Congresverslag Vlaamse vereniging voor Sportgeneeskunde: ‘The cutting Edge’ Tweejaarlijks congres voor sportgeneeskunde 2014 Door: Drs. Dorien Goubert Na een welkomstwoord van prof. Jan Gielen nam Prof. Luc Vanden Bossche de ontwikkeling van de sportgeneeskunde door de geschiedenis onder de loep. De artsen van de gladiatoren uit het verleden die evenwichtigheid tussen de vier lichaamssappen nastreefden, hebben vandaag de dag immers plaats gemaakt voor een multidisciplinair team waarbinnen elk lid zijn deskundigheid aanreikt. Deze congresdag werd dan ook ingekleurd met lezingen van professionals uit verschillende multidisciplinaire disciplines. Vlaams minister van Financiën, begroting, werk, ruimtelijke ordening en sport, Philippe Muyters, beet het spits af met een interessante uiteenzetting omtrent het decreet dat de langverwachte erkenning van keurartsen moet invoeren, samen met een extra specialisatie en een eigen nomenclatuurnummer. Dr. Frank Pauwels schetste de huidige situatie in België, terwijl Dr. André Debruyne het belang van een Europese uniformiteit in de erkenning van sportgeneeskunde als specialiteit benadrukte. Als afsluiter van het eerste deel van dit congres gaf Dr. Thomas De Bo uitleg over een beloftevolle Zwitserse techniek waarbij geruptureerde kruisbanden toch kunnen gevrijwaard blijven door gebruik te maken van een stukje kunststof. Na een koffiepauze werden ‘Locomotoriek en beeldvorming’ in de sportgeneeskunde besproken. Dr. Pieter Van Dyck beet het spits af en vertelde als radioloog wat meer over het klinische gebruik van MRI in de knie. Nadien gaf Bart Dingenen een verhelderende toelichting omtrent feiten en fictie na het herstel van voorste kruisbandletsels. Hoogspringster Hannelore Desmet lichtte het interessante onderwerp ‘strain metingen’ bij peesletsels toe. Vervolgens vertelde Dr. Jean-François Kaux over zijn in vitro- en klinische onderzoek naar Platelet-Rich Plasma bij tendinopathiën. De resultaten van echografisch geleide Percutane Nucleotomie of PNT studie werd door Dr. Mathias Seghers uiteengezet. Als laatste in deze sessie sprak Prof. Nele Mahieu over de rol van excentrisch trainen bij achillespeesletsels. Parallel met de sessie rond locomotoriek en beeldvorming vond een sessie plaats over ‘Fysiotherapie, inspanningsfysiologie en sportvoeding’. In deze sessie startte Margot Callewaert met een toelichting over een voor velen onbekend topic: zeilergonomie. Gommaar D’Hulst volgde met een interessante uiteenzetting omtrent regulatie van de spiermassa door zowel acute als chronische hypoxie en de mogelijke voordelen van krachttraining onder acute hypoxie. De recente richtlijnen en praktische toepassingen omtrent de inname van eiwitten en de toename van spiermassa werd toegelicht door Louise Deldicque. Rudi Frankinouille en Johan Roeykens van het UZ Antwerpen brachten een verhelderende kijk op het vergelijken van verschillende meettoestellen. De evolutie in trainingsmodaliteiten voor hoog intensieve intervaltraining werden door inspanningsfysioloog Prof. Jan Boone toegelicht. Als laatste topic binnen deze sessie sprak Prof. Lieven Danneels over de stoornissen in structuur en functie van lage rugspieren ondanks een remissie van de lage rugklachten en de relevantie hiervan binnen de sport. In de namiddag stond “Sport, over the edge” nog op het programma. Prof, Meeusen ging van start met een uiteenzetting omtrent inspanningen bij hitteprestaties en de mogelijke hersteltechnieken die hierbij toegepast kunnen worden. actief herstel en afkoelen kwamen hierbij uitvoerig aan bod. Dr. Annick Viane kwam als revalidatiearts praten over de (para)medische begeleiding van de paralympische sporter en de huidige integratietoestand van G-sport in het reguliere sportcircuit. Nadien was het de beurt aan Prof. Ir. Peter Van Eenoo die het individueel biologisch paspoort voor topsporters toelichtte. Steven op ’t Roodt verduidelijkte aan de hand van het associatieve en analytische brein de faalangst in de sport en mogelijke behandelmethoden. Ook de controverse rond cardiale sceening bij de jeugd kwam aan bod en werd toegelicht door cardioloog Prof. René Tavernier. Prof. Filip Staes verduidelijkte hoe de biomechanische wetenschap een ondersteuning kan bieden in de dagelijkse klinische kine-praktijk en Prof. Wim Derave kwam zijn non-invasieve spiervezeltypering bij atleten toelichten. Tenslotte kwam Jonas Martens van de KU Leuven zijn verhaal vertellen over zijn bijzondere en succesvolle paralympische carrière als zwemmer. Voor wie deze editie gemist mocht hebben zijn de presentaties terug te vinden op de website van de VVS. nummer 3 | juli 2014 | Sport & Geneeskunde 31 Pagina 30

Pagina 32

Voor club bladen, online reclamefolders en onderwijs catalogi zie het Online Touch content management system systeem. Met de mogelijkheid voor een webshop in uw publicaties.

Sport & Geneeskunde nummer 3 | juli 2014 Lees publicatie 32Home


You need flash player to view this online publication