Methode PubMed, Embase, PEDro en CINAHL werden doorzocht om relevante gerandomiseerde klinische trials (RCT’s) te identificeren. Twee reviewers onderzochten onafhankelijk van elkaar de kwaliteit van de methodologie en data-extractie. De uitkomsten waren verdeeld in: lichamelijke activiteit, klinische toestand (eg. BMI, bloeddruk, hospitalisatie, consultaties) en psychosociaal welzijn (eg. HADS, SF-36), op korte (≤3 maanden), middellange (3-6 maanden) en lange termijn (≥6 maanden). Een ‘bestebewijssynthese’ werd gebruikt om de resultaten samen te vatten. Vanwege de heterogeniteit van de interventie- en controlegroep werden de RCT’s verdeeld in drie groepen gebaseerd op de controlegroep, die een subindeling kregen in eenvoudige (bevat ≤3 componenten) of complexe e-coaching (≥4 componenten). De e-coaching programmacomponenten waren symptoomcontrole, communicatie met zorgverleners, et cetera. Resultaten Negentien RCT’s werden geïncludeerd. Daarvan vergeleken vijftien RCT’s (vier hoge kwaliteit (HK) en elf lage kwaliteit (LK)) e-coaching met gebruikelijke zorg. Hieruit bleek dat er op middellange termijn een matig effect is op de klinische toestand en psychosociaal welzijn vanwege complexe e-coaching, terwijl op lange termijn matig bewijs was gevonden voor verbetering van de klinische toestand in eenvoudige e-coaching, en van fysieke fitheid en psychosociaal welzijn vanwege complexe e-coaching. Eén LK RCT vergeleek e-coaching met een fysiek activiteitenplan en drie LK RCT’s vergeleken e-coaching met een basisinternetprogramma. Conclusies E-coaching is mogelijk effectiever dan de gebruikelijke zorg om de fysieke activiteit, klinische toestand en het psychosociaal welzijn te verbeteren. echter, extra HK RCT’s met gelijkwaardige e-coachingsprogramma’s zijn nodig om deze conclusie te versterken. Er kan geen conclusie worden getrokken of de e-coaching meer effectief is vergeleken met een fitnessprogramma voor thuis of een eenvoudig internetprogramma, door het beperkte aantal RCT’s. Discussie en aanbevelingen Het blijft een enorme uitdaging om HR-participatie te verhogen, mede vanwege de reisafstand. Mogelijk zou e-coaching hier een positieve rol kunnen spelen.(2) Referenties 1. Zutz A., Ignaszewski A., Bates J., Lear S.A. ‘Utilization of the internet to deliver cardiac rehabilitation at a distance: a pilot study’. Telemedicine Journal and e-Health. 2007;13(3):323-330. 2. Snoek J.A., Cramer M.J., Backx F.J. ‘Cardiac rehabilitation: how much pain for the optimal gain?’ Neth Heart J. 2013 Mar;21(3):135-7. Biografie Dr. Eva van Veen MSc Eva van Veen MSc is verbonden aan het UMC Utrecht. 27 & 28 november 2014 te Ermelo 63 Pagina 64
Pagina 66Scoor meer met een online winkel in uw magazines. Velen gingen u voor en publiceerden spaarprogramma online.
VSG Abstractboek 2014 Lees publicatie 37Home