Medisch ethische commissie De sessie werd afgesloten met een tweede stemronde over de drie stellingen. Tweederde van de aanwezigen was na afl oop van de presentaties en de plenaire discussie de mening toegedaan dat de Richtlijnen voor het sportmedisch handelen voldoende ruimte bieden om sporters met vragen of problemen in verband met het gebruik van prestatiebevorderende middelen adequaat te kunnen begeleiden. Het overgrote deel van de aanwezigen was het oneens met de stelling dat het huidige internationale antidopingbeleid als gevolg heeft dat sportartsen niets te maken willen hebben met sporters die vragen hebben over het gebruik van dopinggeduide middelen. Over de stelling ‘Sportartsen zijn bij uitstek de dokters die kennis en expertise hebben om adequaat te kunnen ingaan op hulpvragen die samenhangen met het gebruik van dopinggeduide middelen’ was een ruime meerderheid van de aanwezigen van mening dat dit op dit moment niet zo is. Conclusies De Gezondheidsraad signaleert in haar rapport Dopinggebruik in de ongeorganiseerde sport in 2010 dat het gebruik van prestatiebevorderende middelen in de ongeorganiseerde sport een probleem is dat vraagt om adequate zorg en begeleiding ter voorkoming van gezondheidsschade. Diverse disciplines uit het veld van zorgverleners zouden hierbij betrokken kunnen worden, waaronder ook de sportartsen. Zij kunnen sporters adviseren over alternatieve mogelijkheden om hun prestaties te verbeteren. Voorts kunnen zij de gezondheid van sporters die een hulpvraag hebben over ‘veilig’ gebruik van middelen met behulp van gezondheidscontroles en laboratoriumdiagnostiek monitoren. Duidelijk moet nog worden in hoeverre de internationale dopingregelgeving sportartsen die actief zijn in de medische begeleiding van topsporters belemmert in eventuele advisering over het gebruik van prestatiebevorderende middelen aan ongeorganiseerde sporters. Sporters die gezondheidsklachten hebben door het gebruik van middelen kunnen in geval van complexe problematiek begeleid worden door een internist of endocrinoloog. De Anabolen Poli, zoals op dit moment georganiseerd is in het Kennemer Gasthuis, voorziet hier in een behoefte. Wanneer sprake is van verslavingsproblematiek of gecombineerd gebruik met andere psychotrope middelen dan is begeleiding door zorgverleners uit de verslavingszorg eerder aangewezen. De Richtlijnen voor het sportmedisch handelen bieden in principe voldoende ruimte om sporters met vragen of problemen in verband met het gebruik van prestatiebevorde40 Sport & Geneeskunde | oktober 2012 | nummer 4 rende middelen adequaat te kunnen begeleiden. Mogelijk is aanpassing van het curriculum voor de opleiding tot sportarts noodzakelijk om ervoor te zorgen dat sportartsen in de toekomst ook voldoende zijn toegerust voor deze taak. Voorts is het van belang dat bekendheid van de Richtlijnen voor het sportmedisch handelen bij andere zorgverleners dan alleen de sportartsen de komende jaren wordt vergroot. Literatuur 1. Stubbe J, Chorus A, Frank L, de Hon O, Schermers P, van der Heijden P. Prestatiebevorderende middelen bij fi tnessbeoefenaars. Leiden: TNO; 2009. 2. Mheen D van de, Schoenmakers T. Dopinggebruik onder de algemene Nederlandse bevolking. Instituut voor onderzoek naar leefwijzen en verslaving. Rotterdam: 2009. 3. Gezondheidsraad. Dopinggebruik in de ongeorganiseerde sport. Den Haag: Gezondheidsraad, 2010; publicatienr. 2010/03. 4. Vereniging voor Sportgeneeskunde. Richtlijnen voor artsen omtrent het sportmedisch handelen. 1996. Utrecht. 5. Centrum voor bio-ethiek en gezondheidsrecht, Universiteit van Utrecht. Sollie P. VSG Richtlijnen voor artsen omtrent het sportmedisch handelen - Evaluatie en aanbevelingen. Utrecht: 2003. 6. Dijk WK van. ‘De miskende alcoholist’. Ned. Tijdschr. Geneesk. 1979 Jul 21;123(29):1228-36. Over de auteurs Esther Schoots, sportarts Ivo van Hilvoorde, sportfi losoof (VU Amsterdam/Windesheim) Namens de leden van de medisch ethische commissie van de VSG: Maarten Koornneef Edwin Goedhart Diederik van Meersbergen Corine Ottevanger Pagina 39

Pagina 41

Heeft u een onderwijs catalogus, virtual paper of digitale drukwerk? Gebruik Online Touch: onderwijscatalogus digitaal op uw website plaatsen.

Sport & Geneeskunde nummer 4 | Oktober 2012 Lees publicatie 16Home


You need flash player to view this online publication