Congresverslag 12th Groningen Sports Medicine Symposium Sex and Sports: the female versus the male athlete Door: R. van Rooijen Een themakeus die nieuwsgierig maakt! Althans voor mij, en zeker toen ik het programma vooraf bekeek. En waarom dan wel…..? Wel, ik ben opgegroeid als tweede generatie oorlogsslachtoffer, en kreeg nogal wat denkbeelden mee over gehoorzaamheid (mijn moeder was groot geworden in Hitler-Duitsland en deed haar best…) en hoe meisjes zich (in de jaren ’60) zouden moeten gedragen. Dat klopte niet met wat ik nodig had, en dat was bewegen, naar buiten, bomen klimmen, zwemmen, fietsen, waterpolo e.a. Bovendien werd ik gewaarschuwd voor jongens. Apart vond ik dat….. Dit alles leidde o.a. tot het doen van een bijvak Vrouwenstudies, en het volgen van de ontwikkelingen op dat vlak. Jaren geleden een symposium bij het ACSM t.a.v. vrouwen en sport, het werk t.a.v. ‘the female athlete’s triad, de benoeming van Toine Lagro-Jansen als hoogleraar genderspecifieke geneeskunde, in Nijmegen. En, afgelopen jaar is de meldcode kindermishandeling voor alle artsen van kracht geworden, en daar zitten ook genderaspecten aan vast. Dit Groningse symposium sportgeneeskunde pakt de draad op voor de Nederlandse sportgeneeskunde, met presentaties die betrekking hebben op de werkelijke fysiologische verschillen tussen mannen en vrouwen in het algemeen, hoe dat te bekijken, hoe mannen en vrouwen een andere manier van coaching nodig hebben en van elkaar kunnen leren. Hoe vaak vragen wij sportartsen naar sexueel functioneren, incontinentie e.d. in een anamnese bij bekken-lagerug-liesklachten? Vragen we naar hoe bevallingen zijn verlopen? Hoe goed zijn we in staat om mensen (meestal vrouwen) eruit te filteren met (een verleden van) sexuele mishandeling? Ook psychologische factoren, net als fysieke schade uit het verleden zijn van belang om een goede beoordeling te doen van belasting en belastbaarheid, en om te kunnen adviseren t.a.v. een revalidatietraject. Hoe belangrijk het is dat jeugdigen in een veilige en respectvolle omgeving opgroeien, dat er wordt geloofd wat kinderen zeggen als het gaat om hun grenzen en (seksuele) intimidatie, werd erg duidelijk in de voordracht van vertrouwenspersoon bij NOC*NSF, Roel Petter. Ik heb een geval van ‘grooming’ uit het verleden daardoor beter begrepen! Roel maakte enorm duidelijk hoe waardevol zijn werk is in het beschermen van kinderen waar het nodig is; ook voor de emoties van hun ouders, als duidelijk wordt dat hun kind iets is overkomen. Kinderen zijn onze toekomst. Juist vanuit mijn ervaringen in mijn jeugd, die nu onder de noemer ‘kindermishandeling’ zouden vallen, en als moeder van twee speciale zonen, heb ik geleerd dat het mogelijk is om karakterstructuren te veranderen, om alsnog zo’n verleden te ontgroeien. Maar toch, het kan allemaal een stuk makkelijker als we onze kinderen respecteren zoals ze zijn, als we met z’n allen erop letten dat hun grenzen worden gerespecteerd. Ook bij het geven van adviezen om in de goede gewichtsklasse uit te komen, zoals Jessica Gal o.a. liet zien in haar voordracht. Waarbij het belangrijk is dat we kennis hebben van onze eigen oordelen, vooroordelen en ‘blinde vlekken’. Juist daarom is het mijns inziens enorm belangrijk dat we onze kwaliteitsvisitaties hebben, en er af en toe dit soort symposia zijn, met onderwerpen die toch uitermate belangrijk zijn, maar niet direct vallen binnen wat we verwachten van een sportgeneeskundig symposium. nummer 2 | april 2014 | Sport & Geneeskunde 31 Pagina 30
Pagina 32Heeft u een vaktijdschrift, pagedirect of online whitepapers? Gebruik Online Touch: presentatie naar een online publicatie converteren.
Sport & Geneeskunde nummer 2 | April 2014 Lees publicatie 29Home