(betrouwbaarheid en interne consistentie), de compensatiestrategieën als de voorspellende waarde van deze testen werden reeds onderzocht en goed bevonden.2,50,54 In figuur 2 wordt een voorbeeld van een gebruikte test weergegeven. Dansers met een voorgeschiedenis van lage rugklachten vertonen een significant slechtere motorische controle in vergelijking met dansers zonder voorgeschiedenis van lage rugklachten.15 Ook hier kan men zich niet uitspreken over de oorzaak en gevolg relatie. In een prospectieve studie werd echter aangetoond dat dansers met een veranderde lumbo-pelvische motorische controle een verhoogd risico vertonen voor het ontwikkelen van musculoskeletale klachten van de onderste ledematen of de wervelkolom.2 Alle andere gemeten variabelen, zoals explosieve spierkracht, fysieke conditie (gemeten met behulp van een submaximale inspanningsproef), gegeneraliseerde gewrichtshypermobiliteit, of voorgeschiedenis van klachten bleken niet voorspellend te zijn. Uit een andere studie, waarbij naast boven vernoemde variabelen, ook de mate van fysieke activiteit werd geregistreerd, bleek opnieuw dat de veranderde motorische controle als enige een voorspellende waarde had met betrekking tot het ontwikkelen van musculoskeletale klachten.55 6. Welke invloed hebben psychosociale factoren op het ontstaan of onderhouden van klachten bij dansers? De recente literatuur over musculoskeletale klachten vertrekt vanuit een bio-psychosociaal perspectief, waarbij naast biologische factoren, ook heel wat aandacht besteed wordt aan de psychosociale factoren.56 Gedachten, ideeën en cognities kunnen het gedrag in belangrijke mate beïnvloeden bepalen. Patiënten trachten bijvoorbeeld door middel van cognitieve processen zelf de klachten te verklaren en er een betekenis aan toe te kennen (men noemt dit een ziekteperceptie), wat niet noodzakelijk overeenstemt met de realiteit. Een concreet voorbeeld hiervan is bijvoorbeeld een patiënt met lage rugpijn die overtuigd is dat bewegen (erg) schadelijk is voor zijn/haar rug. Op basis van de gevormde representatie van de ziekte bepaalt een patiënt hoe hij/zij met de klachten zal omgaan (in het geval van rugpijn zoveel mogelijk vormen van beweging vermijden). De cognities rond ziekte of ziektepercepties kunnen dus een rechtstreekse invloed hebben op het ziektegedrag.57 Met name verkeerde percepties over de klachten kunnen leiden tot het inadequaat omgaan met de klachten. In de literatuur wordt dit gedrag ‘coping’ genoemd. Bij verschilFiguur 2. Voorbeeld van een motorische controle test. lende patiënten met musculoskeletale klachten werden irrationele en verkeerde percepties over hun klachten vastgesteld. Dit werd recent ook bij muzikanten aangetoond.58 Personen die van oordeel zijn dat de klachten niet behandelbaar waren en lang zouden duren vertoonden een veel slechtere prognose na zes maanden follow up.59 Heel wat patiënten met chronische klachten vertonen dan ook coping strategieën die inadequaat zijn en waarvan men vermoedt dat ze de klachten in stand kunnen houden. Zo is het bijvoorbeeld herhaaldelijk aangetoond dat beweging juist een erg belangrijk onderdeel is van de behandeling van patiënten met pijn. Ook bijvoorbeeld de negatieve invloed van stress op het herstel van de klachten werd reeds aangetoond bij patiënten met musculoskeletale klachten en bij sporters.60,61 Bij dansers is er zeer weinig literatuur voorhanden waarbij de rol van deze psychosociale variabelen bestudeerd werd. Een recente studie liet zien dat studenten op de dansacademie een hogere mate van psychosociale stress ervaren dan gezonden.28 Ook vanuit de klinische praktijk is het bekend dat stress en faalangst, samen met een negatief zelfbeeld, voorkomen bij dansers. Meer dan tien jaar geleden werd vastgesteld dat bij dansers met gezondheidsklachten de hulp voornamelijk gericht is op de fysieke aspecten, terwijl de klacht vaak verband houdt met alle facetten van het leven.62,63 Dit heeft helaas niet geleid tot een toename van aantal studies waarbij het psychosociale aspect van de klachten werd onderzocht. Slechts één studie bestudeerde de rol van stress en de gehanteerde coping strategieën bij Koreaanse balletdanseressen.64 Zij identificeerden 4 belangrijke bronnen van stress: fysieke (slechte fysieke conditie, uiterlijke aspect); psychologische (verlangen om te prestenummer 2 | mei 2013 | Sport & Geneeskunde 11 Pagina 10
Pagina 12Interactieve digi archief, deze spaarprogramma of onderzoeksrapport is levensecht online geplaatst met Online Touch en bied het online bladerbaar uitgeven van digitale edities.
Sport & Geneeskunde nummer 2 | Mei 2013 Lees publicatie 21Home