Fysiologie Daarbij is het van belang de taak van te voren te plannen: teleoanticipatie.18 De laatste tijd komt echter naar voren dat pacing een breder proces is dan het vooraf plannen van een tijdrit alleen. Het is een vaardigheid die te maken heeft met inschattingsvermogen, het aanvoelen van signalen van je eigen lichaam, en het interpreteren van je omgeving.19 Deze vaardigheid ‘pacing’ is relevant binnen een Op de langere wedstrijd, maar ook bijvoorbeeld over een serie van wedstrijden zoals bij het fietsen van de Tour de France/Vuelta/Giro20 of de trainingsafstanden is het beter om, na zo snel mogelijk op gang te komen in de eerste 10-20 seconden, de energie gelijkmatiger over de rit te verdelen opbouw over een geheel jaar. Deze vaardigheid wordt ontwikkeld door ervaring21,22 en is dus wellicht van belang in talent herkenning en te beïnvloeden door training. Ook is de informatie uit de omgeving, en het reageren hierop, van belang.19 Een voorbeeld van het belang van het oppikken van informatie uit de omgeving voor pacing werd beschreven in een studie gericht op optische expansie en pacing.23 Als de omgeving (geprojecteerd op een videoscherm) trager voorbij gaat bij eenzelfde opgegeven fietssnelheid, geven proefpersonen een lagere score op ‘Ervaren mate van inspannings’, terwijl ze tegelijkertijd wel een hoger vermogen gaan leveren om deze waargenomen lagere belasting te compenseren. Recent zijn er twee overzichtsartikelen geschreven die zich specifiek richten op ‘pacing’ als vorm van beslissingsgedrag19,24 signalen vanuit het lichaam kunnen dus parallel verwerkt worden, wat voor het begrijpen van team-/spelsporten een interessant uitgangspunt biedt. Om pacing in een tijdritsport als schaatsen te begrijpen is het belangrijk ook concepten uit de neurofysiologie hieraan toe te voegen, en na te denken over bijvoorbeeld invloeden van vermoeidheid. Ook vanuit de neurofysiologie zijn dan ook recent stappen gezet om ‘pacing’ te kunnen begrijpen.27 Het lijkt erop dat een complex samenspel van verschillende neurotransmittersystemen een rol speelt bij het optreden van vermoeidheid en het daaraan verbonden ‘pacing’. In 2013 zijn drie interessante, vernieuwende overzichtsartikelen in de internationale literatuur gepubliceerd over de onderliggende mechanismen verantwoordelijk voor ‘pacing’.19,24,27 het begrijpen van dit complexe proces. Het belang van zowel de omgeving (informatie, klimaat) als de atleet (werkingsmechanismen van vermoeidheid) worden benadrukt, en lijken tot dusver onderschat te zijn geweest. Voor het schaatsen zijn deze nieuwe ontwikkelingen in het begrijpen van pacing erg interessant, met name in bijvoorbeeld de onderdelen ploegenachtervolging en short track, waar mederijders en tegenstanders een rol spelen in het beslissingsproces: Wat is de optimale race tactiek? Pacing in de verschillende onderdelen In shorttrack is pacing nog complexer dan in het langebaanschaatsen, want hier rijd je in heats met directe tegenstanders. Niet de eindtijd, maar de klassering telt. Slechts vier artikelen hebben zich op shorttrack gericht.28-31 De focus ligt , waarin er ook voor omgevingsinvloeden plaats is in het theoretisch kader. Er wordt gesteld dat de omgeving zo complex is, dat het onwaarschijnlijk is dat ‘pacing’ door vooraf opgestelde, altijd geldende regels bepaald wordt.24 De heuristiek (‘de kunst van het vinden’, d.w.z. langs methodische weg tot een oplossing komen) biedt hier een uitweg: ‘pacing’ wordt geregeld door een proces gebaseerd op methodisch en gestructureerd uitvinden wat het beste werkt. Daarnaast wordt pacing vanuit een ecologisch georiënteerd oogpunt bekeken in onze eigen recente studie.19 Het belang van de koppeling tussen waarneming en actie (tot dusver niet meegenomen in theorieën over onderliggende mechanismen van pacing) wordt aangewezen en opgenomen in het theoretisch kader. In plaats van een traditionele cognitieve seriële planningsaanpak wordt de ‘afFordance-competiton-hypothese neergezet25,26 : Meerdere potentiële actiemogelijkheden zijn in competitie met elkaar door wederzijdse inhibitie en excitatie. Verschillende 28 Sport & Geneeskunde | februari 2014 | nummer 1 vooral op doorbloedingaspecten, belangrijk voor vermoeidheid en prestatie. Het lijkt erop dat het shorttrack leidt tot een zeer asymmetrische belasting, die verschilt van de langebaan. Dit kan leiden tot het anders ervaren van vermoeidheid, wat weer een effect heeft op ‘pacing’. Daarnaast rijst hier ook de vraag: hoe beïnvloedt de omgeving (tegenstanders, het rijden in heats etc) de beslissingen die atleten maken? En kunnen de recente ontwikkelingen in het vormen van het theoretisch kader rond pacing hier een nieuw licht op schijnen? Deze vraag kunnen we ook stellen gericht op de teamsport ijshockey. Ook in teamsporten is recent de aanwezigheid van pacing aangetoond, en heeft de wetenschap de sport kunnen adviseren m.b.t. keuzes over bijvoorbeeld het wisselen van spelers, en de fysieke voorbereiding van spelers in de rugby league.32 Gewisselde spelers bijvoorbeeld pacen anders dan spelers die de hele wedstrijd actief zijn. Geen enkele studie heeft zich tot nu toe specifiek op ijshockey en pacing gericht. De pijlen vanuit de wetenschap staan gericht op Pagina 27
Pagina 29Heeft u een vaktijdschrift, onlinebook of online sportbladen? Gebruik Online Touch: presentatie naar een digitale publicatie omzetten.
Sport & Geneeskunde nummer 1 | Februari 2014 Lees publicatie 27Home