opleiding (CTO). Daarbij hebben wij gewerkt aan de medische voorzieningen voor onze atleten, waarna wij ongeveer 80% van de A-, B- en high performance atleten voorzien. Er zijn vier Centra voor Topsport en Onderwijs (CTO) gekomen, waar snelle diagnostiek en adequate therapie kunnen plaatsvinden. Dit zijn Amsterdam, Eindhoven, Heerenveen en Papendal. Een 5e medisch netwerk moet in de regio Den Haag komen, waar beachvolleybal, skiën en zeilen zitten. We hebben een netwerk van 2e -lijn medisch specialisten gevormd, waar de sportartsen op kunnen draineren. Specialisten met de meeste expertise kunnen worden geconcentreerd. Radiologie is een stevig netwerk. Orthopedie is steviger gemaakt. Longartsen en cardiologen, waar minder een beroep op wordt gedaan, zijn oproepbaar. ” “In feite is het optimale team dat team wat het meest wenselijk is voor de atleet” Topsportpolis “In november 2013 is de topsportpolis bij Achmea gerealiseerd. De premie die de topsporters moeten afdragen is gelijk aan de basisverzekering. Dat wordt door Achmea aangevuld met een uitgebreid topsportpakket zoals fysiotherapie, massage, diagnostiek, etc. Het is een dringend advies van NOC om alle A-, B- en high performance sporters hierin te krijgen. Zo wordt het hierboven geschetste medische netwerk van medische zorg voor onze topatleten vergoed. Achmea heeft daarnaast voor de niet-statushouders een aantrekkelijke sportpolis ontwikkeld.” Heb jij een droom voor de Zomerspelen van Rio de Janeiro in 2016? “De medische ploeg is een logisch uitvloeisel van dit hierboven genoemde netwerk. De rode draad moet onafhankelijk zijn van de waan van de dag. Het model is gebouwd vanuit de wensen van de atleten en coaches. Nu volgt de Investering in jonge talentvolle topsportartsen via de Topsport Artsen Masterclass.” Heb jij nog een laatste opmerking? “Wij moeten blijven beseffen hoe belangrijk medische zorg is voor topsporters. Daarom geven wij die krachtige impuls uit NOC*NSF. Wij mogen niet terugkeren naar ‘de medische zorg als sluitpost van de begroting’. ” Met deze waardevolle laatste opmerking besluiten wij het interview. Wij wensen ‘onze’ topsporters, begeleiders, en het medisch begeleidingsteam Nederland veel succes in Sochi. Met dank aan Cees-Rein, die elke honderdste seconde van dit interview vulde met waardevolle informatie, achtergronden en zijn persoonlijke visie. Wie eenmaal met Cees-Rein in gesprek gaat weet dat je eigenlijk dagenlang zou kunnen discussiëren over het medisch begeleidingsteam Nederland. Nicole Eyssen, redacteur Arko Sport Media BV, voor het terzijde staan bij dit waardevolle interview. Het sportmedische begeleidingsteam van Italië Naar aanleiding van het interview met Cees-Rein van den Hoogenband, chef-arts van het medische begeleidingsteam van Nederland, werden enkele vragen uit genoemd interview ook aan de chef-arts van het medische begeleidingsteam van Italië voorgelegd. Het Nederlands medische begeleidingsteam heeft nauwe samenwerking met die van o.a. Noorwegen en Zwitserland, maar niet met Italië. De chef-arts van Italië is Antonio Spataro. Hij is werkzaam als sportcardioloog op Istituton di Medicina dello Sport (CONI) in Rome. Op dit instituut werken medisch specialisten in dienst van het Italiaans Olympisch Comité. Het medische begeleidingsteam voor de komende Winterspelen bestaat uit 13 dokters, 15 fysiotherapeuten en 2 psychotherapeuten. In de voorbereiding naar de Spelen wordt elke topatleet medisch gekeurd en begeleid door de bondsarts. De bondsarts bespreekt ook de relevante paramedische zaken met de topatleet. Er worden geen speciale voorbereidingen getroffen vanuit de medische staf van het Italiaans Olympisch Comité zelf. In de tas van het medische begeleidingsteam zitten de gebruikelijke medische spullen. AED’s nemen zij zelf niet mee, omdat IOC daar zelf al in voorziet. nummer 1 | februari 2014 | Sport & Geneeskunde 9 Pagina 8

Pagina 10

Heeft u een relatiemagazine, online publisher of digi-uitgaven? Gebruik Online Touch: folder online op uw website plaatsen.

Sport & Geneeskunde nummer 1 | Februari 2014 Lees publicatie 27Home


You need flash player to view this online publication