Congresverslag Europrevent April 2013, Rome Door: Nicole M. Panhuyzen-Goedkoop Tijdens dit jaarlijks te houden congres, georganiseerd onder auspiciën van de European Society of Cardiology (ESC), werden de volgende onderwerpen belicht: basic science, inspanningsfysiologie, epidemiologie, hartrevalidatie, preventie en sportcardiologie. De ESC Section Sports Cardiology organiseerde 2 dagen vol met interessante lezingen. Een korte samenvatting van 5 van de belangrijkste lezingen volgt hieronder. Pelliccia uit Rome sprak over fysiologische linker kamer remodelling bij sporters. Hij stipte aan dat er een ras- en sexespecifieke fysiologische morfologische adaptatie is bij sporters. Deze adaptatie heet “cardiac remodelling”. Zo is er bij het donkere ras concentrische remodelling, en bij het Aziatische ras eccentrische remodelling. Voor differentiatie tussen fysiologische adaptatie en pathologie laten zij de sporter gedurende drie maanden aftrainen waarna het echocardiogram (en eventueel MRI) wordt herhaald. Heidbuchel uit Leuven sprak over rechter kamer remodelling bij sporters. Uit onderzoek bij triatleten, wielrenners en langeafstandlopers werd naast een toename van rechter kamer dimensies fibrosering van de wand gezien. Dit beeld doet ARVC vermoeden. echter het gen ontbrak bij deze sporters en er was geen pulmonale hypertensie. In hoeverre dit beeld reversibel is werd niet genoemd. Olivotto uit Florence sprak over beeldvorming bij sporters ter uitsluiting van hypertrofische cardiomyopathie. Echocardiografie blijft nog steeds een gouden standaard om wanddikten te meten. Er is een goede differentiatie mogelijk in het interventriculaire septum tussen kamerwand van rechts of links, en tussen wand- en klepstructuren die abusievelijk kunnen worden meegenomen in wanddikte metingen, waardoor de kamerwand te dik lijkt. Met MRI kan dit onderscheid niet worden gemaakt. MRI is een gouden standaard voor het bepalen van linkerkamermassa en metingen van de volumina van de verschillen cardiale caviteiten. Sharma uit London sprak over non-compaction cardiomyopathie (NC-CMP). NC-CMP wordt ook wel “unclassified cardiomyopathie” genoemd. Bij NC-CMP is er een hypertrabecularisatie met crypten die in verbinding staan met de hartholte. Tijdens de aanleg van het hart in utero is er hypertrabecularisatie in de hartholte zonder duidelijk lumen. Gedurende de foetale ontwikkeling wordt deze hypertrabecularisatie meer compact en vormt de hartwand zich, waardoor de hartholte zich vormt. Bij NC-CMP wordt deze fase overgeslagen. Het klinische beeld wordt bepaald door systolische dysfunctie, thrombo-emboliën vanuit de crypten, en een overlap met andere cardiomyopathieen. NC-CMP wordt geassocieerd met andere congenitale defecten. Op het ECG wordt T-top inversie inferolateraal gezien. Bij echocardiografie wordt de diagnose gesteld, waarbij een compacte en niet compacte laag kunnen worden onderscheiden in een verhouding van 1:3. De ejectiefractie is <45-50%. Bij twijfel over de diagnose is aftrainen en herhalen van alle onderzoeken geboden. De prevalentie is wisselend in de literatuur, maar hoogstwaarschijnlijk <1%. Het is de vraag wat de betekenis van dit ziektebeeld is, en of sporters met NC-CMP moeten worden uitgesloten van sportparticipatie. Voorlopig wordt nog wel dit geadviseerd. Nabeel Sheikh uit de groep van Sharma uit London sprak over rasspecifieke ECG veranderingen bij sporters. Daartoe bekeken zij over een periode van zes jaar 3210 (top)sporters waarbij aanvullend echocardiografie werd verricht. Om de ECG´s te beoordelen gebruikten zij de ECG criteria volgens de ESC (European Society of Cardiology) gepubliceerd in 2010. Deze ECG criteria werden vervolgens verfijnd door de volgende gegevens als traininggerelateerd te beschouwen: geïsoleerde T inversie in V1-2, geïsoleerde voltage criteria voor rechter of linker kamer hypertrofie, geïsoleerde criteria voor rechter of linker atrium vergroting, en geïsoleerde linker of rechter as deviatie. Met de verfijning van de ESC ECG criteria werden minder vals positieve uitkomsten gezien. Bij blanke sporters bleek het ECG bij nog maar 5.3% afwijkend, bij het donkere ras bij 11.5% en bij hypertrofische cardiomyopathie (HCM) bij 95.2%. Zij merkten op dat met deze verfijnde ECG criteria 1 HCM werd gemist. Van 8-10 mei 2014 wordt dit congres in Amsterdam georganiseerd, en verwachten wij meer Nederlandse sportartsen, sportfysiotherapeuten en sportmedisch geïnteresseerden te mogen begroeten. nummer 2 | mei 2013 | Sport & Geneeskunde 45 Pagina 44
Pagina 46Interactieve ekrant, deze weekblad of lesmateriaal is levensecht online geplaatst met Online Touch en bied het van papier naar digitaal converteren van e-sportbladen.
Sport & Geneeskunde nummer 2 | Mei 2013 Lees publicatie 21Home