Orthopedie Ski- en snowboardblessures Door: Wouter T.D.V. Van den Broecke Samenvatting Skiën en snowboarden blijven heel populaire sneeuwsporten, veel mensen beleven plezier aan deze ultieme vormen van ‘outdoor beleving’. De snelheid, het avontuur en het gevoel van vrijheid maken evenwel dat blessures om de hoek loeren. Het aantal blessures dat zich voordoet, is gelukkig nog ‘aanvaardbaar’. Daarbij is wel een vast patroon van letsels te zien in de skigebieden. Knieletsels komen nog altijd het vaakst voor, gevolgd door schouder- en hoofdletsels. Er ook wordt steeds meer geïnvesteerd in blessurepreventieve maatregelen. Een minimale kennis van de bergen en het materiaal in combinatie met een goede fysieke conditie zijn essentieel om blessurevrij door de ski- of snowboardvakantie te komen. Trefwoorden: skiën, snowboarden, skiletsels, blessurepreventie. eerste fase werden alle blessures opgelopen tijdens wereldbekerwedstrijden systematisch in kaart gebracht. De cijfers van de eerste twee seizoenen toonden een ongevalspercentage aan van 36.7 per 100 atleten per seizoen. Zevenenvijftig percent van die letsels gaf aanleiding tot een onbekwaamheid voor training en/of wedstrijden van minstens 8 dagen. De meerderheid (58%) van de letsels situeerden zich ter hoogte van de onderste ledeInleiding Alpineskiën behoort – net als bijna alle wintersporten – tot één van de meest complexe vormen van sportbeoefening. Er zijn weinig sporten waar men moet omgaan met een combinatie van factoren zoals snelheid, materiaal en een voortdurend wisselende omgeving (sneeuwkwaliteit, weersomstandigheden). Dat maakt de uitdaging om de grenzen te verleggen zo groot bij de recreatieve, maar ook bij de competitieve skiërs. En dat verhoogt uiteraard het risico op blessures. Epidemiologie Al verschillende jaren houden de grootste skinaties statistieken bij over het aantal skiblessures bij recreatieve skiërs dat zich elk seizoen opnieuw voordoet en over de verdeling van die letsels. Gemiddeld ziet men wereldwijd ongeveer twee geblesseerden per 1000 ski-uren.1 De actuele data over ski-ongevallen tonen licht verschillende cijfers voor mannen en vrouwen. Die cijfers vallen globaal gezien nog behoorlijk mee. De Internationale Ski Federatie (FIS) is in het seizoen 2006-7 gestart met het Injury Surveillance System (ISS). In een 10 Sport & Geneeskunde | februari 2014 | nummer 1 maten, met in 35.6 % van de gevallen een knieblessure en in 11.5 % een blessure aan het onderbeen. Bij 11.5 % werden lagerugletsels vastgesteld.2 Risicofactoren De risicofactoren voor de recreatieve en de competitieskiër zijn misschien niet dezelfde, maar ze zijn wel voor beide groepen multifactorieel. Er zijn een aantal intrinsieke en extrinsieke factoren. Intrinsieke factoren zijn onder meer de leeftijd (vooral adolescenten tussen 13 en 17 jaar), het geslacht (vooral mannen), de fysieke paraatheid en een gebrek aan angst.3 Extrinsieke risicofactoren zijn veel meer aan materiaal en omgeving gebonden: de kwaliteit van de ski’s, de kantenpreparatie van de ski’s, de instelling van de bindingen, de sneeuwkwaliteit en het zicht. Opvallend is dat een derde van de recreatieve skiërs zich blesseert tijdens de eerste of tweede skidag. Reisvermoeidheid en aanpassing aan de hoogte en het bergklimaat spelen daar een belangrijke rol bij. Maar ook het skiniveau is recht evenredig met het ongevalsrisico: minder goede skiërs zullen zich gemakkelijker blesseren dan meer ervaren en technisch betere skiërs; een goede en ervaren skiër zal zich daarente Pagina 9

Pagina 11

Heeft u een onderwijsmagazine, i-brochure of digi vakbladen? Gebruik Online Touch: pdf naar een online publicatie omzetten.

Sport & Geneeskunde nummer 1 | Februari 2014 Lees publicatie 27Home


You need flash player to view this online publication