Kliniek, research en onderwijs Naast de grote vergezichten zijn er projecten die zich richten op een aantal praktijkgestuurde specifi eke kenniscentra – de parels. Naast de enorme uitbreiding van Aspetar die eind 2012 moet leiden tot een volledig nieuwe vleugel voor de sportgeneeskunde met acht polikamers, alsmede de missie dat we ‘een leider zijn in sportgeneeskunde in 2015’ is er ook nog het gewone handwerk. Drukke poli’s – vooral traumatologie - gedurende het sportseizoen dat loopt van oktober tot mei en een idem keuringsafdeling waar alle profvoetballers van het land in de zomermaanden hun FIFA-medical ondergaan, vormen de hoofmoot van ons klinische werk. Door het aangaan van een samenwerkingovereenkomst met Weill Cornell Medical College in 2009, een van de acht Amerikaanse Ivy League universiteiten met een dependance in Qatar, heeft de klinische wetenschap en onderwijs zich goed kunnen ontwikkelen. De research leidt inmiddels tot vele internationale publicaties, waarbij vooral de sportwetenschappers en sportmedische cardiologie goed scoort. Sinds de opening van het ziekenhuis zijn er meer dan 100 peer-reviewed internationale artikelen gepubliceerd. Uw twee ex-hoofdredacteuren zijn aangesteld om de kwaliteit en sportfysiotherapeutische en sportgeneeskundige wetenschappelijke output te stimuleren. De jonge parels, waaronder medisch studenten van Weill Cornell en de fellows uit Nieuw Zeeland, Engeland en binnenkort ook Nederland krijgen volop de mogelijkheid om zich verder te ontwikkelen in een internationaal team van sportartsen. Export leidt tot import Valt er dan niets te klagen voor of over de Nederlandse sportartsen in den vreemde? Dat hangt vooral af van het perspectief. Sommigen zien ons vertrek als een uitvloeisel van het magere beleid van overheid en zorgverzekeraars voor de sportgeneeskunde. Anderen vinden het nogal gemakkelijk dat Qatar met geld de sportartsen uit Nederland opvist. Dat Qatar geen echte sporthistorie heeft en zijn medailles probeert te kopen, wordt ook wel eens geopperd. Allemaal valide argumenten, maar Nederland is zoals boven aangegeven een land dat leeft van de export van producten en kennis. Het is daarom een groot bewijs van erkenning voor de Nederlandse sportgeneeskunde dat zij zich op deze wijze in het buitenland kan profi leren. Overigens zal de in Qatar opgedane kennis ook snel kunnen worden geïmporteerd in Nederland. In 2013 zullen twee Nederlandse sportartsen in opleiding een zes maanden klinisch fellowship volgen en een promovendus zal een deel van zijn promotieonderzoek doen. Deze jonge parels zullen de opgedane kennis van kliniek en internationaal netwerk na zes maanden alweer importeren! Als bovenstaande argumenten op de juiste wijze kunnen worden ingezet voor de Nederlandse situatie dan verwachten wij eerder een ‘brain-gain’ voor de Nederlandse sportgeneeskunde dan een ‘brain drain’. Het miskennen ervan zou oliedom zijn! Shukran, Robbart van Linschoten & Hans Tol, sportartsen ASPETAR, Qatar Orthopaedic and Sports Medicine Hospital dr Robbart van Linschoten, robbart.vanlinschoten@aspetar.com dr Hans Tol, johannes.tol@aspetar.com ASPETAR, Qatar Orthopaedic and Sports Medicine Hospital, PO Box 29222, Doha, Qatar 4 Sport & Geneeskunde | augustus 2012 | nummer 3 Pagina 3
Pagina 5Scoor meer met een online shop in uw magazines. Velen gingen u voor en publiceerden lesmateriaal online.
Sport & Geneeskunde nummer 3 | Augustus 2012 Lees publicatie 15Home