Klinische les te kunnen functioneren zonder hulp van derden. Indien de patiënt bij ontslag aan deze ‘Functional Milestones’ voldoet, is deze in de thuissituatie zelfredzaam. Pijn staat niet centraal in het ontslag- en revalidatiebeleid, maar het kunnen uitvoeren van activiteiten. In Nederland bestaan verschillende revalidatieschema’s na een TKP. Er is geen consensus door gebrek aan kennis over de revalidatie, de enorme variatie in de TKP en de ervaring van de operateur en behandelend fysiotherapeut. 5 Promise: heeft patiënt reëel beeld Patiënten die een TKP ondergaan, hebben over het algemeen preoperatief hoge verwachtingen over de vermindering van pijnklachten, verbetering van fysiek functioneren en de verbetering van hun psychosociale welzijn. Deze verwachtingen ontstaan door het sociale netwerk van de patiënt, de voorlichting door de hulpverleners en eigen onderzoek van de patiënt. Uit onderzoek blijkt dat 55-98% van de patiënten na een TKP verwacht pijnvrij te zijn na de operatie, 40 -52% verwacht geen beperkingen meer te hebben in hun dagelijks functioneren.8,10 De verwachtingen van patiënten zijn soms onrealistisch, omdat er geen rekening wordt gehouden met de mate van beperkingen voor de operatie. Het is bekend dat preoperatieve functies het resultaat na een TKP bepalen. Voorlichting is een belangrijk onderdeel van de behandeling van een TKP. Adequate voorlichting zorgt voor een reëel beeld van de mogelijkheden en onmogelijkheden na een TKP. De motivatie van de patiënt speelt een belangrijke rol. Uit onderzoek van Bonnin et al19 blijkt dat het hervatten van sportactiviteiten met een TKP niet alleen afhankelijk is van de TKP, maar ook voor een groot deel van de motivatie van de patiënt om weer te gaan sporten. Gemotiveerde patiënten waren na de operatie in staat om zeer intensieve sporten, zoals skiën, tennis en hardlopen, weer op te pakken.19 6 Propriocepsis en perifere bewegingsaansturing Postoperatief is het belangrijk om te onderzoeken hoe de patient het verlies van de VKB, menisci, en soms AKB binnen het motorische leerproces postoperatief gaat opvangen. Daarvoor is het belangrijk om te weten of en zo ja, hoelang de patiënt preoperatief een compensatoir looppatroon heeft gehad. Bij de klinische beoordeling van dit compensatoir looppatroon is het belangrijk te herkennen of de patiënt zijn preoperatief opgebouwde looppatroon weer kan loslaten. Is de patient in staat de in mechanisch opzicht gecreerde mogelijkheden ook in motorisch opzicht maximaal te benutten: met ander woorden de vrijheidsgraden weer gebruiken. Plaatsing van een TKP leidt tot afname van afferente informatie. Door de immobili30 Sport & Geneeskunde | maart 2012 | nummer 1 satie wordt het neurale systeem vrijwel direct gedwongen tot reorganisatie en adaptatie. Aangenomen wordt dat de spierkrachttoename in de vroege fase van training het gevolg is van een verbeterde neurale aansturing van de actieve spiervezels door het centrale zenuwstelsel (per tijdseenheid worden meer motor units gerecruteerd). De klinische betekenis hiervan lijkt relevant. Conclusie Een eenduidig sportadvies voor de patiënt met een TKP kan op basis van de huidige literatuur niet worden gegeven. Studies die sportactiviteiten na een TKP hebben onderzocht doen nauwelijks tot geen aanbevelingen over de sportmogelijkheden na een TKP. Er wordt enkel gekeken naar aantallen sporters, sporthistorie en redenen om al dan niet te sporten. Ook de invloed van het sporten op de prothese is nauwelijks onderzocht. Het hanteren van de zogenaamde 6 P’s kan een bijdrage leveren aan het sportadvies voor patiënten met een TKP en mogelijke individuele verschillen verklaren. Verder onderzoek naar de lange termijneffecten van diverse sporten op de levensduur van de TKP Is noodzakelijk om een verantwoord sportadvies te kunnen geven. Referenties 1 Tiessen-Raaphorst A. Sportdeelname in Nederland, sociaal en cultureel planbureau. April 2010 2 Ewald F, Christie MJ. Results of cemented total knee replacement in young patients. Orthop Trans 1987;11(442) 3 McGirory I3J, Stuart MJ, Sim FH. Participation in sports after hip and knee arthroplasty: Review of literature and survey of surgeon preferences. Mayo Clin Proc 1995;70:342-348 4 Crowningshield RD, Rosenberg AG, Sporer SM. Changing demographics of patients with Total joint replacement. Clin Orthop Rel Res 2006;443:266-272 5 Chatterji U, Ashworth MJ, Lewis PL, et al. Effect of total knee arthroplasty on recreationl and sporting activity. ANZ J Surg 2005;75:405-408 6 Praemer A, Fumer S, Rice DR. Medical implants and major joint procedures, in Musculoskeletal Conditions in the United States. American Academy of Orthopaedic Surgeons 1992;141:pp(127) 7 Bradbury N, Borton D, Spoo G, Cross MJ. Participation in sports after total knee replacement. Am J Sports Med 1998;26(4):530-535 8 Nilsdotter AK, Toksvig-Larsen S, Roos EM. Knee arthroplasty: are patients‘ expectations fulfi lled? A prospective study of pain and function in 102 patients with 5-year follow-up. Acta Orthopaedica 2009;80(1):55-61 9 Papalia R, Del Buono A, Zampogna BMaffulli N, Denaro V. Sport activity following joint arthroplasty: a systematic review. British Medical Bulletin 2011;1-23 Pagina 29

Pagina 31

Interactieve digitale folder, deze flyer of onderwijsmagazine is levensecht online geplaatst met Online Touch en bied het digitaal op uw website plaatsen van e-edities.

Sport & Geneeskunde nummer 1 | maart 2012 Lees publicatie 10Home


You need flash player to view this online publication