Methode Voor de start van het studiejaar vulden alle eerstejaars ALO-studenten (n=278, 79 vrouwen, 199 mannen) een vragenlijst in over persoonskenmerken en sportgeschiedenis. Gedurende vijf maanden werden op wekelijkse basis gegevens verzameld over sportblessures en ziekten (OSTRC Overuse Injury Questionnaire)(Clarsen et al., 2013). Verder werd elke tien weken gevraagd om expositie en blessures retrospectief te registreren (Fuller et al., 2006). Resultaten In 23 procent van de 2.071 ingevulde vragenlijsten zijn fysieke problemen geregistreerd. Deze problemen resulteerden in een vermindering van de sportprestaties (24%), moeite tijdens het sporten (23%) en verminderde fysieke activiteit (21%). De gemiddelde ernstscore voor alle geregistreerde fysieke problemen was 32±23 (op een schaal van 0-100). In totaal zijn door 144 studenten 197 blessures geregistreerd die leidden tot sportuitval (1 tot 44 dagen). De meeste blessures waren acuut (56%) en werden opgelopen tijdens lestijd (62%). Blessures kwamen het meest voor aan het onderbeen (19%), de knie (16%), de enkel (14%) en de schouder (13%) en werden opgelopen tijdens turnen (21%), atletiek (16%) en voetbal (16%). Risicofactoren voor een blessure waren een blessure in het voorgaande jaar (p=0.04) en een blessure bij de start van het studiejaar (p=0.01). Geslacht (p=0.06), leeftijd (p=0.71), sportgeschiedenis (p=0.35) en chronische ziekte (p=0.17) bleken geen risicofactoren. Conclusie Het risico voor het oplopen van sportblessures en/of ziekte is groot voor eerstejaars ALO-studenten. De belangrijkste risicofactoren voor het oplopen van een sportblessure zijn een blessure in het voorgaande jaar en een blessure bij aanvang van het studiejaar. Discussie en aanbevelingen Het lijkt zinvol dat een ALO een registratiesystematiek hanteert voor het signaleren van blessures en doorverwijzing naar (para)medici, teneinde uitval zo kort mogelijk te laten duren. Biografie Sander Bliekendaal Sander Bliekendaal is verbonden aan de Hogeschool van Amsterdam, domein Bewegen, Sport en Voeding. Anouk van Oeijen M Musc & I.R. Faber Donderdag 27 november – 12.15 uur – sessie A1 – Femoroacetabulair impingement: onbekend is geen herstel! Femoroacetabulair impingement: onbekend is geen herstel! Inleiding en vraagstelling Femoroacetabulair impingement (FAI) komt voor bij sporters die een grote range of motion van het heupgewricht vereisen, zoals (ijs)hockeyers.(1) FAI karakteriseert zich door overmatig contact tussen het femur en acetabulum bij 27 & 28 november 2014 te Ermelo 17 Pagina 18
Pagina 20Heeft u een handleiding, blueberry of digi-folders? Gebruik Online Touch: verenigingsblad online zetten.
VSG Abstractboek 2014 Lees publicatie 37Home