Overzichtsartikel therapie laten gewichtstoenames zien van gemiddeld 1.45.0 kg, maar gewichtstoenames van 10 kg of meer zijn geen uitzondering.46 Gewichtstoename bij kanker werd tot voor kort gezien als iets positiefs; het duidt immers op een adequate energieinname.43 Er is echter steeds meer en overtuigend bewijs dat gewichtstoename bij kanker niet in alle gevallen gunstig is. Gewichtstoename en overgewicht bij borst-, prostaat- en wellicht ook bij andere vormen van kanker, treden namelijk op in de vorm van sarcopene obesitas.45 behoud of beperkte gewichtsreductie41 van voeding is hierbij een vereiste. . Volwaardigheid - Een eiwitverrijking van 1.0 tot 1.5 gram eiwit/ kg lichaamsgewicht per dag, afhankelijk van lichamelijke activiteit en mate van spier(kracht)verlies.43,48 Deze aanbeveling is gebaseerd op richtlijnen voor preventie en behandeling van sarcopenie voor ouderen.43 Hierbij neemt de vetmassa toe, terwijl de spiermassa afneemt of gelijk blijft. Deze veranderingen in gewicht en lichaamssamenstelling hebben een nadelige invloed op onder meer kwaliteit van leven, lichamelijke gezondheid, en prognose.41,44 Zo laten resultaten van een meta-analyse zien dat borstkankerpatiënten met obesitas 33% meer kans hebben om te overlijden aan borstkanker of aan een andere oorzaak dan niet-obese borstkankerpatiënten.45 Het precieze mechanisme dat ten grondslag ligt aan kankergerelateerde sarcopene obesitas is nog niet geheel opgehelderd. Factoren als minder lichaamsbeweging, een te hoge energie-inname, een vervroegde menopauze, een afgenomen rustmetabolisme, type en duur van chemotherapie, hormoontherapie en/of corticosteroïden lijken een rol te spelen.45 Hiervan lijken alleen voeding en fysieke activiteit beïnvloedbare factoren te zijn. echter, goed onderzoek naar het effect van een gecombineerde voedings- en trainingsinterventie op gewicht en lichaamssamenstelling bij patiënten met kanker ontbreekt.41,44 sing lijkt met alleen training moeilijk haalbaar.19 GewichtsbeheerIn studies naar voedingsinterventies wordt vooral de invloed van voeding op prognose en het effect van energie-beperkte diëten op gewicht onderzocht.47 echter, de gevolgen van dieet op lichaamssamenstelling zijn veelal niet meegenomen. Meer onderzoek naar de effecten van zowel voedings- als trainingsinterventies op lichaamssamenstelling bij patiënten met kanker is noodzakelijk. Op grond van de huidige inzichten kan voor kankerpatiënten met (risico op) overgewicht het volgende voedingsadvies worden aangehouden, op voorwaarde dat er sprake is van lichamelijke activiteit die spierbehoud of -opbouw stimuleert: - Bij oncologische revalidatie dienen ongewenste gewichtstoename, overgewicht en sarcopenie vroegtijdig te worden gesignaleerd door middel van metingen van gewicht, lichaamssamenstelling, spierkracht en spierfunctionaliteit.41,43 - Een (geringe) energiebeperking met als doel gewichts12 Sport & Geneeskunde | september 2013 | nummer 4 De rol van voeding bij trainingsadaptatie Zoals hierboven beschreven is er nog weinig bekend over de effecten van gecombineerde beweeg- en voedingsinterventies op lichaamssamenstelling, spierkracht en uithoudingsvermogen van patiënten met kanker. Dit zijn echter wel belangrijke uitkomstmaten van oncologische revalidatieprogramma’s. Onderzoek bij gezonde sporters laat zien dat de mate waarop spierweefsel zich aanpast aan de training (trainingsadaptatie) een interactie is tussen inspanning en voedingsinname.49-52 Veranderingen in spiermassa worden veroorzaakt door een verstoring van de balans tussen eiwitafbraak en eiwitsynthese in spierweefsel. In rust, in de gevaste staat, is de eiwitafbraak groter dan de eiwitsynthese en dit resulteert in een negatieve eiwitbalans. Tijdens inspanning stijgt de eiwitsynthese in verhouding meer dan de eiwitafbraak, waardoor de eiwitbalans minder negatief wordt. Voor toename van spiermassa is echter een positieve eiwitbalans noodzakelijk en dit kan alleen worden bereikt door de inname van eiwitrijke voeding tijdens of in de eerste uren na inspanning.49,53 Recent onderzoek laat zien dat de inname van 20 gram eiwit direct na training leidt tot een maximale toename in eiwitsynthese in de eerste twee uur na inspanning.54 Om de herstelperiode te verlengen is het waarschijnlijk nodig om enkele malen per dag eenzelfde hoeveelheid eiwitten in te nemen.49 Bovendien zijn er aanwijzingen dat door de inname van specifieke eiwitten de spiereiwitsynthese ook gedurende de nacht kan plaatsvinden55 , waardoor de herstelperiode mogelijk nog verder wordt verlengd. Naast de inname van eiwitten is ook de inname van koolhydraten belangrijk voor het herstel na inspanning. Koolhydraatinname is nodig om de tijdens inspanning gebruikte glycogeenvoorraden in de spier weer aan te vullen.49,56,57 Daarnaast speelt koolhydraatinname mogelijk ook een rol bij het eiwitmetabolisme doordat via een toename van de insulineproductie de eiwitafbraak kan worden geremd.49 Het is aannemelijk dat dezelfde principes gelden voor (sport)voeding rondom training bij oncologische revalidatie. Verlies van spiermassa bij oncologische patiënten Pagina 11

Pagina 13

Voor uitgaves, online vaktijdschriften en kranten zie het Online Touch CMS systeem. Met de mogelijkheid voor een webwinkel in uw clubmagazines.

Sport & Geneeskunde nummer 4 | September 2013 Lees publicatie 25Home


You need flash player to view this online publication