HET TRANSAVIA GRAND SLAM BEACHVOLLEYBALTOERNOOI VOND IN 2014 PLAATS IN EEN SPECIAAL VOOR HET EVENEMENT GEBOUWD STADION OP DE ZUIDAS. niseerd. We waren in gesprek met de internationale roeibond FISA over de verwachte toeschouwersaantallen. Het getal dat wij noemden, zagen zij wel zitten. Die mannen van de FISA dachten dat wij het over de finaledag hadden, maar wij hadden het nota bene over de dag met de minste bezoekers.” De FISA heeft het Amsterdamse concept na het eclatante succes van de WK omarmd als standaard voor de toekomst. Van der Burg was content toen hij eind augustus 2014 de voorpagina van Het Parool zag. De krant trompetterde in de opening op de voorpagina over een “invasie van topsporters in de stad” bij “drie megasportevenementen”. Flame Games, Ajax-PSV en WK roeien, allemaal in één Amsterdams weekeinde. Feestje voor de stad Toch moeten de EK atletiek in 2016 nog meer een feestje voor de stad worden, dan dat illustere weekeinde in augustus 2014. Krijnen: “De WK roeien waren een fantastisch evenement, maar de stad heeft er betrekkelijk weinig van gemerkt. Het zat vrijwel alleen op de Bosbaan; het was niet zo dat de hele stad in het teken stond van roeien. Waarom zetten we wel overal banners neer voor de Gay Pride of het Amsterdam Dance Event, maar niet voor de WK roeien? De claim van het evenement is: Athletics like never before… Maar we hebben nog geen glasvezel in het stadion. Als er straks twintig straalzenders buiten zouden staan, is dat toch een wat ouderwets beeld... Ik mag nu bij gemeentesecretaris Arjan van Gils een lijst indienen van alle zaken waarvan wij vinden dat collegadiensten het voor de EK atletiek zouden moeten regelen. En dan gaat hij met het Gemeentelijk Management Team bewaken dat het ook gaat gebeuren. Hij wil dat de stad bruist wanneer de EK atletiek hier zijn.” Verankeren Grote, succesvolle evenementen hebben evident een ommekeer in het denken van het ambtenarenapparaat van de stad teweeggebracht. Krijnen: “Door het Olympisch Vuur hebben wij geleerd dat niet alleen de breedtesport interessant is, maar dat grote evenementen kunnen stimuleren en voor een nieuwe dynamiek kunnen zorgen.” Toch ziet Woertman in de sprint die Amsterdam onder Van der Burg trekt, ook een risico. “Iets wat in relatief korte tijd van een achterstand naar zo’n voorsprong gaat: Hoe veranker je dat, zodat het niet met de volgende wethouder ineens weer verdwijnt? De visie waar we op de langere termijn naar toe willen, moeten we echt nog doorontwikkelen. Het is de uitdaging om de stappen die we nu gezet hebben, zo te verankeren dat we daar nog lang structureel profijt van kunnen hebben.” Krijnen beaamt: “Je moet het in deze collegeperiode zo verankeren, dat het bij de stad hoort. Iedereen moet die sportevenementen gaan missen wanneer ze er niet meer zouden zijn. Vergelijk het met de marathon. Die is jarenlang vervloekt in Amsterdam omdat de stad die dag verkeerstechnisch een ramp was. Ik heb de indruk dat de mensen nu de overlast voor lief nemen en trots zijn dat zo’n evenement in hun stad kan plaatsvinden. Ze willen niet meer zonder.” Van der Burg: “Het wordt al breed gedragen. Sport zit heel stevig in het collegeakkoord. We geven 20 miljoen uit aan sportaccommodaties, 2 miljoen structureel aan het evenementenbeleid, 2,5 miljoen extra aan het Jeugdsportfonds. Maar we moeten er met z’n allen wel stevig aan blijven trekken.” Het nut van bewegen Daarom blijft voor Van der Burg de trigger grotendeels bij de sociaal-maatschappelijke spin-off van evenementen liggen. In zijn vorige leven als manager in de zorg kwam het inzicht welke betekenis sport – of beter gezegd: bewegen – voor de samenleving kan hebben. Van der Burg: “Sport en sport evenementen leveren werkelijk een bijdrage aan de kwaliteit van leven. Dat heb ik in de zorg met eigen ogen mogen zien. Dáár is het besef bij mij doorgedrongen. Dáár heb ik gezien wat het nut van bewegen kan betekenen voor het bestrijden van hart- en vaatziekten, het bestrijden van diabetes, van obesitas, van dementie.” Ook Woertman put uit eigen ervaring: “Ik woonde als kind naast een maïsveld. In de zomer kon je daar mooi verstoppertje spelen, maar in de winter kon je heerlijk tussen die rijtjes stoppels rennen tot je tot aan je knieën in de blubber stond. Daarom is georganiseerde sport in de stad zo belangrijk, want wij hebben in de stad geen maïsvelden om lekker in te hollen. Het gaat er vooral om mensen in beweging te krijgen.” Van der Burg laat zich bovendien graag inspireren door professor Erik Scherder, hoogleraar Klinische neuropsychologie aan de Vrije Universiteit. “Scherder toont aan dat bewegen niet alleen fysiek iets met mensen doet, maar dat je er Pagina 25

Pagina 27

Heeft u een lesboek, onlinemag of e-flyers? Gebruik Online Touch: onderwijsmagazine converteren naar een digitale publicatie.

Sportief Amsterdam 2015 Lees publicatie 41Home


You need flash player to view this online publication