Overzichtsartikel (fig 2,B). Andere variaties zijn zeldzaam (fig 2).12 Sommige auteurs suggereren dat een afwijkend verloop van de n. ischiadicus een grotere kans geeft op PS.13 Dit wordt echter niet bevestigd door de eerdergenoemde meta-analyse, waarin de data van patiënten met een PS die een operatie ondergingen werden vergeleken met de data van de beenpreparaten; Bij 21 van de 130 geopereerde patiënten werd een anatomische variatie = 16,2% (CI van 10,7-23,5%) aangetroffen.12 verloop van de m. piriformis en de n. ischiadicus is desalniettemin van belang voor klinische situaties waarbij injecties of chirurgie in dit gebied plaatsvinden. Epidemiologie Levenslange prevalentie voor ischialgie (lage rugpijn/bilpijn met uitstraling naar het been) word geschat tussen 12 tot 27%.16 hernia nucleus pulposi.17 Rond de 80% van de patiënten uit deze groep had een Schattingen van het aantal patiënten met ischialgie door PS, komen uit tweede- of derdelijns klinieken en variëren sterk (< 1% (18), 6% (19) tot 15%).20 definities van PS in deze studies komen niet overeen. Ook zijn deze onderzoeken retrospectief en van slechte kwaliteit.18-20 Bij vrouwen komt PS meer voor (5 op de 6 volgens Pace et al. en 9 op de 14 volgens Benson et al.)19,20 meest voor rond het 30e–40e levensjaar.20-23 De dworden aangegeven: 1) directe irritatie en prikkeling van de n. ischiadicus t.g.v. compressie en/of wrijving door de m.piriformis en 2) myofasciale pijn uitgaande van de spier, vergelijkbaar met spierpijn door surmenage.26 Meerdere . PS komt het Verder beschrijven enkele experts dat sporters met veel sprongbelasting (met name basketballers en volleyballers) en duursporters (met name hardlopers en wielrenners) een grotere kans hebben op het krijgen van PS.7,24-26 Etiologie Betreffende de etiologie van PS bestaat geen consensus. Twee oorzaken voor het ontstaan van PS worden benoempathofysiologische mechanismen als verklaring van deze oorzaken worden beschreven (zie tabel 1).7 20,22,27-31 De meest voorkomende oorzaak van PS (63% - 100%) is een stomp trauma aan de bilregio. Er kan dan een lokaal haematoom ontstaan hetgeen kan resulteren in verlittekening van de spierfascie dichtbij de n. ischiadicus, die hierdoor beklemd kan raken.20-23,25,27,32 Daarnaast lijkt surmenage van de m. piriformis door intensief duursporten en sprongsporten een belangrijke oorzaak.7,24,26 Een andere mogelijke oorzaak is hyper- of hypomobiliteit in het SI gewricht, waardoor de m. piriformis Tabel 1: Overzicht van mogelijke oorzaken van het piriformis syndroom. Oorzaken piriformis syndroom Traumata (20, 31, 35) Hypertrofie van de m. piriformis - door belasting (36-39) - door intensief sporten (7, 24-26) - door hyper- of hypomobiliteit (1), i.c. v/h SI-gewricht. - tgv functiestoringen van de voet (compensatoir bij hyperpronatie in de voet (40). - na operaties aan de lumbale wervelkolom (41, 42) Atrofie van de m. piriformis (28, 43) Myositis ossificans (22, 27) Distonia musculorum deformans (30) Figuur 2: De prevalentie van verschillende anatomische variaties12 : A: 83,1% B: <0,5% C: <0,5% D: 14,7% E: 0,5% F: 1,3% (indeling volgens Beaton en Anson14 met dank aan Porkony15 ) Kennis van de prevalentie van een afwijkend Piriformis syndroom gelijkende oorzaken Compressie van de n. ischiadicus door: - m. obturatorius internus - mm. gemelli - Wallet sciatica - Aneurysmata, pseudo aneurysmata, varices - ruimte innemende processen in de pelvis - cysten, myomen uitgaande van de tr. urogenitalis - andere ruimte innemende processen (Intestinale tumoren) 18 Sport & Geneeskunde | september 2013 | nummer 4 Pagina 17

Pagina 19

Voor nieuwsbrieven, online lesmateriaal en magazines zie het Online Touch beheersysteem systeem. Met de mogelijkheid voor een online shop in uw vakbladen.

Sport & Geneeskunde nummer 4 | September 2013 Lees publicatie 25Home


You need flash player to view this online publication