zij kunnen hebben voor deze groep. Daarvoor is nodig dat verenigingen en de bonden bedrijfsmatiger gaan denken. Kijk waar je kansen liggen. Er is bijvoorbeeld een groep van 1,2 miljoen mensen die wel wil sporten, maar daar niet aan toe komt. Dat is ´laaghangend fruit’; dat zijn vooral mensen in de leeftijd van pakweg 25 tot 45 jaar. Ik vind dat verenigingen het deze doelgroep makkelijker moet maken om te sporten. Bijvoorbeeld: als kinderen competitie gaan spelen dan kunnen de ouders gaan kijken. Maar het is mooier als de vereniging die ouders iets aanbiedt. Dat hoeft niet per se tennis te zijn. Je kunt op zaterdagmiddag ook een fietstoer vanaf het clubhuis laten vertrekken. Tennisparken zijn vaak groot, maak ruimte voor andere activiteiten, voor mijn part een jeu de boules-baan. Of organiseer een mooi sportevenement waar ook niet-tennissers zich toe aangetrokken voelen. Dat zijn ook allemaal vormen van binding.” KNLTB CLUBAPP “Ander voorbeeld: in Beilen, waar mijn partner naar de gym gaat, is een sportschool met een tennisbaan ernaast. Dan betaal je een klein beetje extra om dan ook een uur te mogen tennissen.” Dat zijn slimme ideeën, stelt Dielessen, die passen in de Open Club-gedachte. Dat is al enige jaren een populaire term voor ondernemende, vraaggerichte sportclubs. Clubs die van hun accommodatie een ontmoetingsplek maken voor zoveel mogelijk mensen. Wat deze open clubs gemeen hebben, is dat zij zich niet op hun eigen sport concentreren. Zij combineren het aanbod met andere activiteiten, zoals hardlopen, fitness of kinderopvang. Dielessen: “Sportclubs moeten de wijken in, mensen met elkaar verbinden. Er zijn prachtige voorbeelden te vinden van sportverenigingen die samenwerken met scholen, zodat scholieren tegen een gereduceerd tarief verschillende sporten kunnen beoefenen.” Dat veel clubs professionele tennisleraren in dienst hebben, is volgens Dielessen een voordeel. Dankzij die expertise kunnen verenigingen zich opwerpen als ‘sportkenniscentrum’, waar sporters – ook niet-tennissers - terecht kunnen met vragen. “De behoefte aan sociale contacten zal altijd blijven bestaan” Dielessen haalt in dit verband graag Paul Schnabel aan, de voormalig directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP), die vaststelde: ‘mensen zullen zich willen blijven verenigen’. “De behoefte aan sociale contacten zal altijd blijven bestaan. De vraag is alleen welke gedaante dat bij sportverenigingen aanneemt. Tennissers organiseren soms hun eigen competities omdat ze zich niet in een georganiseerd keurslijf willen persen. De vraag is: moet je aan die mensen een traditioneel lidmaatschap aanbieden, voor een paar honderd euro per jaar? Of bied je ze de mogelijkheid om tegen een gereduceerd tarief zelf wedstrijden te organiseren op het moment dat die groep dat wil?” “Ook is een aantal veranderingen waar het verenigingsleven mee te maken heeft, te herleiden tot de digitalisering van de Pagina 10

Pagina 12

Scoor meer met een webwinkel in uw clubbladen. Velen gingen u voor en publiceerden vakbladen online.

CENTER COURT | nummer 3 2015 Lees publicatie 51Home


You need flash player to view this online publication