Overzichtsartikel ren, persoonlijkheid, etc.); interpersoonlijke (relatie met andere dansers en met artistieke directie van de danscompagnie) en situatiegebonden factoren (financiële aspect, eisen van de choreografie). Daarnaast identificeerden zij drie vormen van coping. In deze studie werd er echter geen relatie gelegd met de klachten. Deze onderzoeksgroep bestudeerde eveneens het effect van een bijkomende psychologische interventie ten opzichte van extra fitness training. Uit deze studie blijkt dat dansers die de psychologische interventie gevolgd hadden betere coping vaardigheden vertoonden en beter bestand waren tegen stressvolle situaties.65 Verder onderzoek is dus noodzakelijk om al deze mechanismen verder te bestuderen en om de klinische implicaties te kunnen inschatten: leiden deze betere coping vaardigheden bijvoorbeeld ook tot een vermindering van musculoskeletale klachten of een sneller herstel? Discussie Uit voorgaande blijkt duidelijk dat dansers veel fysieke dysfuncties vertonen en dat ook psychosociale variabelen een rol spelen in het ontstaan en/of onderhouden van klachten. Vanwege het cross-sectioneel karakter van vele studies is het moeilijk om oorzaak-gevolg relaties vast te stellen. Enkele recente studies hebben zich gericht op het onderzoeken van bijkomende interventies, om de fysieke conditie, spierkracht en motorische controle te trainen bij dansers. Zo trachten ze (recidief) klachten te verminderen en de prestaties te verbeteren.15,66-69 Deze interventies leiden in de meeste gevallen wel tot een toename van de fysieke functies, maar niet echt tot een significant resultaat met betrekking tot het verminderen van de (recidief) klachten of verbetering van de levenskwaliteit. Om die reden is het essentieel dat dansers met musculoskeletale klachten vanuit een biopsychosociaal standpunt benaderd worden, waarbij naast interventies gericht op de fysieke dysfuncties ook aandacht besteed wordt aan o.a. stressmanagement of de manier waarop mentaal omgegaan wordt met de klacht. Conclusie De incidentie van musculoskeletale klachten bij dansers is hoog. Er zijn verschillende onderzoeken verricht naar gegeneraliseerde gewrichtshypermobiliteit, lenigheid, spierkracht, uithoudingsvermogen en motorische controle in relatie tot klachten in de danspopulaties. Deze onderzoeksresultaten zijn niet eensluidend. Een verstoord evenwicht in spierlengte of spierkracht kan in verband staan met musculoskeletale klachten, maar door het cross-sectionele design van de verrichte studies kunnen er geen conclusies met betrekking tot causa12 Sport & Geneeskunde | mei 2013 | nummer 2 liteit getrokken worden. Bij pre-professionele dansers is aangetoond dat gegeneraliseerde gewrichtshypermobiliteit niet leidt tot een toename van musculoskeletale klachten. De relatie tussen motorische controle en klachten bij dansers is slechts beperkt onderzocht en nader onderzoek is noodzakelijk om de predictieve waarde van lumbale motorische controle tot klachten te bevestigen. Tot slot blijkt uit de literatuur het prangende tekort aan studies die de psychosociale aspecten bij klachten bestuderen. Referenties 1. Echegoyen S, Acuna E, Rodriguez C. Injuries in students of three different dance techniques. Medical problems of performing artists 2010;25:72-74 2. Roussel NA, Nijs J, Mottram S, et al. Altered lumbOpelvic movement control but not generalized joint hypermobility is associated with increased injury in dancers. A prospective study. Man Ther 2009;14:630-635 3. Hincapie CA, Morton EJ, Cassidy JD. Musculoskeletal injuries and pain in dancers: a systematic review. Archives of physical medicine and rehabilitation 2008;89:1819-1829 4. Ramel E, Moritz U. Self-reported musculoskeletal pain and discomfort in professional ballet dancers in Sweden. Scandinavian journal of rehabilitation medicine 1994;26:11-16 5. Klemp P, Learmonth ID. Hypermobility and injuries in a professional ballet company. British journal of sports medicine 1984;18:143-148 6. Bronner S, Ojofeitimi S, Rose D. Injuries in a modern dance company: effect of comprehensive management on injury incidence and time loss. The American journal of sports medicine 2003;31:365-373 7. Gamboa JM, Roberts LA, Maring J, Fergus A. Injury patterns in elite preprofessional ballet dancers and the utility of screening programs to identify risk characteristics. The Journal of orthopaedic and sports physical therapy 2008;38:126-136 8. Baker J, Scott D, Watkins K, Keegan-Turcotte S, Wyon M. Self-reported and reported injury patterns in contemporary dance students. Medical problems of performing artists 2010;25:10-15 9. Nussbaum AR, Treves ST, Micheli L. Bone stress lesions in ballet dancers: scintigraphic assessment. Ajr 1988;150:851-855 10. Wiesler ER, Hunter DM, Martin DF, Curl WW, Hoen H. Ankle flexibility and injury patterns in dancers. The American journal of sports medicine 1996;24:754-757 11. Roussel N, Vissers D, Kuppens K et al. Physical Fitness and injuries in dancers : a randomized controlled trial. International Journal of Sports Medicine. 12. Garrick JG, Requa RK. Ballet injuries. An analysis of epidemiology and financial outcome. The American journal of sports medicine 1993;21:586-590 13. Nilsson C, Leanderson J, Wykman A, Strender LE. The injury panorama in a Swedish professional ballet company. Knee Surg Sports Traumatol Arthrosc 2001;9:242-246 Pagina 11

Pagina 13

Heeft u een pdf, nxtbook of e-catalogussen? Gebruik Online Touch: verenigingsblad naar een digitale publicatie converteren.

Sport & Geneeskunde nummer 2 | Mei 2013 Lees publicatie 21Home


You need flash player to view this online publication