Richtlijnen ructie gerandomiseerd tussen een versneld en een nietversneld revalidatieprogramma. Hij vond geen verschillen in uitkomstmaten tussen een versneld en niet versneld revalidatieprogramma twee jaar postoperatief. Voor evaluatie van de toegevoegde waarde van fysiotechniek in het post-operatieve traject is nauwelijks onderzoek aanwezig. Conclusies van de werkgroep • Het is aan te bevelen kracht- en neuromusculaire training te combineren in de postoperatieve behandeling. • Het is aan te bevelen in de vroege revalidatiefase uitsluitend gesloten keten oefeningen toe te passen. • Er is geen reden voor het gebruik van braces in het postoperatieve traject na een VKB-reconstructie. • Het is aannemelijk dat binnen een periode van 3 maanden post operatief een hervatting van zwaar fysieke activiteiten in werk en of sport niet verantwoord is. Derhalve wil de commissie adviseren dat zwaar fysieke revalidatie belasting, rennen, kap en draai sport, knie belastend werk en risico activiteiten, waarbij op de knie vertrouwd moet kunnen worden, de eerste drie maanden worden ontraden. Vanuit patientenperspectief werden aan de werkgroep nog de volgende aanbevelingen/opmerkingen gegeven: • De patiënt vindt het belangrijk dat er tijdig een goede diagnose gesteld wordt zodat de patiënt niet onnodig lang doorloopt met een “slechte” knie. • De patiënt vindt het belangrijk uitleg te krijgen over de procedure (waar moet men eventueel rekening mee houden; managen van verwachtingen). • De patiënt vindt het belangrijk dat de nazorg in het ziekenhuis verbetert, deze is volgens de patiënt op het moment erg slecht. • De patiënt vindt het belangrijk dat er een goede communicatie is tussen de verschillende behandelaars (chirurg, arts, revalidatiearts, fysiotherapeut). • De arts dient eerlijk te zijn ten opzichte van de patiënt en de patiënt door te verwijzen naar een andere arts als hij niet voldoende expertise heeft. Referenties 1. Field MJ, Lohr KN. Guidelines for clinical practice, from the developement to use. Press NA, editor. Washington: Institute of Medicine; 1992. 2. Grol RTPM, Wensing MJP. Implementatie, effectieve verbeteringen in de patientenzorg. gezondheidszorg E, editor. Maarssen2006. 3. Belo JN, Berg HF, Klein Ikkink AJ, Wildervanck-Dekker CMJ, Smorenburg HAAJ, Draijer LW. Standaard traumatische knieklachten. huisarts Wet. 2010;54(3):147-58. 4. Saris DBF, Diercks FL, Meuffels DE, Fievez AWFM, Patt TW, Hart van der CP, et al. Richtlijn voorste kruisbandletsel 2011. www.kwaliteitskoepel. nl/assets/structured-fi les/2011/voorste_kruisband.pdf 5. www.agreecollaboration.org. 6. www.ncbi.nlm.nih.goc/pubmed. 7. www.Cochranelibrary.com. 8. www.cbo.nl/thema/Richtlijnen/EBRO-handleiding/. 9. Solomon DH, Simel DL, Bates DW, Katz JN, Schaffer JL. The rational clinical examination. Does this patient have a torn meniscus or ligament of the knee? Value of the physical examination. JAMA. 2001;286(13):161020. Epub 2001/10/05. 10. Benjaminse A, Gokeler A, van der Schans CP. Clinical diagnosis of an anterior cruciate ligament rupture: a meta-analysis. J Orthop Sports Phys Ther. 2006;36(5):267-88. Epub 2006/05/24. 11. Scholten RJ, Opstelten W, van der Plas CG, Bijl D, Deville WL, Bouter LM. Accuracy of physical diagnostic tests for assessing ruptures of the anterior cruciate ligament: a meta-analysis. J Fam Pract. 2003;52(9):689-94. Epub 2003/09/12. 12. Oei EH, Nikken JJ, Verstijnen AC, Ginai AZ, Myriam Hunink MG. MR imaging of the menisci and cruciate ligaments: a systematic review. Radiology. 2003;226(3):837-48. Epub 2003/02/26. 13. CrawFord R, Walley G, Bridgman S, Maffulli N. Magnetic resonance imaging versus arthroscopy in the diagnosis of knee pathology, concentrating on meniscal lesions and ACL tears: a systematic review. Br Med Bull. 2007;84:5-23. Epub 2007/09/06. 14. Kocabey Y, Tetik O, Isbell WM, Atay OA, Johnson DL. The value of clinical examination versus magnetic resonance imaging in the diagnosis of meniscal tears and anterior cruciate ligament rupture. Arthroscopy. 2004;20(7):696-700. Epub 2004/09/04. 15. Reid A, Birmingham TB, StratFord PW, Alcock GK, Giffi n JR. Hop testing provides a reliable and valid outcome measure during rehabilitation after anterior cruciate ligament reconstruction. Phys Ther. 2007;87(3):337-49. Epub 2007/02/22. 16. Roos EM, Roos HP, Lohmander LS, Ekdahl C, Beynnon BD. Knee Injury and Osteoarthritis Outcome Score (KOOS)--development of a self-administered outcome measure. J Orthop Sports Phys Ther. 1998;28(2):88-96. Epub 1998/08/12. 17. de Groot IB, Favejee MM, Reijman M, Verhaar JA, Terwee CB. The Dutch version of the Knee Injury and Osteoarthritis Outcome Score: a validation study. Health Qual Life Outcomes. 2008;6:16. Epub 2008/02/28. 18. Haverkamp D, Sierevelt IN, Breugem SJ, Lohuis K, Blankevoort L, van Dijk CN. Translation and validation of the Dutch version of the International Knee Documentation Committee Subjective Knee Form. Am J Sports Med. 2006;34(10):1680-4. Epub 2006/07/04. 32 Sport & Geneeskunde | juni 2012 | nummer 2 Pagina 31

Pagina 33

Voor vaktijdschriften, online vaktijdschriften en publicaties zie het Online Touch content management system systeem. Met de mogelijkheid voor een webwinkel in uw club bladen.

Sport & Geneeskunde nummer 2 | Juni 2012 Lees publicatie 14Home


You need flash player to view this online publication