5. Nixon P.A., Orenstein D.M., Kelsey S.F., Doershuk C.F. ‘The prognostic value of exercise testing in patients with cystic fibrosis’. N Engl J Med. 1992 Dec 17;327(25):1785-8. 6. Hulzebos E.H., Bomhof-Roordink H., Van de Weert-van Leeuwen P.B., Twisk J.W., Arets H.G., Van der Ent C.K., Takken T. ‘Prediction of mortality in adolescents with cystic fibrosis’. Med Sci Sports Exerc. 2014 Nov;46(11):2047-52. 7. Pianosi P., Leblanc J., Almudevar A. ‘Peak oxygen uptake and mortality in children with cystic fibrosis’. Thorax. 2005 Jan;60(1):50-4. 8. Bradley J., Moran F. ‘Physical training for cystic fibrosis’. Cochrane Database Syst Rev. 2002;(2):CD002768. 9. Dwyer T.J., Elkins M.R., Bye P.T. ‘The role of exercise in maintaining health in cystic fibrosis’. Curr Opin Pulm Med. 2011 Nov;17(6):455-60. 10. Van Brussel M., Van der Net J., Hulzebos E., Helders P.J., Takken T. ‘The Utrecht approach to exercise in chronic childhood conditions: the decade in review’. Pediatr Phys Ther. 2011 Spring;23(1):2-14. Disclosure Er is geen sprake van belangenverstrengeling of sponsoring. Biografie Erik Hulzebos Erik Hulzebos is medisch (inspannings)fysioloog en (sport)fysiotherapeut in het Universitair Medisch Centrum Utrecht, divisie Kinderen, afdeling KinderBewegingsCentrum. G.H. Visser & H. Jansen Vrijdag 28 november – 11.15 uur – sessie C1 – Epilepsie en sport Epilepsie en sport Sporten is goed voor de lichamelijke gezondheid, het algeheel welbevinden en sociale contacten. Uiteraard geldt dat ook voor mensen met epilepsie! Het primaire doel is sportmedische advisering om het sporten mogelijk te maken. Bij de advisering gaat het vooral om een risico-inschatting van het krijgen van een epileptische aanval en de gevolgen daarvan. Globaal zijn er twee categorieën ongevallen die overwogen moeten worden: het risico op letselschade en het risico op verdrinking. Het risico op letselschade heeft vooral met de kans op vallen te maken. Het vermijden van hoogten is een algemeen advies. Vanzelfsprekend is dit risico groter bij bergsporten dan bij badminton. Een deel van het probleem is te ondervangen met (extra) beschermende middelen, zoals met name het dragen van een helm om schedel-/hersenletsel te voorkomen. Voor sporten zoals boksen gelden aparte regels. De reden hangt samen met het toch al vergrote risico op hersenletsel bij dergelijke sporten, dat als onwenselijk wordt beschouwd als er toch al een aandoening van de hersenen aanwezig is. De kans op verdrinking speelt een rol bij alle sporten die in of nabij het water plaatsvinden, dus ook bij sporten of fietsen langs het water. Ook hier zijn risicoverlagende adviezen te geven, zoals de aanwezigheid nabij de sporter met epilepsie van een begeleider, het dragen van een zwemvest of een (zelf opblaasbaar) reddingsvest. Troebel water heeft een extra risico vanwege het lastiger terugvinden van een drenkeling die onder water is weggezakt. Een druk zwembad heeft het risico dat toezicht vanaf de kant lastiger is. Vanuit de epilepsie gezien dient vooral rekening te worden gehouden met een verhoogde kans op een aanval in de periode drie tot vijftien minuten ná de geleverde inspanning. Een goede risico-inschatting komt vooral neer op common sense. Er dient een goed beeld van de epilepsie en de aanvallen te worden verkregen, maar ook van de aanwezigheid van eventuele medicatiebijwerkingen, onderliggende aandoeningen, functionele of cognitieve beperkingen. Met dit beeld kan er dan een inschatting worden gedaan gelet op 27 & 28 november 2014 te Ermelo 53 Pagina 54

Pagina 56

Scoor meer met een webshop in uw archief. Velen gingen u voor en publiceerden brochures online.

VSG Abstractboek 2014 Lees publicatie 37Home


You need flash player to view this online publication