zonde controles blijken namelijk in grote percentages afwijkende bevindingen te kunnen worden gedaan, zonder dat er sprake is van clAudicatieklachten.12 Aan de andere kant maakt de combinatie van een suspecte anamnese en een positieve positionele stress test de verdenking op PAES weldegelijk groter. Door sommigen wordt de diagnose PAES dan ook zelfs al waarschijnlijk genoemd bij een combinatie van een voor PAES specifieke anamnese en een positieve positionele stress test.7 Er zijn in de literatuur geen onderzoeken terug te vinden waarbij de pulsaties werden gecontroleerd na sport-specifieke provocatie van de klachten. Dit zou in de praktijk van de sportarts echter wel goed mogelijk zijn. Het uitvoeren van de positionele stress tests is niet gebonden aan de liggende houding van de patiënt en een positieve test na provocatie zou kunnen leiden tot een hogere betrouwbaarheid van de test. Daarnaast kan het testen in een andere houding, zoals onder belasting van het eigen lichaamsgewicht, mogelijk ook bijdragen aan een grotere betrouwbaarheid ten opzichte van de test in liggende houding. De eerste stap in het aanvullende diagnostische traject is doorgaans het duplex onderzoek.24 Het betreft een relatief eenvoudig en non-invasief onderzoek, waarbij zowel de popliteale arterie als vene af te beelden is. Tevens laten recente studies goede resultaten zien.23 echter, ook voor deze test geldt dat er gezonde proefpersonen zijn die een positieve uitslag laten zien, zonder clAudicatieklachten. Daarnaast is er niet eerder gekeken naar de diagnostische waarde van het duplexonderzoek na sport-specifieke provocatie. Dientengevolge zal, rekening houdende met de beperkte betrouwbaarheid van de test, voornamelijk de combinatie van suspecte anamnese, lichamelijk onderzoek en het duplexonderzoek tot een waarschijnlijkheidsdiagnose kunnen leiden. Een volledig negatief duplexonderzoek verwerpt de diagnose PAES.7 De behandeling van PAES is primair chirurgisch. Er worden verschillende chirurgische technieken toegepast, voornamelijk afhankelijk van het type PAES en de locoregionale anatomie. De precieze chirurgische behandeltechnieken vallen buiten het aandachtsgebied van dit artikel, maar voor een goed overzicht en gedetailleerde beschrijvingen verwijzen we naar Metz, et al. (2011)7 (2009)19 . Ook de review van Sinha, et al. (2012)28 te betwijfelen daar de klachten bij FPAES uitgelokt worden door hypertrofie van de normaal aangelegde kuitmusculatuur en daarmee kunnen worden gezien als een vorm van surmenage. Een in eerste instantie conservatieve aanpak zou hiermee te rechtvaardigen zijn, maar de wetenschappelijke onderbouwing voor een dergelijke aanpak ontbreekt vooralsnog. Wanneer de klachten van FPAES onvoldoende verbeteren, is een chirurgische behandeling geïndiceerd. In een dergelijk geval wordt doorgaans gebruik gemaakt van andere operatietechnieken dan voor PAES typen I–V.19 Referenties 1. Kannel WB, Skinner JJ, Schwartz MJ, Shurtleff D. Intermittent clAudication. Incidence in the Framingham Study. Circulation 1970; 41: 875–883. 2. Murabito JM, D’Agostino RB, Silbershatz H, Wilson PWF. Intermittent clAudication. A risk profile from the Framingham Heart Study. Circulation 1997; 96: 44–49. 3. McDaniel MD, Cronenwett JL. Basic data related to the natural history of intermittent clAudication. Ann. Vasc. Surg. 1989; 3: 273–277. 4. Backx FJG. Sportblessures aan de lopende band? Modern Medicine 2009; 10: 318–321. 5. Veiligheid NL. Sportblessures, Blessurecijfers. December 2012. Geraadpleegd op 01-09-2013. Via: http://www.veiligheid.nl/csi/ veiligheidnl.nsf/0/FE813DC6D5B30F97C1257BEB002C9C0A/$file/ Cijfersfactsheet%20Sportblessures%20algemeen.pdf 6. Baarveld F, Backx FJG, Voorn TB. Epidemiologie van sportblessures in de huisartsenpraktijk. In: Baarveld F, Backx FJG, Voorn TB. Sportgeneeskunde. Houten: Bohn Stafleu van Loghum, 2009; p. 23–32. 7. Metz R, De Borst GJ, Verhagen HJM, Moll F. Compressiesyndroom van de A. poplitea. Ned. Tijdschr. Geneeskd. 2011; 155: A2580. 8. Pillai J. A current interpretation of popliteal vascular entrapment. J. Vasc. Surg. 2008; 48: 61S–65S. 9. Lin PH, Kougias P, Bechara C, Cagiannos C, Huynh TT, Chen CJ. Arterial Disease. Non-atherosclerotic disorders of blood vessels. In: Brunicardi FC, Andersen DK, Billiar TR, Dunn DL, Hunter JG, Matthews JB, Pollock RE. Swartz’s Principles of Surgery. New York: McGraw-Hill, 2009. 10. Stuart TP. Note on a variation in the course of the popliteal artery. J. Anat. Physiol. 1879; 13: 162. 11. Levien LJ, Veller MG. Popliteal artery entrapment syndrome: More common than previously recognized. J. Vasc. Surg. 1999; 30: 587–598. en Turnipseed toont een mooi overzicht van de toegepaste chirurgische technieken. Of een chirurgische interventie ook voor de functionele vorm van PAES (FPAES) de voorkeur dient te genieten, valt 12. Levien LJ. Popliteal artery entrapment syndrome. Sem. Vasc. Surg. 2003; 16: 223–231. 13. Love JW, Whelan TJ. Popliteal artery entrapment syndrome. Am. J. Surg. 1965; 109: 620–624. 14. O’Leary DP, O’Brien G, Fulton G. Popliteal artery entrapment syndrome. Int. J. Surg. Case Reports 2010; 1: 13–15. nummer 3 | juli 2014 | Sport & Geneeskunde 21 Pagina 20
Pagina 22Voor catalogi, online catalogi en presentaties zie het Online Touch beheersysteem systeem. Met de mogelijkheid voor een webwinkel in uw nieuwsbrieven.
Sport & Geneeskunde nummer 3 | juli 2014 Lees publicatie 32Home