omgeving.32 Het is mogelijk dat het brein ervaart dat het proprioceptieve signaal van de enkel op een onstabiele ondergrond onbetrouwbaar wordt bevonden, en dat het brein kiest voor een zwaardere weging van andere systemen met informatie over de houding. De output van spierspoeltjes is afhankelijk van lengte en lengteverandering van een spier.19,20 De schommelingen van het lichaamszwaartepunt (sway) die plaatsvinden in stand, leiden op een stabiele ondergrond tot een hoekverandering in de enkel, en daarmee tot een verandering in de lengte van alle spieren rond de enkel. Op foam zal een verandering in positie van het lichaamszwaartepunt tevens leiden tot indrukken van het materiaal, waardoor de hoekverandering in de enkel, en de daarmee gepaard gaande lengte verandering van de kuitspieren, afneemt. Het zelfde fenomeen vindt plaats op een oefentol. Een consequentie is dat de proprioceptieve informatie uit de enkelspieren van het gehele lichaam ten opzichte van de verticaal niet overeenkomstig is met informatie uit andere systemen, met als mogelijk gevolg dat de sensorische informatie afkomstig van deze spieren minder gewogen wordt. Een alternatieve verklaring is dat het brein verandert van motorische strategie simpelweg om de balans te behouden. Natuurlijke houdingsschommelingen geven een verandering van de positie van het LZP (sway) ten opzichte van het draaipunt van de enkel, wat tot een motorische actie leidt om niet te vallen. Op een instabiele ondergrond is het motorische effect van de enkelmusculatuur verminderd. Uit eerder onderzoek is gebleken dat mensen van motorische strategie veranderen als zij de ondergrond als instabiel ervaren. Door een verandering van motorische strategie van enkel naar heup wordt de sensorische informatie van deze regio zwaarder gewogen. Deze verklaring sluit aan bij het grotere effect van vibratie van de paraspinale musculatuur tijdens de conditie met instabiele ondergrond zoals gerapporteerd door Brumagne et al. en Kiers et al.28,30 Beide verklaringen sluiten elkaar niet uit en sluiten aan bij de bevindingen van Ivanenko et al. Zij vonden dat vibratie van spiergroepen die verplaatsing van het LZP in het sagittale/ transversale vlak controleren alleen in verplaatsing van het LZP resulteerde als de ondergrond in het sagittale/ transversale vlak stabiel was, en niet als de ondergrond instabiel was.33 Op basis van de resultaten van de besproken studies concluderen wij dat op een instabiele ondergrond een verandering in de weging van het proprioceptieve signaal plaatsvindt, waarbij er minder nadruk op de enkel geplaatst wordt. Dit is echter het tegenstelde van wat er beoogd wordt tijdens proprioceptieve enkeloefeningen. Waarschijnlijk spelen andere sensorische systemen een belangrijke verklarende rol in de effecten van revalidatie na enkelbandletsel: het vestibulaire systeem, visus of het centrale proprioceptieve wegingssysteem. In overeenstemming met deze suggestie rapporteerde Zazulak et al. dat de actieve repositioneringsfout van de romp voorspellend was voor toekomstige knieblessures bij vrouwelijke sporters.34 Er is een zeer recente (2012) review naar intrinsieke risk factoren, waarin men concludeert dat er een voorspellende waarde is van joint position sense op het ontwikkelen van een enkelblessure.35 Dat suggereert dat men revalidatie van enkelletsel voor wat proprioceptie betreft effectiever kan inrichten door haar op twee doelen te richten. Ten eerste op het vermogen van het centrale zenuwstelsel te switchen tussen de verschillende bronnen van informatie, zoals dat gebeurt in situaties op een instabiele ondergrond, en ten tweede op de adequaatheid van het proprioceptieve signaal rond de enkels zelf. Er zou een situatie gecreëerd moeten worden waarin mogelijke compenserende systemen zoveel mogelijk uitgeschakeld zijn. Dit zou men kunnen doen door de ogen te sluiten, het hoofd te kantelen en/ of andere compenserende spiersystemen te vermoeien. Onderzoek heeft namelijk aangetoond dat bij vermoeidheid van spiergroepen een gelijkaardige verandering van motorische strategie veroorzaakt.36 Verder onderzoek in deze richting is gewenst teneinde oefenprogramma’s te optimaliseren. Conclusie De huidige literatuur suggereert dat balansoefeningen op een instabiele ondergrond het proprioceptieve signaal uit de enkel niet extra aanspreken. Het is daarom onwaarschijnlijk dat oefeningen op instabiele ondergrond het perifere proprioceptieve systeem trainen. Het is waarschijnlijker dat dergelijke oefeningen andere houdingssystemen stimuleren, dan wel de capaciteit van het centrale zenuwstelsel om te schakelen tussen deze systemen. Prospectief interventieonderzoek is noodzakelijk om dit te verifiëren. Om de effectiviteit van enkelrevalidatie te vergroten, wordt aanbevolen trainingmethoden te onderzoeken die gebruik maken van situaties waarin het perifere proprioceptieve signaal nadrukkelijker wordt aangesproken. Het lijkt onwaarschijnlijk dat het gebruik van instabiele ondergronden zou kunnen leiden tot een verbetering van de proprioceptie van de enkel nummer 4 | oktober 2012 | Sport & Geneeskunde 31 Pagina 30

Pagina 32

Voor kranten, online onderwijs magazines en PDF-en zie het Online Touch content management system systeem. Met de mogelijkheid voor een online winkel in uw mailings.

Sport & Geneeskunde nummer 4 | Oktober 2012 Lees publicatie 16Home


You need flash player to view this online publication