Daarnaast gaat er tijd zitten in het ontwikkelen van het digitale SMD, voor de sportartsen betekent dit vooral dat men als beroepsgroep tijd moet steken in het verkrijgen van consensus over de inhoud. Beide aspecten werden opgemerkt door de sportartsen: “Voor de registratie voor de sportarts moet alles nog gebouwd worden en dit kost tijd.” en “Is er nu te veel tijd mee kwijt.” Hier past ook de opmerking “Vanuit de sportartsen moet er bereidheid zijn om te investeren in het systeem.” Dit geldt zowel voor de investering in tijd als in financiële middelen. Uiteindelijk vat één van de sportartsen de opmerkingen ten aanzien van de randvoorwaarden voor de invoering van een digitaal SMD samen met de volgende uitspraak: “Als je de urgentie uitlegt en het verhaal goed onderbouwt, dan beseffen alle sportartsen dat er een investering nodig is.” Conclusies en aanbevelingen Conclusies Uit de interviews kunnen de volgende conclusies getrokken worden: 1. De geïnterviewde sportartsen staan positief ten opzichte van een digitaal SMD. De belangrijkste reden hiervoor is dat, in potentie, met een digitaal SMD een verbetering van de kwaliteit van zorg bereikt kan worden, vanwege een snellere en efficiëntere beschikbaarheid en uitwisseling van gegevens. Tevens kan de werkwijze in een sportmedische praktijk geëvalueerd worden. De kwaliteitsverbetering ligt op drie niveaus: 1. in het primaire zorgproces, dat wil zeggen de dagelijkse zorg voor sporters; 2. in de uitwisseling van gegevens in de keten van betrokken zorgverleners; 3. in de mogelijkheid tot aggregatie van gegevens op landelijk niveau. Verder maakt de aggregatie van gegevens het mogelijk om in maat en getal te laten zien wat de sportgeneeskunde doet, waar haar expertise ligt en wat haar meerwaarde is ten opzichte van andere disciplines. 2. Op dit moment is er nog geen sprake is van een goed werkend en breed gebruikt digitaal SMD, waarmee voornoemde kwaliteitsverbeteringen gerealiseerd kunnen worden. Een opmerkelijk constatering ten aanzien van een digitaal dossier in de ziekenhuissetting is dat aan de ene kant gezegd wordt dat in het ziekenhuis de tendens is om alles digitaal te hebben, maar dat een specifiek digitaal SMD voor sportartsen er niet in komt. 3. De huidige digitale systemen die sportartsen gebruiken (bijvoorbeeld voor facturering, afspraken en behandelingen) communiceren nauwelijks met elkaar. Daar komt bij dat er ook geen communicatie mogelijk is met systemen die andere professionals gebruiken (bijvoorbeeld fysiotherapeuten, huisartsen, ziekenhuissystemen). Dit alles heeft tot gevolg dat de sportarts vaak noodgedwongen tot dubbele dossiervoering overgaat; zowel digitaal als op papier. Voorwaarden Voor het realiseren van een bruikbaar digitaal dossier, specifiek voor de sportgeneeskunde, zijn de volgende vier voorwaarden van belang: 1. Helderheid en consensus over welke basisgegevens en aanvullende gegevens er in het dossier geregistreerd zouden moeten worden, hoe en met welk doel. 2. Afspraken over het ontwikkelproces met rollen, taken en tijdspaden op schrift vastgelegd. 3. Ondersteuning van de individuele sportarts bij het gebruik van het digitale dossier, niet alleen bij de initiële ingebruikname, maar ook bij het vervolggebruik. Discussie en aanbevelingen Bij dit onderzoek kunnen enkele kritische punten genoemd worden. Allereerst is het van belang om te benadrukken dat de bevindingen gebaseerd zijn op twee focusgroepinterviews met sportartsen uit één regio van Nederland (Utrecht). De beschreven knelpunten gelden niet per definitie voor alle regio’s waar sportartsen actief zijn. Ten tweede moet rekening worden gehouden met het gegeven dat de werkzaamheden van een deel van de sportartsen uitgevoerd worden in het kader van de medische begeleiding bij sportbonden. In de focusgroepinterviews is niet specifiek ingegaan op de wensen en eisen vanuit die setting. Om daar een goed beeld van te krijgen zou er een focusgroepinterview herhaald moeten worden met sportartsen werkzaam voor sportbonden. Tot slot moet rekening worden gehouden met het gegeven dat er bij een focusgroepinterview meerdere mensen aan het interview deelnemen waarvan de mate waarin gedachten onder woorden gebracht kunnen worden per persoon en per moment verschillen. Daarom is aan de sportartsen gevraagd om het interviewverslag aan te vullen met gedachten die na het groepsinterview bij ze opkwamen. Op die manier hopen we een zo correct mogelijke weergave van de gedachten van de geïnterviewde sportartsen op papier te hebben gezet. nummer 2 | mei 2013 | Sport & Geneeskunde 21 Pagina 20

Pagina 22

Heeft u een editie, page flip flash of digitale studiegidsen? Gebruik Online Touch: brochure online bladerbaar maken.

Sport & Geneeskunde nummer 2 | Mei 2013 Lees publicatie 21Home


You need flash player to view this online publication