wordt gekenmerkt door een verhoogde eiwitafbraak in de spieren.58 Daarnaast wordt aangenomen dat de systemische inflammatie die bij deze patiënten vaak aanwezig is een negatief effect heeft op skeletspier anabolisme.58-60 Het is tot nu toe onbekend wat de respons van dit cachectisch/ sarcopenisch spierweefsel is op anabole prikkels zoals eiwitinname of fysieke inspanning, maar het is aannemelijk dat de optimalisatie van voeding in relatie tot training bij deze patiëntenpopulatie extra relevant is. Mogelijk zijn de kenmerken van spierverlies bij oncologische patiënten in grote lijnen vergelijkbaar met spierverlies bij veroudering, en kan de kennis over trainings- en voedingsinterventies bij deze populatie worden gebruikt voor de oncologische revalidatie. Verlies van spiermassa bij ouderen (sarcopenie) wordt met name gekenmerkt door atrofie van de type II spiervezels en een vezelspecifieke afname van de satellietcellen.61 Ook bij spierafname door ziekten als kanker, diabetes en hartfalen staat atrofie van type II spiervezels op de voorgrond.62 Krachttraining is een effectieve interventie om de spierkracht en spieromvang bij patiënten met sarcopenie te verbeteren en dit effect wordt volledig verklaard door een toename in grootte van de type II spiervezels.61 Eerdere studies naar de effecten van gecombineerde krachttraining en eiwitinname op de spieropbouw bij ouderen lieten geen eenduidige resultaten zien. Een recente meta-analyse van al deze studies laat zien dat extra eiwitinname tijdens een langere periode van krachttraining leidt tot een toename in zowel spieropbouw als spierkracht.63 Er is echter nog geen onderzoek bekend naar gecombineerde trainings- en voedingsinterventies bij oncologische patiënten. Vervolgonderzoek is nodig om de processen die leiden tot spierafbraak, de respons van cachectisch/sarcopenisch spierweefsel op training, en de rol van eiwitinname tijdens en na training in kaart te brengen. Met deze informatie kunnen de bestaande revalidatieprogramma’s worden geoptimaliseerd en individueel op maat worden aangeboden. Conclusie Oncologische revalidatie zal de komende jaren een steeds belangrijker aspect van de oncologische zorg worden. Om de revalidatie voor alle patiënten mogelijk te maken zal deze geïmplementeerd moeten worden binnen de standaard gezondheidszorg in Nederland. Doel is om de revalidatie al voorafgaande of tijdens de oncologische behandeling te starten en te continueren in zowel de curatieve als palliatieve fase. Door de grote diversiteit aan ziekten en behandelingen is het onmogelijk om alle patiënten hetReferenties 1. Meulepas JM, Kiemeney LALM. Kanker in Nederland tot 2020; Trends en prognoses. In: Frank van Driel KKLK, ed.: KWF Kankerbestrijding, 2011:1-276. 2. Berger AM, Gerber LH, Mayer DK. Cancer-related fatigue: implications for breast cancer survivors. Cancer;118:2261-9. 3. Stein KD, Syrjala KL, Andrykowski MA. Physical and psychological long-term and late effects of cancer. Cancer 2008;112:2577-92. 4. Courneya KS, Friedenreich CM. Physical exercise and quality of life following cancer diagnosis: a literature review. Ann Behav Med 1999;21:171-9. 5. Nederlandse Richtlijn Oncologische Revalidatie; Versie 1.0.: Integraal Kankercentrum Zuid, 2011:1-101. 6. Curt GA. Impact of fatigue on quality of life in oncology patiënts. Semin Hematol 2000;37:14-7. 7. Bower JE. Prevalence and causes of fatigue after cancer treatment: the next generation of research. J Clin Oncol 2005;23:8280-2. 8. de Jong N, Candel MJ, Schouten HC, Abu-Saad HH, Courtens AM. Prevalence and course of fatigue in breast cancer patiënts receiving adjuvant chemotherapy. Ann Oncol 2004;15:896-905. 9. Foekema H GS. Vermoeidheid bij kanker; een belangrijk probleem.: NIPO Amsterdam, 1999. 10. Galvao DA, Newton RU. Review of exercise intervention studies in cancer patiënts. J Clin Oncol 2005;23:899-909. 11. Jones LW, Courneya KS, Peddle C, Mackey JR. Oncologists’ opinions towards recommending exercise to patiënts with cancer: a Canadian national survey. Support Care Cancer 2005;13:929-37. 12. Multidisciplinaire Richtlijn Hartrevalidatie.: Nederlandse Vereniging Voor Cardiologie (NVVC)/ Nederlandse Hartstichting. Projectgroep PAAHR, 2011. zelfde programma te laten doorlopen en zal er dus zorg op maat moeten worden aangeboden. Hiervoor is zowel een goede intake als een uitgebreide aansturing van de training door een inhoudsdeskundige noodzakelijk. In deze review hebben we aan de hand van de huidige Nederlandse Richtlijn Oncologische Revalidatie het belang van trainings- en voedingsinterventies besproken. Duidelijk is dat het volgen van een gecombineerd kracht- en duurtrainingprogramma leidt tot een afname van chronische vermoeidheidsklachten, een verbeterde kwaliteit van leven, en mogelijk ook een snellere en betere hervatting van werk en sociale activiteiten. Om in de nabije toekomst zorg op maat te kunnen leveren is er echter meer kennis nodig over de onderliggende pathofysiologische mechanismen van kanker cachexie/sarcopenie, de toepassing van verschillende trainingsmodaliteiten en de interactie tussen voeding en fysieke training. nummer 4 | september 2013 | Sport & Geneeskunde 13 Pagina 12

Pagina 14

Heeft u een artikel, issue of online lesmateriaal? Gebruik Online Touch: jaarverslag digitaal bladerbaar op uw website plaatsen.

Sport & Geneeskunde nummer 4 | September 2013 Lees publicatie 25Home


You need flash player to view this online publication