Sportmedische Praktijk Een marathonschaatser met een hypertroof linkerventrikel Hoe te differentiëren tussen een fysiologisch sporthart en pathologische hypertrofe cardiomyopathie? Door: R.J. de Vos, A. Weir, R.F. Veldkamp Samenvatting Regelmatige sportactiviteit leidt tot fysiologische aanpassingen van het lichaam. Een van deze adaptaties is een toegenomen cardiale spiermassa, wat in de volksmond als sporthart wordt aangeduid. Toename in ventriculaire wanddikte is ook de fenotypische uiting van een relatief frequente erfelijke cardiale aandoening: de hypertrofe cardiomyopathie of HCM. De wereldwijde prevalentie van HCM is 1 op 500. Met name myocardiale fi brose, obstructie van de linker ventrikel uitstroombaan (Left Ventricular Outfl ow Tract, LVOT) en aritmieën worden onderkend als risicovolle complicaties die collaps en ”sudden cardiac death” (SCD) tot gevolg kunnen hebben. HCM is bij jonge sporters (<35 jaar) de meest voorkomende oorzaak van SCD. De differentiatie tussen het fysiologische sporthart en de pathologische cardiomyopathie is dan ook zeer belangrijk in de sportgeneeskundige en cardiologische praktijk. Anamnese, klinisch onderzoek en een rust-ECG zijn belangrijke onderdelen van de screening naar HCM. Wanneer een HCM vermoed wordt, is verwijzing naar een cardioloog voor verdere diagnostiek met behulp van echocardiografi e, een inspanningstest en eventueel MRI geïndiceerd. Bij bewezen HCM is er een restrictie voor veel soorten competitieve sportbeoefening. Er is slechts mogelijkheid voor participatie in laag statische en laag dynamische sporten. Bèta-blokkers en het opheffen van een aanwezige obstructie van de linker ventrikel uitstroombaan maken deel uit van de behandeling van de HCM. In het kader van preventie van een SCD kan een Implanteerbare Cardioverter-Defi brillator (ICD) implantatie overwogen worden, waarvoor strikte criteria worden gehanteerd. Deze casus beschrijft de diagnostische mogelijkheden om een sporthart van een HCM te differentiëren. Summary Regular participation in sports activity leads to physiological adaptations. One of these adaptations is an increased cardiac muscle mass, which is also known as the “athlete’s heart”. This increase in ventricular wall thickness is also a characteristic of hypertrophic cardiomyopathy (HCM), an inherited disease with a prevalence of 1 in 500. Myocardial fi brosis, Left Ventricular Outfl ow Tract (LVOT) obstruction and ventricular arrhythmias are considered as life-threatening complications which can cause Sudden Cardiac Death (SCD). HCM is the most frequent cause of SCD in young athletes (age <35 years). Differentiation between the physiological “athlete’s heart” and a pathological HCM is therefore of great importance and can be performed by analysis of various characteristics. The history, physical examination and resting ECG are essential tools in the screening for HCM. When HCM is suspected, referral to a cardiologist is indicated for further analysis with echocardiography, exercise testing and possibly Magnetic Resonance Imaging (MRI). In the case of proven HCM, only low static and low dynamic competitive sports are allowed. Other treatment options for HCM are the prescription of bèta-blocking agents and a reduction of any outfl ow tract obstruction. SCD can be prevented with an Implantable Cardioverter Defi brillator (ICD), however there are strict indications for this treatment. This case report describes the use of additional diagnostics to differentiate an “athlete’s heart” from a HCM. Trefwoorden: Sporthart, Hypertrofe Cardiomyopathie, HCM, Sudden Cardiac Death (SCD) Key words: athlete’s heart, hypertropic cardiomyopathy, HCM, Sudden Cardiac Death (SCD) 6 Sport & Geneeskunde | juni 2012 | nummer 2 Pagina 5

Pagina 7

Interactieve ebrochure, deze vakblad of clubmagazine is levensecht online geplaatst met Online Touch en bied het online bladerbaar uitgeven van e-relatiemagazines.

Sport & Geneeskunde nummer 2 | Juni 2012 Lees publicatie 14Home


You need flash player to view this online publication