positie en hoe hoger de kans om vooraan te eindigen. De technische nummers slalom en reuzenslalom bestaan uit twee reeksen, de snelheidsnummers super G en afdaling slechts uit één. Bij de technische nummers starten de dertig snelsten van de eerste reeks in omgekeerde volgorde. De beste van de eerste reeks start dus als dertigste in de tweede reeks. Dit verhoogt het spektakel en de spankracht van de wedstrijd. Het bepalen van de exacte risicofactoren en de ongevalsmechanismen in de skisport is niet eenvoudig, maar wel noodzakelijk wil men het aantal letsels – vooral in de competitiesport – kunnen terugdringen.23 Als er veiligheidsmaatregelen genomen worden in de competitiewereld, volgen die meestal wat later in de recreatieve sportwereld. De resultaten van het Injury Surveillance System hebben er al toe geleid dat de Internationale Ski Federatie maatregelen genomen heeft om het risico op blessures te verminderen. Er zijn regels in verband met de ski’s (minimumlengte, radius, hoogte van de plaat onder de binding, minimale breedte van de ski onder de binding), maar ook voor de course setting.24 Door onder meer de afstand tussen de poorten te verminderen en het plaatsen van die poorten te reglementeren, probeert men de snelheid wat te doen dalen, zonder daarbij afbreuk te doen aan de spektakelwaarde. De ongevalsmechanismen bij voorstekruisbandletsels werden uitvoerig bestudeerd op videobeelden en geanimeerde simulaties. Bij de competitieskiërs zien we drie mechanismen: de slip catch, de dynamische sneeuwploeg en de belaste landing op de staart van de ski (landing back-weighted). Bij recreatieve skiërs spreekt men klassiek over de phantom foot en de boot-induced anterior drawer. Het mechanisme van de landing back-weighted en de bootinduced drawer is vrij gelijklopend en bestaat uit het landen in onevenwicht na een sprong op de achterste tippen van de ski’s, mét gestrekte knieën. Op het moment van de landing wordt de krachtontwikkeling via de ski, de binding en de schoen naar de skiër geleid, waarbij de schoen de tibia naar voren zal drukken en de voorste kruisband onder druk komt te staan. Vaak gaat dat mechanisme ook gepaard met een plots en sterk excentrisch aanspannen van de quadriceps en een tibiofemorale compressie van de knie. Bij het ‘phantom foot’-mechanisme kantelt een skiër uit evenwicht naar achteren met de heupen onder het niveau van de knie. De bergarm is naar boven gericht en de torso naar de dalski. Het letsel treedt op wanneer de dalski of buitenski grip krijgt in de sneeuw en er een plotse interne rotatie ontstaat. De ski treedt daarbij op als een krachtarm om de knie te roteren. Bij de slip catch en de dynamische sneeuwploeg helt men in de bochten systematisch te veel naar binnen en naar achteren. De druk op de dalski valt zo weg, tot de carve ski terug grip krijgt in de sneeuw met zijn binnenkant en daardoor de intrinsieke bocht brutaal inzet. Op dat moment treed er een interne rotatie en een valgus-moment op, wat maakt dat de voorste kruisband het kan begeven. Deze twee mechanismen worden in principe niet gezien bij de recreatieve skiër. Dat heeft uiteraard te maken met de extreme krachten en de hoge snelheid die competitieskiërs ontwikkelen, het agressieve materiaal dat ze gebruiken en de pistes waarop ze wedstrijden skiën.25 In principe is een acuut knieletsel geen urgentie, tenzij het over een knieluxatie gaat. Al te vaak worden acute voorstekruisbandletsels volledig radiologisch uitgewerkt in medische centra in de berggebieden en meteen geopereerd. De artsen in die centra gaan er gemakshalve van uit dat de verzekering van het slachtoffer alles zal betalen. Maar steeds meer verzekeraars weigeren dat hun patiënten zich bij een ski-ongeval in bepaalde dure medische centra in de bergen laten behandelen. Een bezoek aan een arts ter plaatse is nuttig. Hij kan de diagnose stellen, een eventuele hemartrose evacueren, een tijdelijke immobilisatie aanleggen en pijnstillende medicatie voorschrijven. Vaak vraagt de verzekeraar ook om een vaststelling ter plaatste te laten uitvoeren. In principe raadt men de slachtoffers van een knietrauma aan om zo snel mogelijk Lage rugpijn komt veel voor bij competitieskiërs, vooral in de slalomdiscipline Het slip catch mechanisme toont hoe de skiër tijdens het insturen van de bocht te veel naar achteren en binnen gaat hellen en zo de druk op de dalski verliest. Op het moment dat de carve ski terug grip krijgt ontstaat er een brutale interne rotatie en valgus moment in de knie. Dit mechanisme ziet men eerder bij de competitieskiër. nummer 1 | februari 2014 | Sport & Geneeskunde 15 Pagina 14

Pagina 16

Heeft u een onderwijs magazine, ipaper of web studiegidsen? Gebruik Online Touch: boek converteren naar een digitale publicatie.

Sport & Geneeskunde nummer 1 | Februari 2014 Lees publicatie 27Home


You need flash player to view this online publication