Tabel 2 De kenmerken van de back swing fase. Schietkant Bekken: naar 20 graden posterieure rotatie en vooroverkanteling van 25 graden Heup: naar 30 graden extensie met 20 graden exorotatie Knie: naar 50 graden fl exie Enkel: naar submaximale plantairfl exie Tabel 3 De kenmerken van de fase van leg cocking. Schietkant Bekken: anterieure rotatie Heup: naar 0 graden fl exie en 25 graden abductie met afnemende exorotatie Knie: naar 110 graden fl exie Enkel: submaximale plantairfl exie Tabel 4 De kenmerken van de acceleration fase. Schietkant Bekken: achterover kanteling van 25 graden en anterieure rotatie van 20 graden Heup: naar 20 graden fl exie met afnemende abductie Knie: van 110 graden naar 40 graden fl exie Enkel: voor balcontact enige dorsaalfl exie en tijdens balcontact enige abductie, eversie en plantairfl exie Tabel 5 De kenmerken van de follow through. Schietkant Bekken: protractie bekken stopt Heup: 20 naar 90 graden fl exie met adductie Knie: 20 graden fl exie Enkel: van submaximale plantairfl exie naar dorsaalfl exie Niet-schietkant Arm: naar 160 graden horizontale extensie Schouder: naar 20 graden retractie Romp: naar maximale extensierotatie Niet-schietkant Arm: horizontale fl exie (richting adductie) Schouder: naar protractie Romp: fl exierotatie naar de schietkant Standbeen: de voet maakt grondcontact. Heup- en kniefl exie 25 graden Niet-schietkant Arm: fl exie en adductie Schouder: naar 20 graden protractie Romp: fl exierotatie Standbeen: heup en kniefl exie naar 45 graden en strekking vlak voor balcontact Niet-schietkant Arm: maximaal doorgevoerde fl exie en adductie Schouder: maximale protractie Romp: maximale fl exierotatie Standbeen: strekking tot 0 graden bij toe-off Krachtanalyse van de wreeftrap Een maat voor de kwaliteit van de trap is de balsnelheid2,24,30 . Het is relevant om na te gaan welke krachten bijdragen aan een effectieve trap en, in het kader van blessurepreventie, wat de bijdrage van spierkracht is aan het schot. Bij onderzoek naar de oorzakelijkheden van balsnelheid is het gebruikelijk om de hoeksnelheid van het onderbeen als uitkomstmaat te nemen2,32 . Bij de wreeftrap wordt de hoeksnelheid van het onderbeen niet alleen veroorzaakt door het moment (kracht x arm) van spieren over het kniegewricht zelf, maar van het netto moment van alle betrokken gewrichten in de gehele bewegingsketen (beweging gerelateerd moment). Het effect van intersegmentale bewegingen is vele malen groter dan de optelsom van de effecten van alle gewrichten en spieren afzonderlijk uit de bewegingsketen33 derdeel van het schot1 . Romprotatie vormt een essentieel on. Naito4 onderzocht de causale relatie tussen drie-dimensionale bewegingen van betrokken lichaamsdelen (segmenten) en de hoeksnelheid van het onderbeen tijdens de wreeftrap. Hierbij werd onderscheid gemaakt tussen gewrichtsbewegingen (intersegmentaal nummer 1 | maart 2012 | Sport & Geneeskunde 21 Pagina 20

Pagina 22

Heeft u een archief, youcanflip of internet clubbladen? Gebruik Online Touch: onderwijs catalogus online bladerbaar maken.

Sport & Geneeskunde nummer 1 | maart 2012 Lees publicatie 10Home


You need flash player to view this online publication